Start Omhoog

Net als op The Box

Tienerseks

door Seada Nourhussen, Trouw 9 september 2005 

Justitie vervolgt jaarlijks tweehonderd minderjarige jongens voor groepsverkrachtingen. De daders in de jongste zaak noemen zichzelf geen verkrachters: ze deden hun favoriete rappers op tv na. De overvloed aan seks in de media is de boosdoener, zegt de één. Het gebrek aan sturing door ouders en school zorgt voor seksueel verwarde tieners, zegt de ander.

Schudde schudde, bil omhoog, 
bukke bukke, zaadjes planten, 
effe verder, 
later kom ik vruchte plukke, 

rapt de rapper terwijl de in strings gehulde billen, waar geregeld rake klappen op worden uitgedeeld, en uit bikini’s puilende borsten hem omringen. 

Het is een fragment uit de videoclip van het nummer ’Ballen tot we vallen’ – ballen is straattaal voor seks hebben – van rapgroep THC op de populaire muziekzender The Box. Op de radio komt ook een interessant nummer langs: ’I just like to call you my bitch’ van dance-dj Dave Mccullen. In de clip kronkelen twee dames om hem heen.

Op RTL5 krijgen stelletjes met een ingedut seksleven in het programma ’Beter in bed!’ praktische tips om het weer spannend te maken. Een echtgenoot gaat met de sekslerares naar een ijssalon, alwaar hij ’beter leert likken’. Tijd: 20.30 uur.

Bij de publieke omroep flitst een ogenschijnlijk onschuldige reclame voorbij voor kaas. Maar het meisje die de kaas aanprijst heeft weelderige rode krullen, getuite lippen, een sexy oogopslag en is als klap op de vuurpijl bloot. Langzaam en zichtbaar genietend neemt ze, nog steeds bloot en liggend in het gras, verleidelijk een hap uit een plak Milner. In het volgende shot ligt ze op haar rug, ingeklemd tussen twee kazen die ze tegen haar wulpse rondingen houdt. Haar borsten, op de tepels na, onthuld.

De overvloed aan seks op televisie, in tijdschriften, op internet en vooral in videoclips zou de seksuele moraal van jongeren aantasten. Het bewijs: justitie vervolgt per jaar ongeveer tweehonderd minderjarige jongens voor groepsverkrachtingen, bleek vorig jaar al uit een onderzoek van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). De verdachten bij de jongste verkrachtingszaak noemen zichzelf geen verkrachters. Ze zeggen zich gewoon te gedragen zoals hun idolen; gangsta rappers. 

Elf van de 15 minderjarige jongens uit de Rotterdamse wijk Katendrecht zijn deze week veroordeeld tot een jaar celstraf omdat ze drie meisjes van 13 en 14 jaar zouden hebben verkracht in een kelderbox. De jongste verdachte, toen negen jaar, is niet vervolgd. De jongens horen bij hun eigen Cabo Pimp Unit (Kaapverdiaanse Pooier Eenheid). Een opvallende gelijkenis: rapper 50 Cent is onderdeel van de G-Unit (Gorilla Unit) en had een monsterhit met het nummer ’P.I.M.P’.

Twee rechercheurs die betrokken waren bij een reeks andere zedenmisdrijven, zeiden in de korpskrant van de politie Rotterdam-Rijnmond dat de verdachten beïnvloed waren door de media. 

„Ze vinden dat ze gewoon recht hebben op seks. Op tv gebeurt het toch ook? Voor deze jongeren is seks gewoon een gebruiksgoed. Ze hebben ook nauwelijks berouw richting de slachtoffers. (...) Die kinderen kijken ongecontroleerd naar alles wat op tv, video of internet te vinden is en krijgen zo een heel verknipt beeld van wat seks is. Wat je ook maar wilt hebben, mag je pakken. Ook meisjes.”

