Edine Wijnands, Ned. Dagblad, 1 juni 20056
Als ze buiten spelen worden ze minder dik, zelfredzamer, leuker en behendiger. En toch speelt een op de vijf kinderen niet buiten. De nationale Straatspeeldag, waar vandaag 250.000 kinderen aan meedoen, moet daarin verandering brengen.
Af en toe wil Cato niet buiten spelen. Dan kijkt ze liever televisie. Maar vaak is het toch wel erg leuk buiten, zegt ze. Zoals zondag. Toen ze met de hele straat een waterpistolengevecht hield. Alle kinderen deden mee. 'Cool', zegt Cato (bijna 5).
Cato is bevoorrecht. In haar straat in Utrecht is relatief weinig verkeer. Het is er veilig. Haar ouders hebben er geen moeite mee als Cato naar buiten wil. Integendeel, ze moedigen het aan.
Hoe anders is het in hartje Amsterdam, vertelt Irene Bloeming van 3VO. ,,Voor kinderen is er bijna geen mogelijkheid om lekker buiten te spelen. Er is domweg geen ruimte tussen het steen.'' Dus houden de ouders de kinderen liever binnen. Of rijden met hen naar een veilige plek, naar een Vondelpark. ,,Waar ze dus nooit eens lekker zonder ouderlijk toezicht kunnen ravotten'', weet 3VO. En dat is slecht, blijkt uit verschillende onderzoeken.
Volgens een studie uit 1998 worden kinderen die zonder ouderlijk toezicht spelen zelfredzamer. Ze ontwikkelen hun persoonlijkheid beter. En wie buiten speelt, beweegt veel. Dat is goed voor de ontwikkeling van spieren, motoriek en behendigheid.
Maar er is meer, weet Henk Kasbergen, directeur van Nationaal Jeugd Fonds Jantje Beton.
,,Om iets actueels aan te snijden: spelende kinderen worden minder snel dik. Buiten spelen is bovendien goed voor het zelfrespect. Kinderen ontdekken in contact met leeftijdgenootjes waar ze goed in zijn. Ook leren ze respect te krijgen voor andere kinderen. Ze zien op straat wat die allemaal kunnen.''
Daarnaast leren ze hoe je contact moet maken, ontwikkelen zo kennis over omgangsvormen en worden, doordat ze zelf spelletjes verzinnen, creatief.
Kortom: buiten spelen is goed voor kinderen. Niet voor niets baalt Janette Luichies uit Haarlem. Haar dochtertje Sieta (5) is met geen stok naar buiten te krijgen. Het liefst speelt ze binnen met Barbies. En dat terwijl Janette zelf zulke leuke herinneringen heeft aan haar eigen jeugd.
,,Wij waren altijd buiten'', zegt ze. ,,We bouwden hutten, rolschaatsten, speelden in greppels. Ik weet hoe leuk dat was.''
Nu moet ze lijdzaam toezien hoe Sieta zich motorisch niet al te goed ontwikkelt. Hoe ze vaak in haar eentje speelt.
,,Ik maak me er wel zorgen over. En vraag me ook af waar het aan ligt. Bij ons in de straat kun je eigenlijk alleen op de stoep spelen. Bovendien wonen er weinig kinderen van school in de buurt. Toch zijn er wel kinderen. Ik blijf het buiten spelen stimuleren. Het is veel te belangrijk.''
Deskundigen wijzen erop dat het heilzaam is voor een gezin als kinderen buiten spelen. Ouders en kroost zitten elkaar niet op de lip en dat verkleint de kans op ruzies en mishandeling. En, zegt 3VO:
,,Buurten waar kinderen spelen zijn altijd leuk.'' De kinderen kennen elkaar, de ouders hebben contact. ,,Het zijn wijken waar relatief veel wordt georganiseerd.''
Kinderen moeten buiten spelen. En toch, weten ze bij Jantje Beton, is één op de vijf kinderen nooit buiten te zien. Veelal gaat dat om arme kinderen. Zij wonen het meest in versteende wijken. Buurten waar voor auto's volop plaats is, maar voor kinderen geen ruimte.
Niet voor niets roepen allerlei belanghebbenden, vertegenwoordigd in het platform Ruimte voor de Jeugd, al jaren om een wet die gemeenten gebiedt om bij elk bouwplan rekening te houden met kinderen. Het is toch van de zotte, wordt er gemopperd, dat wettelijk is vastgesteld hoeveel vierkante meters er bij een nieuwbouwproject worden ingericht als parkeerplaats, maar aan speelplaatsen niet wordt gedacht.