Tekst: Eric Arends, illustraties: Tzenko Stoyanov,
De Volkskrant Magazine zaterdag 21 mei 2005
Drie veroordeelden in ene omvangrijke zedenzaak met minderjarige slachtoffers vertellen hoe ze tot hun misdaden zijn gekomen. Wat bezielt de pedofiel? ‘Ik dacht eerst: het gaat misschien wel over als ik ouder word. Maar ja, dat is dus niet zo’.
Tjeerd Landman werd 27 november 2003 gearresteerd, op een zaterdag – dat zal hij nooit meer vergeten. ‘Het was kwart voor zes ’s ochtends. Bambambam! Op de deur. Ik dacht nog even: dat is mijn zus, die is op stap geweest in de stad en kan niet meer terug naar huis. Maar ja, toen deed ik open en stonden er tien, twaalf man voor de deur. Rechercheurs in burger. Ze hadden al een breekijzer tussen de deur gezet.’
Een kennis van Landman had een week eerder in Arnhem ‘wat problemen’ gehad met twee jongetjes. ‘Dus ik wist meteen: dit heeft daarmee te maken. Ik heb die rechercheurs ook gelijk gezegd waar mijn verzameling kinderporno was. Hier staat het, hier is het. En ja, toen vonden ze Jaap ook. Die was natuurlijk ook wakker geschrokken.’
Landmans kennis uit Arnhem, Ad Gerritsen, werd nog dezelfde dag opgepakt. De jongens die ‘wat problemen’ hadden veroorzaakt, zaten nog steeds bij hem thuis. 14 Jaar waren Ron en Mark. ‘Ze hadden die zaterdag ruzie gekregen’, zegt Gerritsen. ‘De een wilde de ander in elkaar slaan. Ze maakten heel veel herrie. Schreeuwen en zo. Mijn buurman heeft daarop 112 gebeld en toen ben ik gearresteerd.’
Gerritsen werd in eerste instantie niet eens vanwege de jongens aangehouden. ‘De politie bleek mij al langer in the picture te hebben. Vanwege die reis naar Tunesië. We zouden daarheen gaan om seks te hebben met minderjarige kinderen – zo had een man die eigenlijk zou meegaan, dat tegen de politie gezegd. Ze hadden al maandenlang onze telefoons afgetapt. Maar dat wist ik toen nog niet.’
Rudolf van As wist het evenmin, toen hij een dag na de arrestatie van Landman en Gerritsen op Schiphol klaarstond om voor de tweede keer het vliegtuig naar Tunesië te pakken. ‘Ik wilde terug daarheen om geld te geven aan de familie van de jongens die we daar in juni hadden ontmoet’, zegt Van As. ‘Dat hadden ze gevraagd, voor de reparatie van het dak van hun huis. En ik had het beloofd. En ik wou natuurlijk opnieuw kennismaken met die jongens.
‘Vlak voor die slurf naar het vliegtuig is er zo’n verbreding in de gang, daar stonden vier rechercheurs me op te wachten. Ze begonnen de tenlastelegging voor te lezen. Daar snap ik helemaal niks van, zei ik.
‘Ze hebben me toen met de auto naar Doetinchem gereden en daar ingesloten in een politiecel. Gedurende de hele rit heb ik mijn mond niet opengedaan. Ik dacht helemaal niks. Ik was helemaal van de kaart. Vreselijk.’
Achttien panden in vijftien steden en dorpen viel de politie dat laatste weekeinde van november 2003 binnen – op zoek naar kinderporno, sporen van ontucht met minderjarigen en de organisatie van seksreizen naar het buitenland. De operatie mondde uit in een omvangrijke zaak die bij het openbaar ministerie de naam ‘Tuna’ kreeg.
Acht mannen, veelal dertigers, kregen in hoger beroep straffen opgelegd variërend van acht dagen tot 3,5 jaar plus tbs met dwangverpleging. Voor twee van de acht is het proces nog niet afgelopen; zij zijn in cassatie gegaan bij de Hoge Raad.
De meeste veroordeelden bezaten grote hoeveelheden afbeeldingen van kinderen die oraal of anaal werden gepenetreerd. Vier van de mannen hadden seks gehad met jongens onder de 16.
Wat de Tuna-zaak speciaal maakt, is dat de verdachten in de ogen van de openbare aanklager onderling een criminele organisatie vormden die reizen naar Tunesië organiseerde met het doel seks te hebben met minderjarige jongens. Eerder dit jaar achtte het gerechtshof in Arnhem die aantijging bewezen bij vijf van de acht mannen – onder wie Tjeerd Landman, Ad Gerritsen en Rudolf van As.
