C. Finkenauer, R.
Engels en Wim Meus: 'Mijn geheim. De kosten en baten van geheimen voor ouders in
de adolescentie. Pedagogiek, september 2002. Uitgegeven door Van Gorcum, Assen.
De namen Iris, Anne en Bas zijn gefingeerd omdat het niet de bedoeling is dat
hun ouders via de krant hun geheimen te weten komen.
Pubers houden veel
geheim voor hun ouders. Voor hun ontwikkeling kan dat positief zijn, concluderen
pedagogen. ,,Je moet je problemen wel kwijt kunnen, maar niet bij je ouders'',
zeggen jongeren op het schoolplein. De leraar, die wel veel geheimen hoort, is
niet verbaasd. ,,Ouders zeggen dat ze alles willen bespreken. Maar dat kan niet
als je 's avonds na het werk, met drie hoofdpijnpilletjes op, nog even
chagrijnig vraagt hoe het op school gaat.''
De overgrote meerderheid van de jongeren tussen de twaalf en achttien jaar
vertelt hun ouders niets of niet de complete waarheid over hun eerste keer: met
zoenen, seks en roken. Vooral vaders weten bitter weinig, bleek eerder dit jaar
uit onderzoek. Bovendien denken ouders vaak alles van hun kroost te weten,
terwijl de jongeren een heel ander beeld geven.
Iris en Paula proesten het uit als hen gevraagd wordt hoeveel ze aan hun vader vertellen. ,,Echt niet, die man zeg ik niks'', benadrukt Iris. ,,Wij hebben nooit echt over vertrouwelijke dingen gepraat. Als ik iets zeg, is het eerst tegen een vriendin en daarna eventueel tegen mijn moeder.''
Wie denkt dat de jongens op het schoolplein wel hun vader in vertrouwen nemen, komt bedrogen uit. ,,Als ik problemen thuis bespreek, is het bijna altijd met mijn moeder'', zegt Niels (15). ,,Die weet waar ik het over heb. Mannen begrijpen je minder.'' Hetzelfde geldt voor Bas (16): ,,Het komt gewoon niet bij me op om dingen met mijn vader te bespreken. Ik zie hem ook veel minder dat mijn moeder, dus het zou er ook van komen als ik wel zou willen.''
De universitair pedagogen Catrin Finkenauer, Rutger Engels en Wim Meeus concluderen deze maand in het vaktijdschrift Pedagogiek dat de wetenschap zich vrijwel uitsluitend richt op de nadelige gevolgen van pubergeheimen. Ze hebben daarom een groep van 227 pubers vragen voorgelegd en daarbij ook gekeken of geheimhouding deze adolescenten voordelen oplevert.
Nadelen zijn er inderdaad, concluderen de pedagogen. Hoe meer pubers geheim houden voor hun ouders, hoe meer kans ze lopen op lichamelijke klaachten en depressieve gevoelens. Het kost immers fysieke energie om de waarheid binnen te houden, maar ook psychische moeite om voortdurend te bedenken of je iets nou wel of niet kunt vertellen.
Een puber met geheimen voor zijn ouders zou zich ook eenzamer kunnen voelen dan anderen, maar dat bleek niet het geval. Bovendien bleken jongeren van geheimen te profiteren voor hun ontwikkeling: wie meer geheimen heeft is beter in staat een eigen mening te hebben en ziet zichzelf eerder als een individu, onafhankelijk van de ouders. En in de ontwikkelingspsychologie wordt deze zogeheten individuatie gezien als een belangrijk doel van de adolescentie. Al met al concluderen de pedagogen dat het voor het welbevinden van pubers meer uitmaakt wat ze bewust geheim houden voor hun ouders, dan wat ze wel vertellen.
,,Ik moet er niet aan denken dat ik alles vooral met mijn ouders zou bespreken'', reageert Daan (16). ,,Ik zeg heus wel iets, maar je wilt niet altijd het kindje van je moeder blijven. Daar zijn toch je vrienden voor.'' Niels vat het als volgt samen: ,,Als je heel dronken wordt of er gebeurt iets in de liefde, dan moet je het wel kwijt, maar niet aan je ouders.'' Een oudere zus is ook een mogelijkheid, zegt hun klasgenoot die zijn naam niet wil noemen. ,,Ik was laatst helemaal dronken, dat wil je toch vertellen. Bij mijn zus kan dat, maar mijn moeder zou gaan flippen. Je zegt wel dat je wat gedronken hebt, maar je houdt het bij een paar glazen.'' Alleen Peter (15) ziet de nadelen van geheimen voor jezelf houden. ,,Als je ouders niets van je weten, kunnen ze ook geen grenzen gaan trekken. Als ze niet weten hoeveel je drinkt, kunnen ze ook niet aangeven wat nog gezond is.'' Helemaal belangeloos zijn zijn motieven niet. ,,Het is trouwens maar beter dat je iets zelf vertelt, als ze toch nog achterkomen heb je helemaal gezeik.''