In tegenstelling tot geweld, is er naar de invloed van seks in de media op jongeren nog geen gedegen onderzoek gedaan. Wel stelde de universiteit van Santa Monica (Californië) vorig jaar dat tieners die relatief vaak naar programma’s kijken die een seksuele connotatie bevatten, eerder geneigd zijn om een seksuele verhouding aan te gaan dan kinderen die minder seks op tv zien. Daarbij zou het weinig uitmaken of het om impliciete of expliciete seksuele handelingen gaat. Zelfs programma’s als ’Friends’ en ’Sex and the City’ zouden er voor zorgen dat tieners sneller met seks beginnen.

„Onzin”, zegt seksuologe Sanderijn van der Doef. „Ik geloof geen hout van dat onderzoek. Als jongeren van huis uit genoeg normen en waarden meekrijgen die de beelden op televisie kunnen relativeren, maakt het niet uit wat ze zien. Seks in videoclips kan alleen jongeren beïnvloeden die van hun opvoeders geen tegengas krijgen.”

Jeugdpsychologe Martine Delfos maakt zich wel grote zorgen. 

„Jongeren krijgen zeer veel beelden over vergaand seksueel gedrag op zich afgevuurd. Daarbij is vaak sprake van een enorm ongeëmancipeerde machts-stituatie waarbij de jongens bedekt zijn en de meisjes bloot. De omgangsvormen die ze op seksueel gebied krijgen te zien, schetsen het beeld van een gemakkelijk te verkrijgen seksualiteit. Maar de werkelijkheid ligt nogal anders.”

De meestal onzekere pubers laten zich daar volgens Delfos door beïnvloeden. 

„Ze gedragen zich graag naar de gangbare normen in de jeugdcultuur. Zowel de beelden als de woorden en de muziek die zij via de media tot zich krijgen zijn daarbij enorm belangrijk. De invloed is niet op alle jongeren even groot en ze doen niet alles na wat ze zien. Maar wat ze zien op tv en internet zal bij alle jongeren een plaatsvinden in hun denken en gedrag.”

Delfos noemt de fenomenen ’hoofdvrijen’ en ’stapelen’, waarbij kleuters respectievelijk met hun hoofd in het kruis van een ander kind zitten en boven op elkaar liggen en wat heen en weer schuiven.

 „Ze weten niet wat ze doen, maar imiteren wat ze zien op tv. Alle kinderen onderzoeken hun seksualiteit en dat is goed. Maar door de media worden ze geconfronteerd met dingen die niet in hun denkkader passen. Zo komt een volwassen seksueel gedrag bij een kind in het hoofd en gevoel terecht. Hierdoor kunnen kinderen hun seksualiteit niet ontwikkelen in hun eigen tempo.”

Volgens Lou Repetur, werkzaam bij het Informatiepunt Jeugdprostitutie, is de zorg om seks in de media van alle tijden: in de jaren vijftig werd Elvis ervan beticht de jeugd al heupwiegend op onzedelijke gedachten te brengen. 

„Videoclips als van 50 Cent laten nooit expliciete seks zien; het gaat om insinuaties.”

Repetur ziet een groter probleem: het gebrek aan inlevingsvermogen van jongens en de weerbaarheid van meisjes.

 „Nee zeggen heeft toch geen zin.”

„Als we gaan zoenen en hij raakt opgewonden, moet ik toch wel verder gaan?”

„Ik heb nooit seks met hem gehad, ik heb hem alleen gepijpt ik weet trouwens niet of dit woord wel kan”, of:

 „Ik had wel eens seks zonder dat ik dat wilde, maar dat was een foutje. Geen verkrachting.”

Een greep uit de uitspraken die Repetur regelmatig hoort van jonge meisjes. Repetur: 

„Ze spreken verwarring uit over wat seks überhaupt is, maar ook over wat grenzen zijn. Meisjes zijn wel mondiger geworden dan vroeger; ze praten net zo makkelijk over seks als jongens. Maar ze zijn niet weerbaarder geworden. Veel jonge meiden weten hun grenzen niet meer aan te geven en durven niet voor zichzelf op te komen.”