Nog maar zelden zijn in Nederland pedoseksuelen veroordeeld wegens deelname aan een criminele organisatie. Toch is het aantal seksueel gewelds- en zedenzaken met minderjarigen als slachtoffer, tussen 2000 en 2004 toegenomen van 1034 tot 1274 per jaar. Het aandeel kinderpornozaken is in die periode meer dan verdubbeld, van 155 naar 397 per jaar.
Wat zijn dit voor mannen? Waarom vergrepen zij zich aan kinderen? Waar komt hun opwinding vandaan? Kenden ze de wet? Hoe kijken zij aan tegen de buitenwereld? En vooral: wat vinden zij van hun daden?
Tjeerd Landman (32) kijkt rond in spreekkamer nummer 3 van de gevangenis in het zuiden van het land waar hij gedetineerd zit. Hij is een van de drie veroordeelden in de Tuna-zaak die gehoor hebben gegeven aan ons verzoek persoonlijk inzicht in hun achtergronden te bieden. De gevangenisautoriteiten hebben met het interview ingestemd op voorwaarde dat de verdachte en de penitentiaire inrichting onherkenbaar blijven.
Landman oogt gespannen. 2,5 Jaar heeft hij gekregen, plus tbs met dwangverpleging. ‘Heel zwaar’, vindt hij die straf. Vooral die tbs met dwang. ‘Het is voor mij een groot verschil: tbs met voorwaarden of tbs met dwangverpleging. In het eerste geval ben ik buiten. Dan volg ik wel therapie, maar kan ik toch een klein beetje mijn leven weer op de rails zetten. Ik had zelf ook al een plaats geregeld, in een tbs-dagbehandelcentrum in Utrecht. Ik bedoel: ik wil niet meer in de fout gaan. Ik weet nu wel wat het allemaal teweegbrengt. Maar de reclasseringsambtenaar vindt dat ik 24 uur per dag in de gaten gehouden moet worden gehouden.’
Landman is daarom in cassatie gegaan. ‘Het is niet zo dat ik op straat achter elke jongen aanloop’, zegt hij. ‘Of dat ik kinderen de bosjes in zou trekken of iets dergelijks. Ik ben geen Dutroux. Dat ben ik nooit geweest. Ik heb nog nooit op straat contact gezocht met jongens. En ik ben al helemaal tegen geweld.’
Voordat hij in gezelschap van Ad Gerritsen in juni 2003 naar Tunesië ging, pleegde Landman drie jaar lang ontucht met Jaap, het achterneefje van een kennis in een dorpje in Friesland. De jongen woonde bij Landman in huis – met toestemming van Jeugdzorg, staat in de toelichting op het vonnis.
‘De ouders van Jaap waren gescheiden en hij kreeg slaag van zijn vader’, vertelt Landman. ‘Die schopte hem wel eens midden in de nacht de straat op. Dus het was voor Jaap niet altijd prettig om thuis te zijn.
‘Op een gegeven moment zou hij uit huis geplaatst worden. Maar er was geen plek. Toen heeft Jeugdzorg hem gevraagd: waar wil je heen? Nou, zei hij, ik wil naar Tjeerd, daar kom ik vaak, ik ga vaak met hem mee op de vrachtwagen. Dus kreeg ik een telefoontje van Jeugdzorg: Jaap kan eigenlijk niet meer terug naar huis en er is geen plaats in de crisisopvang, wilt u hem onderdak verschaffen? Ik zeg: Tuurlijk.’
Tot die tijd had Landman zich naar eigen zeggen altijd weten in te houden – onder meer omdat hij nooit goed wist wat er met hem aan de hand was. ‘Ik had op jonge leeftijd al wel in de gaten dat ik op jongens val. Na gymnastiek, als we met z’n allen onder de douche stonden – daar kreeg ik warme gevoelens van. Ik was een jaar of 11, 12. Maar naarmate ik ouder werd, bleven de jongens die ik leuk vond een jaar of 13, 14. Dat vond ik gek.’
Erover praten deed hij niet. ‘Ja, waarom? Geen idee. Wij spraken thuis niet zo veel over dat soort dingen. In ons dorp werd ook niet openlijk over homoseksualiteit gesproken. Openlijk homo zijn ging daar niet, dat wist ik toen al wel.’
Zijn stugge, noordelijke inborst stond tevens een onderhoud met de huisarts of een psycholoog in de weg. Landman: ‘Friezen zijn gesloten. De Friese cultuur is gewoon: hup, deur dicht en aju. Dan ga je niet naar een psycholoog. Dat doen Friezen niet. Dat doen alleen mietjes – zo wordt daar gedacht. En ik was een gewone stoere Fries, dus ik deed dat soort dingen niet.’
