Gerrit Komrij, NRC 10 februari 1988
Sexuele spelletjes met kinderen. Plassertje kijken en voor de grotere jongens plassertje trekken. Collectief sexueel bezig zijn. De borsten van vrouwen strelen. Aan de piemels van mannen zuigen. Gedwongen een trio'tje te spelen. Anaal benaderd. Anale verkrachting. Zweepslagen. Meegeweest. Misbruikt. De piemel van een man strelen. Die piemel werd steeds dikker en op het laatst kwam er een plasje uit. In incesttherapieën heb je tegenwoordig van die poppetjes met een kutje erop.
Nee, geen woord over dat Oude Pekela. Geen woord ook over die kinderpsychiater, zowel professor als doctor zijnde en derhalve waarschijnlijk een volwassen man, die van plassertjes, piemels en bezig zijn rept. Er is hier nog iets anders gaande waar je verstand bij stil staat. En dat is dat al de zinnen uit bovenstaande alinea, expressies verbis, voorkwamen in een artikel waarmee de Volkskrant op de voorpagina opende.
Ik wil de gebeurtenissen in Oude Pekela hun draagwijdte en implicaties niet ontzeggen, en de manier waarop gedragswetenschappers ons, wanneer ze maatschappelijke problemen te lijf gaan, van hun persoonlijke wereldbeeld laten meegenieten verdient ook zeker belangstelling van meer dan vluchtige en voorbijgaande aard. Maar op het verbijsterende aspect dat je op een goeie ochtend de Volkskrant pakt en daar, niet in een verborgen hoekje, maar meteen al bij de allereerste blik wordt geconfronteerd, op een plek die jou als het ware op elke cafétafel, in alle krantenkiosken, in iedere treincoupe toelacht, mei dikke piemels en poppekutjes - daar heeft bij mijn weten nog niemand gewezen.
Wie had dat, nog geen twintig jaar geleden, kunnen denken? Dat verhalen die toen haast te pikant voor Gandalf en Candy waren nog eens de plaats zouden innemen van pauselijke vermaningen, wereldrampen en vakbondsnieuws? Wie had dat vijftien jaar geleden, tien jaar geleden durven denken?
Eerst werd het aarzelend geslachtsgemeenschap, toen kreeg men er onder het boe-geroep van televisiekijkers naaien door en via (sorry, het is de achterpagina maar) neuken marcheerde alles wat anaal bepiemeld of in trio'tjes getrokken kon worden op naar de enige maagdelijke en kuise plek in de media die we nog over hadden, nadat de radio, de televisie en bijna de hele verdere krant al door de knieën waren gegaan: de bovenste helft van de eerste krantebladzij.
Dat een vrijelijk erotisch taalgbruik, tot ferme schuttingtaal toe, en de onverhulde (zij het in dit geval ietwat zweterige) aanduiding van sexuele onderdelen en dito toepassingen nu de allerhoogste ladder van de informatie-society hebben bereikt, het lijkt wel de enige verworvenheid van de sexuele revolutie.
Zo extreem als de taal is opgerukt, zo weinig is er metterdaad bereikt. De sexualiteit zit opnieuw in het alkoof. Het moet een bitter gelag zijn voor alle welmenende hervormers van de laatste twintig jaar. De zedenpolitie en Yvonne Keuls-achtige typen spoken weer volop rond, zonder tegenwerking of hoorbaar protest. De jongste generaties lijken me, wat hun sexuele pre-occupaties betreft, gedesoriënteerder en meer in de war dan ooit. Nee, de prijs die we nu voor de sexuele revolutie betalen is te hoog.
De piemels en de plasser openen" eenzaam, de krant.
***
[...]