De ouders van Bas
(16) hebben inmiddels bijgeleerd. ,,Eerst zou ik nooit vertellen als ik een
vriendin had. Ze zouden dan gelijk alles willen weten van dat meisje, wat we
allemaal wel niet samen deden en ze moest natuurlijk ook direct bij ons thuis
langskomen. Nu kan ik het wel zeggen en geven mijn ouders me de ruimte. Op die
manier wilde ik wel een keer met mijn vriendin langskomen.''
De jongens kennen ook een klasgenoot die er lang niet voor uit durde te komen
dat hij homoseksueel is. Vooral niet ten opzichte van zijn vader. Bas: ,,Voor
die dingen hebben we hier op school de 'steungroep': je kunt altijd bij iemand
terecht als je er zelf niet uitkomt.''
Leraar maatschappijleer Johan Baks (48) draait met drie vrouwelijke collega's de steungroep: leerlingen kunnen er elke schooldag tussen negen en drie uur terecht. Het Griftland heeft 1300 leerlingen en de spreekkamer zit vaak vol.
,,Ouders zeggen tegen hun kinderen: je kunt mij alles vertellen. Nou, daar geloof ik niets van'', zegt Baks als hij even vrijaf heeft. ,,Je blijft als ouder degene die de grenzen moet stellen. Bovendien hoor ik vaak van leerlingen dat openheid wordt afgestrafd. Vertel je een keer dat je hebt geblowed, mag je gelijk weken niet meer uitgaan.''
Natuurlijk is het gezond om geheimen te hebben, beaamt Baks. ,,Dat hebben we allemaal, dat maakt je tot een eigen persoon. Je hoeft heus niet alles te zeggen.''
Maar het is nog veel somberder gesteld met de communicatie tussen ouders en pubers, merkt Baks, en hij wijt dat aan de ouders. ,,Ze werken allebei en komen moe thuis. De een moet eten maken en de ander moet vaak in de avond ook nog achter de computer. Dan vragen ze aan het eind van de avond met drie Saridonnetjes tegen de hoofdpijn nog even op chagrijnige toon aan hun kinderen: en hoe ging het eigenlijk op school? Dat werkt natuurlijk niet. Ze hebben er geen tijd voor. En dan komen ouders hier wel eens met hun kind over problemen praten en ontdekken ze dat ze elkaar eigenlijk helemaal niet kennen.''
Baks beaamt dat het heus niet beter is gesteld dan in zijn eigen pubertijd, toen onderwerpen als seks nauwelijks bespreekbaar waren. ,,Maar nu gaat het helemaal omgekeerd: zodra pa hoort dat zijn zoon in de brugklas een vriendinnetje heeft, legt hij een groot pak condooms in de badkamer en zegt hij: als je in het weekeinde iets gaat doen, moet je wel oppassen. Terwijl de jongen denkt: daar ben ik nog helemaal niet aan toe. Natuurlijk, zo'n vader doet wel iets. Hij zorgt dat zijn zoon geen aids krijgt of dat hij zelf niet onverwacht opa wordt. Maar wat hij niet doet, is de tijd nemen om te praten met zijn kinderen: wat betekent liefde voor je, wat doe je met je lichaam. Voor vaders geldt dat druk-druk-druk nog het sterkst. Ook voor jongens. Bij je vader moet je de stoere man zijn. Bij moeder mag je nog kind zijn. En het ergste is nog dat vader het verkoopt als een pedagogische aanpak: zoek het zelf maar uit, neem je eigen verantwoordelijkheid, dan kan pa wegduiken achter de krant.''
Baks bespreekt steeds meer zaken die de kinderen thuis niet kwijt kunnen. ,,Ik schat dat een op drie kinderen in een gebroken gezin leeft. Vader en moeder krijgen vaak een nieuwe vriend of vriendin, hebben geen tijd, vechten vaak hun ruzie uit over het hoofd van het kind en als die dan klaagt dat er aan twee kanten aan hem wordt getrokken, zeggen ze ook nog vaak: praat maar eens op school over hoe je dat moet oplossen.''
Een belangrijk deel van Baks' werk is zorgen dat kinderen hun geheimen alsnog met hun ouders bespreken. ,,Ik had laatst een meisje die zich schaamde om te vertellen dat ze was verkracht. Maar de ouders moeten dat weten, dus je praat net zo lang op haar in tot ze het vertelt. We maken altijd duidelijk dat ouders dingen moeten weten. Dat zou ook wat zijn, als ik zou weten dat een leerling een suicidepoging overweegt, het niet zou doorvertellen en de poging nog zou lukken ook. Dan zouden die ouders me terecht verwijten kunnen maken. Nee, geheimen zijn prima tot op zekere hoogte, maar laat ouders alsjeblieft hun kinderen de ruimte geven om te zeggen wat er speelt.''