Sowieso is hij nooit een ‘tuttig type’ geweest. Op de lts keken medeleerlingen eerder naar hem op. ‘De meeste jongens hadden op hun zestiende een brommer. Ik had op die leeftijd auto’s. Ik had altijd wel crossauto’s staan, voor 75, 100, 150 gulden. Die kocht ik bij de sloop. Deed ik niets aan, en verkocht ze toch met winst. Heel veel jongens kwamen naar mij om een crossauto te kopen. Want dat was in het noorden heel normaal, om op een weiland met een oude auto te crossen. Eenzaam ben ik dus nooit geweest. Maar als ik in de spiegel keek, wist ik wel dat ik alleen was.’
Dat leidde ook wel tot suďcidale gedachten, zegt hij. Reed ie ’s avonds met 180 over een weggetje buiten het dorp waar knotsen van bomen langs de kant stonden. ‘Als ik nu een rukje geef, is het allemaal voorbij’, dacht hij dan.
Pas toen hij 22, 23 was, las hij voor het eerst iets over pedofilie, in De Telegraaf. ‘Die had een stuk over de vereniging Martijn. Dat is een club die pedofilie bespreekbaar wil maken. Ik denk: godverdorie, waar vind ik die organisatie? Want dit verhaal, dat ben ik!’
Toch duurde het nog twee of drie jaar voordat hij in het blad van de nvsh het telefoonnummer zag staan van de werkgroep pedofilie, afdeling Groningen, en hij voor het eerst aan een ander vertelde wat hij voelde. ‘Die werkgroep, daar heb ik eigenlijk mijn leven aan te danken. Er viel zo’n last van mijn schouders. Ik kon eindelijk mijn ei kwijt. Er zat iemand naast me die mij begréép, tegen wie ik het vrijuit kon zeggen. Dat was een hele openbaring.’
Die gesprekken weerhielden hem er niet van met Jaap over de schreef te gaan. Landman was bij aanvang 27 jaar, Jaap 12. ‘Doordeweeks was hij bij mij en in het weekeinde bij zijn vader. Zo is die relatie begonnen. Ja, ik vond wel dat het een relatie was. Jaap was eigenlijk altijd wel blij om mij te zien. En ik was blij om hem te zien. Bij mij kon hij zichzelf wezen. Hij heeft later ook in de verhoren toegegeven: nou ben ik mijn plekje bij Tjeerd kwijt, en: hij is mijn vriend en hij blijft mijn vriend. Zo heeft hij dat verklaard.
‘Pas na een dik halfjaar hadden we voor het eerst seks. Ik liep al die tijd al wel met gevoelens rond, maar daar deed ik niets mee. Ik vind: liefde moet van twee kanten komen. Hij voelde denk ik wel dat ik daar naar hunkerde. Als hij er was, was ik gewoon altijd blij, fleurig, opgelucht. Het kwam door het onschuldige in hem, denk ik. Het kindse. Dat vertedert. Maar het windt ook op.
‘Ik lag op de bank, half te slapen. Ik maakte als vrachtwagenchauffeur altijd dagen van twaalf, dertien, veertien uur. Het was een dikke, brede bank, en hij ging wel eens bovenop de rugleuning liggen. En toen liet hij zich bovenop mij vallen. En toen is het eigenlijk de eerste keer tot seks gekomen. Of nou ja, seks, wat is seks? Ik ging nooit ver. Ik heb hem nooit gepenetreerd. Dat ging mij te ver. Dat heb ik nog nooit gedaan en dat wil ik ook niet. Daar houd ik gewoon niet van. Het blijft bij mij meestal bij strelen. Verder kwam het nooit. Elkaar aftrekken. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik eraan toegaf. En als ik ergens spijt van heb, is het wel daarvan.’
Ad Gerritsen, Landmans reisgenoot naar Tunesië, begon zijn omstreden seksuele wensen in praktijk te brengen toen hij, 28 jaar oud, eindelijk op zichzelf ging wonen. Gerritsen (33) zit gedetineerd in het oosten van het land. Hij kreeg twee jaar en drie maanden gevangenisstraf, plus tbs met voorwaarden. Straks mag hij weer onder begeleiding op zichzelf gaan wonen, mits hij zich tegelijkertijd zal laten behandelen in een kliniek voor geestelijke verzorging en, onder veel meer, ‘geen gebruik maakt van het internet zonder toestemming en directe controle van de persoonlijke begeleider’.
Internet zette voor Gerritsen de deur open naar een duistere wereld waarvan hij het bestaan niet eerder had vermoed. ‘Ik las weleens advertenties in de kranten, maar daar deed ik niets mee. Ik ben heel erg beschermd opgevoed. Toen ik een jaar of 21 was en naar een disco wilde, vonden mijn ouders dat maar niks. Ze waren bang dat er drugs in mijn drankje zou worden gegooid. Ze wilden het liefst dat ik thuis was.