„Platpraten”, noemen jongens de tactiek waarmee ze meisjes tot seks overhalen, zegt Jos Frenken. Hij is seksuoloog en was getuigendeskundige bij meerdere groepsverkrachtingszaken. „In plaats van geweld te gebruiken, dringen jongens op seks aan door meisjes te overreden. Dat is moeilijk als verkrachting te bewijzen. Terwijl het meisje zegt in eerste instantie wel ’nee’ te hebben gezegd.”

Frenken verbaast zich dan ook over de ambivalente houding van de slachtoffers.

 „Ze hebben een opmerkelijk weifelende houding, onttrekken zich niet meteen aan een vervelende situatie.” 

Vaak omdat ze bang zijn hun vriendenkring, waar de dader vaak toe behoort, kwijt te raken als ze niet meewerken.

„Want seks hoort er voor deze jongeren nu eenmaal bij. Het is een normaal tijdverdrijf”, zegt Frenken. „Ze gaan naar de film, naar de snackbar en hebben seks met elkaar. Je hoeft daarvoor niet verliefd, verloofd of getrouwd te zijn.”

’Is dat erg?’, vraagt Van der Doef zich af. „Jongeren gaan losser en makkelijker met seks om dan wij dat vroeger deden. Misschien moeten wij daar als ouders wel aan wennen. Als andermans grenzen worden gerespecteerd, vind ik het een positieve ontwikkeling. Is het eigenlijk niet hartstikke goed dat seks gewoon is geworden voor jongeren?”

Wel als daardoor verwarring heerst over wat vrijwillige en onvrijwillige seks is, vindt Repetur.

„Vooral van vmbo-leerlingen hoor ik dat meisjes die zeggen verkracht te zijn zelf ook seks wilden, ’anders hadden ze niet zo’n kort rokje gedragen of zo staan schuren (sexy dansen met een jongen dicht achter zich, red.)’. Dat zeggen jongens én meisjes.” 

Jongeren denken dat verkrachting niet onder leeftijdsgenoten gebeurt. 

„Dat kunnen zowel de daders als de slachtoffers zich niet voorstellen”, zegt Repetur. „Zij denken dat verkrachters vieze oude mannetjes zijn die meisjes de bosjes in slepen. Maar die mythe is allang door de statistieken omver geworpen. Verkrachting gebeurt juist meestal door een bekende of binnen een relatie.”

Uit het recente onderzoek ’Seks onder je 25e’ van de Rutgers Nisso Groep (RNG) bleek dat

ongeveer 1 op de 6 meisjes (16,3 procent) wel eens is gedwongen tot seksuele handelingen. 

De gemiddelde leeftijd waarop dit voor het eerst gebeurde is voor meisjes 15,7. 

Twee procent van de meisjes heeft een ervaring met gedwongen seks voor hun 12de. 

Hoe kan het dat meisjes anno 2005 geen ’nee’ durven zeggen? 

Wat is er gebeurd met het feminisme en de emancipatiestrijd? 

„Niet alleen mág seks nu, het moet bijna”, verklaart Repetur de cijfers. „Het feminisme ging erom dat je kón kiezen, niet wát je moest kiezen. Maar keuzevrijheid moet je wel kunnen dragen, daar heb je rijpheid voor nodig.”

Jeugdpsychologe Delfos formuleert het anders: 

„Nederland is bang voor preutsheid. De jaren zestig hebben bevrijding van een hoop dingen gebracht, maar ook een soort verbod op de moeilijke kanten van seksualiteit. Die angst preuts gevonden te worden gecombineerd met een houding van ’als je geëmancipeerd bent, dan ben je seksueel vrij’, betekent dat het voor meisjes én jongens nu lastiger is om ervoor uit te komen dat ze wel problemen hebben met seks.”

