Marc van Bijsterveld
Martin van Haren
In OK # 1, mei 1986
In de enquête die bij het januari-nummer van Martijn werd gevoegd kregen de
leden de vraag voorgelegd, op welke politieke partij zij zouden stemmen, als er
op dat moment verkiezingen waren geweest.
In totaal kregen wij op die vraag 83 reacties.
In hoeverre de steekproef ook maar enigszins representatief mag worden
geacht voor de "Martijn-populatie", konden de noeste onderzoekers niet
nagaan. Hulp van gerenommeerde onderzoeksburo's als het NIPO en Maurice de Hond
Interview moesten wij immers ontberen. Martijn ging in zee met de jonge
onderzoekers van Bijsterveld en van Haren. Aangezien beide onderzoekers ruime
ervaring hebben met grote delen van de Martijn-achterban, laten wij het trekken
van (generaliserende) conclusies graag aan hen over.
Vooraf moet opgemerkt worden dat ongeveer 25% van de reacties niet in de einduitslag verwerkt kon worden. Het grootste deel daarvan bestond uit "geen-mening-stemmers" (van niet-invullers t/m "het is toch allemaal één pot nat..."). Vier reflectanten vulden een Belgische of Duitse partij in.
Vatten wij de uitslag volgens de "geldige" stemmen samen, dan ziet dat er procentueel als volgt uit:
PvdA |
26 % |
19.3% van
de reflectanten vulde op zijn enquêteformulier een combinatie van linkse
partijen in (bijv. PSP/PPR of PPR/D66). Gemakshalve voegden wij al die
reacties samen onder 'links'. |
PSP |
19,3 % |
|
'links' |
19,3 % |
|
VVD |
11,3 % |
|
D66 |
8 % |
|
PPR |
8 % |
|
CPN |
3,3 % |
|
CDA |
1,6 % |
|
EVP |
1,6 % |
|
SP |
1,6 % |
Van VV D t/m PSP kwam daar de zedelijkheidswetgeving om de hoek kijken. Ook al moge de beoordeling van de partijstandpunten hier nogal verschillend geaccentueerd worden, duidelijk is in ieder geval dat zo'n 84% van de Martijnleden links stemt
(de EVP en SP werden hierbij vanwege hun geringe "progessiviteit" op het immateriële vlak niet meegerekend. B & vR).
Naar onze mening is deze uitslag niet onverwacht te noemen. De overgrote meerderheid van de Martijn-achterban let bij zijn stemvoorkeur op de houding van de respectieve partijen ten aanzien van de zedelijkheidsvraagstukken. In iedere progressieve partij kan men dan (soms met enig speuren) wel een lichtpunt vinden. De VVD profiteert hier enigszins van het Len Rempt-effect.
Naar aanleiding van de uitslag nog enkele voorspellingen:
Op 22 mei '86 benoemt de koningin Wim
Kok (PvdA) en Andrée van Es (PSP) als formateurs voor een kabinet dat kan
steunen op een "breed maatschappelijke vlak". | |
Eveneens 22 mei: VNO-voorzitter van der
Leeden voorspelt een kapitaalvlucht uit Nederland. | |
24 mei; Op een buitengewoon congres van
de PSP wordt besloten, de strijd tegen het verderfelijke kapitalistische
systeem binnen regeringsverband verder te voeren. Wachtgelder van der Spek (PSO)
voorspelt een enorme groei voor zijn partij. | |
25 mei: D66-voorman van Mierlo beroept
zich op het zijns inziens progressieve D66-program. Hij claimt drie
ministerposten. D66 wil niet met de CPN. | |
27 mei: de koningin benoemt voor het
eerst in de Nederlandse historie een regering zonder confessionelen en
conservatieven. | |
28 mei: de vereniging Martijn vraagt
door middel van een petitie (i.s.m. COC en NVSH opgezet) om afschaffing van
de leeftijdsgrenzen in de zedelijkheidswetgeving. | |
Onder invloed van de vrouwelijke PvdA
ministers Haas-Berger, Jabaay en van Nieuwenhoven, besluit het kabinet twee
dagen later eerst een nadere studie af te wachten over het sexueel geweld
tegen vrouwen en meisjes (verwacht medio '87). |