‘Misschien had het er ook wel mee te maken dat ik vanaf mijn derde al heel veel bezoeken aan psychologen had afgelegd. Ze dachten dat er iets mis was met mij. Omdat ik met bepaalde dingen achterliep. En anders was. Ik heb eigenlijk nooit precies gehoord wat er aan de hand was. Ik heb het er ook nooit echt met ze over gehad. Wij spraken nooit zo veel over onszelf.’
Vrienden had Gerritsen in elk geval nauwelijks. Dat was al zo op de lagere school. ‘De rest wilde allemaal voetballen. Nou, dat vond ik helemaal niks. Ik was iemand die graag binnen speelde, met Playmobil en Lego. Misschien was ik ook wel een beetje een truttig kind.’
Gerritsen bedoelt: hij vond jongens leuker dan meisjes. ‘Ik ontdekte vrij snel dat mijn geaardheid anders was. Dan word je al gauw een soort Einzelgänger. Ik vond het ook niet zo’n prettig gevoel, althans, toen ik een jaar of 15 was. Het is een leeftijd waarop je lichaam begint te veranderen. Dat vond ik niet fijn. Ik vond het niet fijn om volwassen te worden.
‘Er zit namelijk nog een verhaal aan vast. Ik ben zelf op zevenjarige leeftijd misbruikt door een jeugdpsycholoog. Op school ging het op een gegeven moment heel slecht. Ik moest naar een speciale lom-school. En ik moest naar een jeugdpsycholoog. Hij heeft me toen seksueel misbruikt.’
Het ingrijpende voorval nam ‘een soort vertrouwen’ weg, telkens wanneer Gerritsen met volwassenen omging. ‘Want ik wist toen al, op dat moment: dit hoort niet. Ik had het gevoel: dit is niet leuk. Ik werd bang. Ik kreeg angstvisioenen. Dromen. Dat ik achterna werd gezeten. En als we met school tijdens een reisje of zo in het bos waren, was ik altijd bang dat we kinderlokkers zouden tegenkomen die ons zouden meenemen.’
Toen hij in de puberteit merkte dat zijn lichaam begon te lijken op dat van de man die hem had onteerd – met haargroei op plekken die tot dan toe maagdelijk kaal waren geweest – dacht hij: ik maak er een eind aan. Maar die relatie tussen oorzaak en gevolg legt Gerritsen pas sinds kort, na gesprekken met psychologen. ‘Op het moment zelf voel je alleen maar spanningen. En je kunt er nergens mee terecht. Ik heb het wel eens aan een schoolarts verteld en die bood een luisterend oor. Maar toen gingen we verhuizen en moest ik naar een andere school.’
Ondertussen kreeg hij nota bene dezelfde seksuele gevoelens als zijn vroegere belager. ‘Ik was kwaad op mezelf. Ik dacht eerst: het gaat misschien wel over als ik ouder word. Maar ja, dat is dus niet zo.’
Als vroege twintiger heeft hij weleens een homo-telefoonlijn gebeld. Hij kreeg er contact met een leeftijdgenoot, met wie hij een afspraakje maakte. ‘Maar die jongen is nooit komen opdagen. Ik denk wel eens dat het allemaal anders was gelopen als hij gewoon was gekomen.’
In plaats daarvan was Gerritsen nu 28 en ontdekte hij op internet opwindende hoekjes waar niet alleen twintigers, maar zelfs tieners zich lieten verleiden. ‘Op een gegeven moment kwam ik terecht op een homo/bi-chatbox van tmf. Er was iemand online die wilde chatten, dus die sprak ik aan.’
Daarmee had Gerritsen contact gelegd met Ron, een van de jongens die later ‘wat problemen’ zouden veroorzaken. Het was november 2003. Ron was een jongen die op het criminele pad dreigde te raken. Jeugdzorg had hem daarom met goedkeuring van zijn moeder op een internaat geplaatst. Daar zou hij tot inkeer moeten komen. Maar Ron liep geregeld weg. En vaak ging zijn kameraadje Mark mee.
‘We maakten die eerste keer een afspraak bij het station, maar Ron liet zich niet zien’, zegt Gerritsen. ‘Waarschijnlijk wilde hij eerst zien of ik een goed persoon was om bij te overnachten. Ik dacht er verder niet meer bij na, maar een paar dagen later kreeg ik toch weer een mailtje. Zat ie in een internetcafé. “Ik zit hier met mijn vriendje Mark. Kun je me je adres geven? We hebben dringend een slaapplek nodig. Kunnen we alsjeblíeft bij je komen? Anders moeten we op straat slapen.”
‘Dus ik zeg: goed, kom maar hier, dan kunnen we praten over wat we moeten doen. Ik heb niet echt gedacht: ze zijn weggelopen, ze moeten weer zo snel mogelijk terug. Je probeert ze te helpen. Je denkt: ze hebben problemen, misschien worden ze daar wel mishandeld. En ik wist ook niet precies van welk internaat ze kwamen.
