door Dick van Kampen 2001-08-23
Trouw, 23 augustus 2001
Waar wordt gezwegen over seksualiteit, ligt verdringing op de loer. Anders dan door columnist Van Doorn gesuggereerd, is zwijgen meestal gevaarlijker dan spreken. Niet spreken over het intieme is hooguit een machtsstrategie van mannen.
Het is een teken van beschaving dat wij de intimiteit beschermen door zwijgen, schrijft J.A.A. van Doorn naar aanleiding van de 'Vagina Monologen' (Podium, 17 augustus). Lisette Thooft is het daar niet mee eens en wijst op de ruimte die juist het zwijgen geeft aan verkrachting en misbruik (Podium, 18 augustus). Zij pleit voor seksualiteit uit liefde als hoogtepunt van beschaving.
Over het algemeen is zwijgen gevaarlijker dan spreken. De scheppende kracht van het spreken is zo sterk, dat datgene waarover niet gesproken wordt, niet lijkt te bestaan. Dat geldt schoonheid die onthuld moet worden, maar ook het kwaad dat onthuld moet worden. Toen zwijgen over seksualiteit en intimiteit tot de kern van de cultuur hoorde, leerden mensen niet omgaan met de schoonheid van de seksualiteit en waren ze daardoor overgeleverd aan hun driftmatige intuïtie. Mannen en vrouwen hebben daar allebei enorm onder geleden. De zoektocht naar een seksualiteit die voor beiden mooi was, kon maar door weinigen volbracht worden. Het zwijgen in de opvoeding was desastreus, de eenzaamheid groot.
Aan de andere kant betekende het beschaafde zwijgen verdringing en ontkenning. Verdringing maakt dat wat publiekelijk onbespreekbaar blijft ondergronds gaat. Freud, die het gewelddadig karakter van de beschaving blootlegde (zie bijvoorbeeld 'Das Unbehagen in der Kultur'), liet op allerlei manieren zien hoe verdrongen seksualiteit het leven gaat beheersen en vervormen en leidt tot ziekte en gewelddadigheid. Hoe het beschaafde zwijgen leidt tot onbeschaafd spreken toont Freud in 'Der Witz': de seksuele grap, de schuine mop, is een uitlaatklep voor verdrongen seksualiteit.
Daarnaast is er de ontkenning van dingen waarover men niet spreekt: incest, seksueel misbruik. Dat kinderen en dienstbodes seksueel misbruikt werden, werd in beschaafde kringen stilzwijgend gewoon gevonden. Dat vrouwen aan seksualiteit slechts ellende beleefden, werd stilzwijgend normaal gevonden. Over de veelvuldige (en illegale) abortus (met vaak dodelijke afloop) werd niet gesproken -maar het gegeven dat het aantal abortussen daalt wanneer abortus gelegitimeerd wordt, is veelzeggend.
Er is dus alle reden om te zeggen dat zwijgen over het intieme geen teken is van beschaving, maar juist seksualiteit wegdringt naar het heimelijke, onbeheersbare en demonische. Zwijgen over het intieme is hooguit een machtsstrategie van mannen. Spreken is nodig om vrouwen de kans te geven zich te uiten en om ellende, misbruik en misverstand een halt toe te roepen.
Toch is de impliciete vraag van Van Doorn of we er zoveel op vooruit gegaan zijn nu alles bespreekbaar is, wel terecht. Als Van Doorn daarbij bijvoorbeeld wijst op het gebruik van drie-letterwoorden, wijst hij tegelijkertijd in de richting van een antwoord op zijn vraag. Ook Lisette Thooft duidt dat antwoord aan. Laat ik allerlei praat over seksualiteit (het hele taalveld van 'Sex voor de Buch' en zo) samenvatten als 'de behoefte aan het drieletterwoord'. Na een lange tijd van zwijgen is na de Tweede Wereldoorlog aarzelend of stormachtig het zwijgen verbroken. Er wordt steeds meer over seksualiteit en intimiteit gesproken. Maar dat spreken is nog lang niet gerijpt; er kan echt nog niet over alles eerlijk gesproken worden zonder dat de nare gevolgen van verdringing naar boven komen: gegniffel, exhibitionisme, schuine taal.
De behoefte aan het drieletterwoord geeft aan dat we nog steeds niet goed geleerd hebben volwassen te spreken. Je kunt ook zeggen -en dan kom ik in de buurt van wat Lisette Thooft zegt- dat we nog zo slecht hebben leren omgaan met de lust, dat de liefde nog steeds een kwetsbaar onderwerp is. De schaduw van een tijd waarin het gebod 'Gij zult niet begeren wat van een ander is' werd uitgelegd als 'Gij zult niet begeren' ligt nog over ons, alle 'taboe-doorbrekend spreken' ten spijt.
Ik denk, dat we volop in een overgangsperiode zitten van (ver)zwijgen naar volwassen spreken. Volwassen spreken betekent niet alleen respectvol spreken, maar ook weten wanneer je moet zwijgen. Ik bedoel dan niet een opgelegd zwijgen, maar een zwijgen dat je kiest uit respect en schroom. Je bewust zijn dat je sommige dingen soms beter niet kunt zeggen, omdat dat net zoiets is als schreeuwen in een natuurreservaat in de broedperiode. Volwassen spreken heeft de dwang tot spreken afgeleerd, maar laat zich ook niet tot zwijgen dwingen. Aan dat volwassen spreken zijn we in deze fase van de cultuur niet toe. Een gebeuren als de 'Vagina Monologen' wil daarbij -als ik goed begrijp- een hulpmiddel zijn.
Als we op een volwassen manier hebben leren spreken over intimiteit en seksualiteit, komt er ruimte om over liefde en seksualiteit te spreken, zoals Lisette Thooft suggereert. Of daarvoor de breuk tussen lust en liefde nodig is, zoals zij die maakt, betwijfel ik. Zou het niet tot de beschavingsperiode van Freud en koningin Victoria behoren om lust en liefde te scheiden. Het lijkt me nog een afrekening met vroeger dagen en met veel lijden en onrecht vrouwen aangedaan. Het zou jammer zijn als die afrekening seksualiteit tot een soort 'lustvrije' liefde zou maken, want dan zijn we weer aan het verdringen en ontkennen en dus op weg naar de volgende ellende.
Niettemin is liefde de beste motivatie tot seksualiteit en intimiteit die er bestaat, dat wel. Ik ken geen beschaafder, opener spreken over intimiteit, seksualiteit, lust en liefde dan het bijbelse Hooglied waar de lust de liefde dient.
Dick van Kampen is studentenpredikant in Rotterdam.