Rob Schouten, Column, 2004-10-15 - Trouw
Sommige mannen hebben het nogal sterk. Ineens zie je het in ze: het jongetje. Ze hebben 'etwas vom Kinde' behouden en dat schemert nu door ze heen. Ik heb de indruk dat de ideale leeftijd om dit natuurverschijnsel goed te bestuderen tussen de veertig en de zestig ligt.
Daarvóór is men nog te romig en daarná gooien groeven roet in het eten. Je moet wel flink volwassen zijn geworden en carrière hebben gemaakt, anders telt het jongetje in je niet.
Cees van der Hoeven, Aholds ex, demonstreerde het heel aardig, juist omdat hij de indruk van jochie probeert te vermijden: die heldere pas, die zelfverzekerde stem: wel verantwoordelijk, niet schuldig. Je ziet hem zich na een geslaagde puberteit opwerken in de rotsvaste overtuiging dat de wereld aan zijn voeten ligt.
Komt hij achter de tralies? Welnee, het idee alleen al, jongetjes zoals hij komen niet achter de tralies. Hij heeft tegelijk iets stoers en iets blinds, zo'n jongen met wie je vol overtuiging op een vreselijk avontuur gaat en misschien loopt het ondanks hem verkeerd af.
Aart Jan de Geus zit in dezelfde klas maar in hem zie je juist het weifelende ventje. Hij draagt iets van de wankelmoedige veertienjarige in zich mee, verscheurd door loyaliteit aan zijn ouders maar toch ook beproefd door vriendjes die aan 'm trekken, doe nou toch gewoon mee! Maar hij weet dat ze 'm nooit als eerste zullen kiezen en dat ze 'm als het zo uitkomt als een baksteen kunnen laten vallen. Er glanst iets van wanhoop in zijn ogen.
En dan die twee jongetjes in Amerika, de boomlange John en de daardoor opeens nogal petieterig lijkende George. Maar George ís er al, dat is zijn voordeel. Ja, makkie, rijke familie, altijd met de auto naar school gebracht: hij heeft het allemaal al gehad. Toch heeft-ie de zenuwen zo te zien, die John is wel erg lang en sportief, daar kan hij in z'n eentje helemaal niet tegenop, vandaar zijn wonderlijke grimassen, het ene moment stijf van de zenuwen, het volgende moment zo charmant mogelijk glimlachend om de meisjes te paaien. En maar voelen dat je steeds op je tenen moet lopen.
Allemaal machthebbertjes met een klein ventje in ze dat ze bestuurt. Overal zie je ze, regelend en regerend. Vrouwen hebben dat gek genoeg veel minder, ik bedoel het meisje in zich. Misschien worden zij op den duur wel helemaal en voor altijd grote mensen.