‘Nou, ze zijn gekomen, ik had een kennis gevraagd of hij nog een matras en een dekbed had, zodat ze daarop konden slapen. En op een gegeven moment vragen ze: heb jij geen seksfilms? Die seksfilms heb ik eerst afgehouden. Later heb ik eraan toegegeven en heb ik een band bij die kennis gehaald. Toen begonnen ze elkaar uit te dagen. En toen is er wat gebeurd. Die kennis was er ook bij.’
De opsomming in het arrest van Gerritsens delicten meldt: ‘Met iemand, die de leeftijd van 12 jaren maar nog niet die van 16 jaren heeft bereikt, ontuchtige handelingen plegen die medebestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.’
Gerritsen: ‘Ik heb ze nergens toe aangespoord. Die jongens begonnen er zelf over. Zij wilden dingen proberen. En daarin werd ik meegesleurd. Nu denk ik er anders over, maar op dat moment was mijn gevoel: ze willen het zelf, dus het zal wel niet zo slecht zijn. Ik vond het ook heel verwarrend dat jongens van 13, 14 jaar vrijwillig seksuele contacten aangaan met iemand die ouder is. Ik had niet gedacht dat dat bestond.’
Helemaal nieuw was die ervaring voor Gerritsen niet. De jaren voordien had hij ook seks gehad met minderjarigen. Bovendien was hij die zomer in Tunesië geweest, waar hij ‘in een heel andere wereld’ werd gezogen. ‘Jongens komen gewoon naar je toe’, merkte hij. ‘Je wordt aan je hand meegenomen.’
Die losse omgang in Tunesië was precies wat Rudolf van As als ‘een bevrijding’ ervoer. ‘Ik vond het eigenlijk best een opluchting, ja’, zegt hij. ‘Ik voelde het hele verblijf in Tunesië als een groot avontuur. Ik heb me daar erg gelukkig gevoeld.’
Drie keer al was Van As door de politie opgepakt voor een zedendelict, voordat hij eind 2003 op Schiphol opnieuw werd gearresteerd. De eerste keer was in 1949, toen hij zich als negentienjarige ‘in zo’n verlaten wachtpost op de spoordijk in Amsterdam’ vergreep aan een jochie van 9. De tweede keer was in 1960, wegens ontucht met twee jongetjes in een tent in het Amsterdamse Bos. De derde keer in 1998, wegens bezit van kinderporno.
Van As is thans 75 jaar en hardhorend, maar dat maakt hem niet minder actief, zegt hij. ‘De seksuele behoefte bestaat van de geboorte tot de dood. Ja, of je moet ziek zijn.’ Nog steeds gaat zijn ‘persoonlijke voorkeur’ uit naar kinderen ‘tussen 4 en 14 jaar – maar het zijn grove grenzen’.
Vorige zomer kwam hij vrij, na een gevangenisstraf van een jaar, waarvan vier maanden voorwaardelijk. Vooral zijn deelname aan de Tunesië-reis is hem aangerekend. Zelf zit Van As er minder mee. ‘Ik vond niet dat ik in Tunesië iets fout had gedaan. Je ziet er zoveel mannen gearmd met kleine jongens lopen.’
De ‘organisator’ van die trip, Ewout Constandse, ziet hij nog steeds als ‘mijn goede vriend, mijn beste vriend’. Constandse kreeg 3,5 jaar en tbs met dwangverpleging: de zwaarste straf van de acht Tuna-veroordeelden. Hij is de kennis die Ad Gerritsen in Arnhem bijstond toen deze in de weer was met Ron en Mark, de weglopers uit het internaat.
‘Ik mis hem heel erg’, zegt Van As. ‘Zijn avontuurlijkheid, zijn vrolijkheid, zijn verhalen.’
Constandse probeerde mensen die hij ontmoette in gespreksgroepen voor pedoseksuelen te interesseren voor een vakantie in Tunesië. ‘Ewout heeft me echt wel lekker gemaakt’, zegt Van As in een discreet bijzaaltje van een Amsterdams café. ‘Hij zei: de jongens daar zijn ontzettend makkelijk, je kunt ze gewoon aanhalen, dat vinden ze leuk. En ja, dat ís ook zo.’
Ad Gerritsen, in de spreekkamer van de gevangenis: ‘Ik ging zelf nooit op vakantie, dus toen Ewout over Tunesië vertelde, heb ik gevraagd of ik ook meemocht. Het gaat er heel anders aan toe dan hier. Veel losser. Je wordt gewoon een soort van meegesleurd.’