Opvallend aan de groepsverkrachtingszaken is dat twee derde van de daders allochtone jongens (Surinaams, Antilliaans, Kaapverdiaans) zijn en driekwart van de slachtoffers autochtone meisjes.

„De jongens komen uit een machocultuur, waarin mannen opgevoed worden met het idee dat ze zonder een gezonde libido geen echte man zijn. Die cultuur is vooral in Zuid-Amerika en Afrika dominant, maar is ook door Nederlandse jongeren overgenomen’, zegt Repetur.

De jonge daders denken dan ook vaak dat ze niks verkeerd doen als ze een meisje verbaal tot seks dwingen. Repetur: 

„Een grote groep meisjes kan daar vaak niet mee omgaan. De meisjes die zelf uit een machocultuur komen, weten beter hoe ze met macho’s om moeten gaan en zullen niet zo snel ten prooi vallen aan hun mooie praatjes. Maar ook zij kunnen verkracht worden; je cultuur beschermt je daar niet voldoende tegen.’’

Turkse en Marokkaanse jongens zijn veel minder vertegenwoordigd in de groepsverkrachtingen.

„Zij komen uit een eer- en schaamtecultuur”, legt Repetur uit. „Als zij een meisje dwingen tot seks, weten ze dat dat verkeerd is omdat zij eerst gehuwd moet zijn. Deze jongens gaan veelal berekenender te werk en zullen meisjes eerder uitbuiten voor geld. Zij staan er meer om bekend loverboys te zijn, zijn eerder berekenende criminelen dan zedendelinquenten.”

„Maar het is eerder een klasseprobleem dan een allochtonenprobleem”, zegt Delfos. 

De jeugdige daders en slachtoffers komen vaak uit een sociaal-economisch zwak milieu, hebben een problematische schoolcarrière en gemarginaliseerde arbeidsperspectieven, meent ook seksuoloog Frenken.

Repetur wijt het gebrek aan weerbaarheid bij meisje en het gebrek aan inlevingsvermogen bij jongens niet aan seks op televisie, maar wel aan de rol van ouders in de seksuele ontwikkeling van hun kinderen. 

„De overheid voert een liberaal beleid op het gebied van seksualiteit, maar tegelijkertijd wordt er in de privé-sfeer bijna nooit over de emotionele kanten van seks gepraat. Het overheidsbeleid sluit niet aan op de geseksualiseerde samenleving. Je mag op je 18de prostituee worden, maar wordt niet voorbereid om zo'n keuze te maken. Je mag op je 16de klant van prostituees worden, maar je leert niet het verschil tussen seks en de liefde bedrijven.” 

Het onderzoek van RNG bevestigt dat: de meeste jongens en meisjes praten voor het 16de jaar wel over verliefdheid en relaties met hun ouders. Ook anticonceptie- en condoomgebruik komen bij een meerderheid ter sprake, maar wensen en grenzen ten aanzien van seks zijn nauwelijks onderwerp van gesprek bij ouders. 

„Vooral jongeren die verwaarloosd zijn lopen dan gevaar op risicovol seksueel gedrag.”

Maar de verwarring over seksualiteit is in principe overal, zegt Repetur. Het neemt in verschillende milieu’s verschillende vormen aan. 

„Ook onder vwo-leerlingen vinden verkrachtingen plaats. Het verschil is dat meisjes in die milieus door hun ouders naar individuele therapie gestuurd worden en zij de macht en de middelen hebben het probleem snel te beteugelen.”

Over de oplossing voor de grenzeloze tienerseks zijn alle deskundigen het eens: betere voorlichting op school, want die schiet aan alle kanten tekort.

 „Al vanaf de kleuterschool, als het aan mij ligt”, zegt Repetur. „En dan niet alleen over de technische kant, maar ook over de emotionele kant van seks. Want hoewel het om excessen gaat–de meeste jongeren maken een gezonde seksuele ontwikkeling door–is seksueel geweld onder tieners iets wat ons allemaal aangaat en een groter probleem dan we denken.”

Start Omhoog