Elsevier, 30 november 1999
Het onderwerp pedofilie is niet van de krantenpagina's te slaan. Na Dutroux in België heeft Nederland zo zijn eigen affaires, rijp en groen. Van moord tot het elkaar seksueel betasten van kinderen onderling. Toen ik jong was, viel dat laatste onder het hoofdstuk 'doktertje spelen'. Geen moeder die daar een woord aan vuil maakte. Wij hadden een groot huis met een zolder en gingen daar met vriendjes en vriendinnetjes op spelen, en als vanzelf ontaardde dat in doktertje spelen. Als het te stil werd, kwam mijn moeder snel met een dienblad vol glazen ranja binnenlopen. Zij deed dan of ze niets zag. Ons spel ging daarvan op een natuurlijke wijze over op iets anders.
Sedert de kolonisatie van de wereld van het kind door volwassenen zijn dergelijke eenvoudige oplossingen nog zelden voorhanden. Het valt onmiddellijk onder het hoofdstuk ongeoorloofde en ongewenste intimiteiten, en voordat de kinderen het doorhebben, is er een stoet van gogen die zich over hen ontfermt. Daardoor wordt iets wat geen probleem was - het ontdekken van de wereld van de andere sekse - ineens een levensgroot probleem. En als die kinderen ergens van getraumatiseerd zouden kunnen raken, is het wel van deze bespottelijke aandacht en zorg om niets.
Inmiddels houdt ook de premier zich met dit gewichtige vraagstuk bezig, weliswaar niet uit eigen beweging, maar toch. En dan gaat het vooral over pedoseks: seksuele aandacht van een volwassene voor en handelingen met een kind, jongetje of meisje. Al snel komt daar tegenwoordig justitie aan te pas, en als het kan worden aangetoond, verdwijnt de desbetreffende volwassene voor een tijdje in de lik.
Pedofilie is net als hetero- of homoseksualiteit. Het is iets dat in de genen zit, je kunt er dus weinig of niets aan en tegen doen, je bent wie je bent. De sociale context doet er nauwelijks toe, vroeg of laat komt de neiging onweerstaanbaar naar boven. Het is net zomin als hetero- of homoseksualiteit te genezen. De kans op herhaling is dus levensgroot aanwezig. Daar wringt precies de schoen. Tijdens en na het verblijf in de lik wordt de pedofiel er weliswaar op gewezen dat dit niet kan en dat hij of zij zich moet zien te beheersen, maar ja het zijn mensen als u en ik. Dus 100 procent zekerheid dat de pedofiel niet in herhaling valt, is niet te geven.
In Amerika hebben ze daar, als zo vaak, iets op gevonden. De naam van de dader wordt, na terugkeer in de maatschappij, bekendgemaakt in de buurt waar hij gaat wonen opdat de ouders zijn gewaarschuwd en ze hun kroost bij deze mogelijke recidivist weg kunnen houden. Barbaarse toestanden natuurlijk, maar het werkt, en in Amerika draaien ze hun hand niet om voor de strafrechtelijke vervolging van een jongetje van elf jaar dat het broekje van zijn zusje omlaag heeft getrokken en zijn beklede kruis tegen haar ontblote bipsje heeft aangedrukt. Dit alles op basis van een getuigenis van een buurvrouw, foei toch!
Inmiddels is het niet meer nodig dat de autoriteiten de naam van de dader aan de buurt bekendmaken, internet bewijst zijn moderne diensten, de ouders kunnen het zelf. In geval van verhuizing van de dader is ook dat karwei via internet zo gepiept. Goed voorbeeld doet goed volgen, dus is er nu ook in Nederland het burgerinitiatief om veroordeelde pedofielen op het internet te zetten. Een moderne schandpaal!
In reactie op een aantal uit de hand gelopen affaires denkt de minister van Justitie nu na over mogelijke vormen van begeleiding van pedofielen die hun straf hebben uitgezeten. Gedacht wordt aan de inschakeling van de wijkagent en verplichte begeleiding door de reclassering. Maar ja, de minister ziet de eisen om meer geld al op zijn bordje liggen, en dus zal er wel niks van komen. Dat het land maar weinig veroordeelde pedofielen telt, zal op politie en reclassering weinig indruk maken, zij kunnen deze taak er onmogelijk bij doen, zo gaat dat hier.
Intussen verzet de premier zich krachtig tegen de publieke schandpaal van internet, maar hij kan daar ten eerste helemaal niets aan doen - het medium is terecht vrij - en ten tweede staat hij met lege handen, daar van begeleiding van de gestrafte pedofiel geen sprake kan zijn in verband met de kosten. Het gezonde verstand zal zegevieren en de bewoners zullen het via dit publieke meldsysteem zelf wel oplossen. Verschrikkelijk, maar waar!
De rechtsfilosoof en pedofiel Brongersma, jarenlang senator voor de PvdA, heeft zijn leven lang gestreden voor begrip voor de pedofiele medemens. Hij begon daar onverschrokken aan na het uitzitten van een gevangenisstraf voor ongewenste intimiteiten met een minderjarige. De desbetreffende minderjarige had het helemaal niet ongewenst gevonden, maar justitie oordeelde in de jaren vijftig anders.
In de jaren zestig en zeventig kreeg Brongersma langzaam maar zeker voet aan de grond. Na de uitvinding van de pil was er de bevrijding van de seks. Homoseks werd geaccepteerd, en waarom zou dan - onder de strikte voorwaarde dat het kind het wil en dat het niet wordt gedwongen - pedoseks niet zijn toegestaan? Dit verlichte standpunt is inmiddels verlaten en onder invloed van de gogen is het kind neergezet als geheel en al vrij van seksuele lusten, in elk geval tegenover volwassenen.
We zijn ver verwijderd van het begrip dat Brongersma trachtte te kweken, overigens tot schade van onszelf, want alles wat bespreekbaar is, is in beginsel ook beheersbaar, moet u maar denken!