Van As: ‘Als ik hier in Amsterdam een jongen van 10 jaar over zijn bol aai, zegt ie: sodemieter op, flikker! In Tunesië niet. Dus toen Ewout vroeg: heb je zin om ook mee te gaan, zei ik: wanneer zou het nog kunnen? Keek hij in zijn agenda: deze periode is volgeboekt, die periode is volgeboekt. Had ie al andere mensen uitgenodigd om mee te gaan.’
Gerritsen: ‘Ik was er samen met Ewout Constandse en Tjeerd Landman. Na ons zou Ewout weer nieuwe mensen laten overkomen.’
Landman, vanuit zijn spreekkamer: ‘We waren in Sousse, een stad aan zee. Een stinkstad. We gingen erheen omdat daar goedkope hotels zijn. Ik had niet echt verwachtingen. Ik dacht: ik zie wel wat er gebeurt.’
Gerritsen: ‘Er was niet echt een plan. We liepen gewoon een beetje langs de boulevard. Nou ja, daar kwamen dus van die jongens langs met een mandje bloemen. En die vragen of je voor een dinar zo’n bloem van ze wil kopen.’
Van As: ‘Schalen met jasmijn hadden ze bij zich. Ik denk dat die jongens 7, 8, 9, 10 jaar waren.’
Gerritsen: ‘Soms zeiden ze er meteen achteraan: seks? Dus ze wilden wel meer dan een bloemetje verkopen.’
Van As: ‘Er liepen twee van die jongens aan de overkant. Ewout zei: laten we ook een bosje jasmijn kopen. Ze waren bijna uitverkocht. Die jongens bekeken ons, en wij bekeken die jongens. Toen zeiden ze: jullie krijgen die bosjes gratis en wij hebben een verrassing voor jullie.
‘Namen ze ons mee naar een zijstraatje, zeiden ze: wij willen seks met jullie. Nou, dat was goed! Die twee jongens namen een taxi, en wij met ons drieën in een andere taxi erachteraan. We hadden een bepaald punt afgesproken: waar de hotels ophouden en de duinen beginnen. En toen zijn we dus met z’n allen de duinen in gedoken en hebben we daar seks gehad. Uiteindelijk voor geld, hoor, want in die duinen gebaarden ze met hun handen: 20 dinar per persoon. Dat is 15 euro ongeveer. Dat wilde ik wel betalen.’
Gerritsen: ‘Met een jongen kreeg ik een speciale vriendschapsband. En die band was belangrijker dan het seksuele. Ik vond hem leuk. Hoe hij zich gedroeg en hoe hij eruit zag. Hij was 14 of zo. Hij had grote bruine ogen. Ik probeerde hem zo veel mogelijk te helpen. Hij had het niet echt superbreed of zo. We spraken elkaars taal niet, maar daar kom je met handen en voeten wel uit.’
Van As: ‘We hebben zelf niet letterlijk om seks gevraagd, maar de manier waarop we elkaar aankeken, was natuurlijk voldoende. Ik denk dat een pedofiel op een andere manier naar kinderen kijkt dan een niet-pedofiel. Daar ben ik me wel van bewust. Je lonkt een beetje. Die jongens hadden dat direct in de gaten.
‘En ik neem aan dat ze de nodige ervaring hadden. Want het was natuurlijk een prachtige extra verdienste voor ze. Op zo’n schaal liggen misschien twintig bosjes jasmijn, dat levert totaal 20 dinar op. Maar ze doen er een hele middag over om die kwijt te raken. En voor zo’n seksavontuur hebben ze in een keer een hele klap geld erbij.’
Landman: ‘Er gebeurden een aantal dingen die mij niet lekker zaten. Die hadden niets met seks te maken, maar gedeeltelijk wel met die jongens. Het was niet mijn manier. Na drie, vier dagen is de bom in Tunesië ook wel gebarsten. Tussen mij en Ad Gerritsen. Daarbij kreeg ik ook nog last van de warmte. Bloedneuzen, diarree. Ik denk: ze bekijken het maar. Heb ik me de rest van de vakantie van hen teruggetrokken.’
Gerritsen: ‘Ik heb tijdens die drie weken toch niet echt genoten of zo. Ik voelde veel spanningen. Vooral het afscheid vond ik moeilijk. Die jongen woonde in een boerendorpje. De vader had zelfmoord gepleegd. Dat grijpt je toch wel aan. En die moeder klampte zich ook heel erg vast. Als je een beetje afstand wilde houden, hield ze je letterlijk vast. Ik denk dat ze toch een soort redder in me zag. Je bent in hun ogen denk ik toch een rijke Europeaan. Dat was eigenlijk allemaal een beetje te emotioneel voor me.’
De psychiater die Ad Gerritsen op verzoek van de rechtbank mentaal onderzocht, schrijft in haar rapport van maart 2004 dat ‘betrokkene lijdende is aan een ziekelijke stoornis: waarschijnlijk pervasieve ontwikkelingsstoornis en pedofilie met homoseksuele richting’. Hij dreigt zonder behandeling te ‘vereenzamen’, waarna hij ‘weer contacten’ zal zoeken.
Gerritsen herkent zich daar wel in, zegt hij, al stelt hij nadrukkelijk zijn leven te willen beteren. ‘Als ik alles van tevoren had geweten, dan was ik nooit aan seksuele contacten met minderjarigen begonnen’, zegt hij. ‘Ik heb er echt heel veel spijt van. Mijn gevoel was vaak: ze willen het zelf dus het zal wel niet zo slecht zijn. Maar die jongens kunnen niet goed zelf bepalen wat ze nou eigenlijk willen. Ook al hebben ze er geen bezwaar tegen, ze kunnen er naderhand toch heel anders over denken. Daarom is die wet ook zo: de volwassene is in alle gevallen strafbaar.’
Dit heldere inzicht kreeg hij na gesprekken ‘met veel mensen’ en ‘door de wil om zelf te veranderen’, zegt Gerritsen. ‘Als je alleen denkt: ach, iedereen ziet het verkeerd behalve ik, dan praat je jezelf alleen maar goed. Terwijl het juist niet goed is. Eigenlijk realiseerde ik me dat al toen Ron en Mark bij mij in huis waren. Ik ben toen zelfs naar de huisarts gegaan. Ik zei: ik zie het eigenlijk helemaal niet meer zitten. Ik wil niet meer in dit soort narigheid terechtkomen. Maar een paar dagen later werd ik gearresteerd.’
Tjeerd Landman schiet vol als hij terugkijkt op zijn affaire met Jaap. ‘Ik voel me daar niet bepaald lekker onder, over wat er tussen ons bij mij thuis is gebeurd. Dat komt door zijn verklaring tijdens het verhoor. Vanwege dat “plekje” waarover hij het had. Waarschijnlijk bedoelt hij daarmee zijn beschermde plekje bij mij.’
Ja, hij is zich ervan bewust dat zijn emoties deels voortkomen uit een zekere liefde die hij nog steeds voor de jongen voelt. Landman is in de ogen van de psycholoog die hem onderzocht een zogenoemde kernpedofiel: iemand die zijn geaardheid volledig accepteert en er ook geen probleem in ziet. ‘Die liefde zal meespelen, zeker’, zegt Landman. ‘Ik noemde het een relatie. Een liefdesrelatie. We hadden ook weleens ruzie, dus ja. Maar van zijn kant was het, denk ik, meer een vader-zoonrelatie. Althans, dat denk ik nu, na de verhoren door de rechercheurs. En door de pre-therapiegesprekken die ik hier in de gevangenis heb.
‘Destijds heb ik er eigenlijk nooit bij stilgestaan. Ik heb altijd tegen hem gezegd: als er iets is dat je niet wilt of dat we niet moeten doen: roepen, schreeuwen, schoppen, slaan, ik noem maar wat. Daar zou ik absoluut gehoor aan hebben gegeven.
‘Ik dacht toen: het komt ook van zijn kant. Ik was ervan overtuigd dat het in principe goed zat. Nu ben ik daar wel iets anders over gaan denken. Ik ben volwassen en hij is en blijft op dat moment een kind. Misschien door het overwicht, door het feit dat hij altijd bij mij terecht kon, heeft hij al die tijd gedacht: ach, ik laat het gewoon toe, want daar krijg ik ook veel voor terug. En dat is iets dat mij verschrikkelijk dwars zit. Want dat was helemaal mijn bedoeling niet. Ik dacht altijd dat het anders zat.’
Rudolf van As vindt de hele zedenwet maar onzin. ‘De wetgever gaat ervan uit dat kinderen geen seksueel initiatief nemen’, zegt hij. ‘Als meerderjarige ben je dus voor de hele situatie verantwoordelijk. Maar als je het mij vraagt, is seks eigenlijk leeftijdsloos. Seks behoort tot de goede dingen in het leven. Ook voor kinderen. Ze hebben toch ook geconstateerd dat kinderen in de baarmoeder al aan hun piemeltje zitten?’
Vanwege die vrolijke aspecten van seks ziet Van As ook lang niet altijd het probleem van kinderpornofoto’s. ‘De meeste kinderporno is vriendelijk’, zegt hij serieus. ‘Er is maar heel weinig kinderporno waarop je sadisme ziet. Die foto’s wil ik ook niet zien, dan werk ik echt mee aan misbruik. Maar meestal zie je dat kinderen plezier hebben bij wat er gebeurt. Veel mensen zeggen: die kinderen doen net alsof. Maar het lijkt me sterk dat kinderen kunnen doen alsof ze er plezier in hebben terwijl ze er niks aan vinden.’
Toch heeft Van As naar eigen zeggen, althans in Nederland, sinds 1960 geen vinger meer naar een kind uitgestoken – nota bene uit vrees voor ‘geestelijke schade’ bij de minderjarige. Alleen is die schade volgens hem niet het gevolg van het seksuele misdrijf, maar van de overdreven reactie daarop van de buitenwereld.
Van As: ‘Als zo’n kind gaat vertellen: ik ben leuk aan het stoeien geweest met een aardige meneer, dan reageren de ouders meteen zo overspannen. “Wáár heeft die meneer je gevoeld?” Die ouders raken helemaal in paniek. Gaan aangifte doen. Natúúrlijk leidt dat bij het kind tot frustratie. En natúúrlijk betekent dat psychische schade. Dat kind begrijpt er op zo’n moment niks meer van.’
Zoals hij het in de rechtszaal heeft gezegd, zo bedoelt Van As het eigenlijk nog steeds: ‘Ik zal me aan de wet houden, ook al ben ik het niet met die wet eens.’
De namen van de betrokkenen zijn veranderd vanwege de privacy.
gehersenspoeld
‘Die pedofielen hebben mij en mijn gezin helemaal kapotgemaakt’, zegt Yvonne Roelofsen. ‘We hebben allemaal psychische hulp moeten zoeken. Ik kan gewoon niet begrijpen wat er is gebeurd.’
Roelofsen is de moeder van Ron. Zij had haar veertienjarige zoon begin 2003 in overleg met Jeugdzorg op een internaat geplaatst. Ron liet zich door een groepje jongeren ‘meesleuren in vandalisme’. Het internaat zou hem ‘even flink moeten corrigeren’. Maar Ron liep weg en kwam eind 2003 terecht bij Ad Gerritsen, die ontucht met hem pleegde. Vanaf dat moment verkeert hij volgens zijn moeder in een pedofielennetwerk. Maandenlang was hij spoorloos.
Roelofsen: ‘Er spookt van alles door je kop. Bijvoorbeeld dat de politie aan de deur komt om te zeggen dat Ron is vermoord. Je draait helemaal door. Je gaat zoeken, zoeken, regelen, regelen.
‘Mijn haren stonden overheid toen ik het voor het eerst hoorde. Je bent gewoon kapot. Artsen zeggen dat ik een posttraumatische stressstoornis heb.
‘Ron is na dat eerste voorval nog wel eens thuis geweest. Liep ie weg uit het internaat, kwam hij hierheen. Moest ik de eerste klappen opvangen. Je probeert ‘m te steunen, liefde te geven. Er waren seksuele handelingen verricht, maar ik moest oppassen dat ik hem niet forceerde. Op een gegeven moment zit je samen te huilen en te knuffelen. Hij huilde ook. Hij schaamde zich kapot. Zijn hoofd werd helemaal rood. Uiteindelijk had ik zoiets van: Yvonne, kappen ermee, hij kan er beter met een arts over praten.
‘Sinds hij weg is, heb ik af en toe nog wel eens contact met hem gehad. Via msn. Ik praten: Ron, kom toch naar huis, we houden van je, we willen je helpen. Maar het lijkt wel of ze hem hebben gehersenspoeld.’
Roelofsen werd op een dag gebeld door Ad Gerritsen, die in voorarrest zat in afwachting van zijn proces. ‘Ik schrok me kapot. Ik zeg: jij hebt aan mijn kind gezeten! Ja, zegt hij, dat weet ik, dat had ik niet mogen doen. Maar hij had gehoord waar Ron zat. Dus ik meteen alles genoteerd en de politie ingeschakeld. Bleek Ron een dag eerder te zijn weggegaan.
‘Ik heb die man daarna alsnog gebeld. Een hersenchirurg in Utrecht. Hij schrok. Hij had helemaal niet aan Ron gezeten, zei hij. Hij vond Ron maar een lastig kind – want ze zijn dan ineens allemaal lastig, hč.’
De hersenchirurg, A. de K., is later alsnog opgepakt. Half juni komt hij voor de rechter. De man is volgens het openbaar ministerie in Utrecht aangeklaagd wegens het bezit van kinderporno en ontucht met minderjarigen.
‘Dit blijft ons hele leven in onze herinnering gegrift staan’, zegt Roelofsen. ‘Ik moet ervoor waken dat Ron niet mijn hele leven gaat beheersen. Hoe moeilijk dat ook is. Ik wil niet dat mijn andere twee kinderen ook nog afglijden. Vooral mijn oudste zoon heeft er een tik van meegekregen. Hij woont nog thuis en volgt een anti-agressietraining. Ook door mij natuurlijk. Ik ben jarenlang alleen maar op zoek geweest naar Ron. Ik wil niet dat hij ook bij mij weggaat. Maar ik hoop natuurlijk dat Ron snel weer terugkomt.’