Start Omhoog

'Dankzij internet kunnen tieners experimenteren met hun identiteit'

Wat doet het web met een kind?

Door Ad Bergsma, AD ... 

Communicatiewetenschapper Patti Valkenburg heeft ruim één miljoen euro
subsidie gekregen om in kaart te brengen hoe internet vriendschappen en
het gezinsleven verandert.

Internet is eng. Kinderen komen er in aanraking met ranzige porno of
worden verleid door pedofielen die zich voordoen als een aardig
leeftijdgenootje. Maar het internet is volgens Patti Valkenburg veel
meer.

De hoogleraar Kind en Media aan de Universiteit van Amsterdam beschrijft
dat 80 procent van de tieners een eigen e-mailadres heeft en zich
regelmatig op het web begeeft. ,,Deskundigen raden kinderen daarbij aan
nooit hun eigen naam en adres te geven. Opvoeders vertellen kinderen dus
de ene dag dat ze altijd eerlijk moeten zijn en de dag erna leren ze te
liegen.''

De vraag is welke gevolgen dit heeft voor het kind. ,,Dankzij internet
kunnen tieners experimenteren met hun identiteit. Ze kunnen vrij
wisselen van geslacht of seksuele voorkeur. Hoe beïnvloedt dat hun
ontwikkeling? Weten ze straks beter wie zij zijn, of raken ze eerder
verward en worden ze ongeremd? Er is wel reden voor hoop, want bij
volwassenen is dat invullen van verschillende rollen meestal gunstig.
Vrouwen die moeder, sporter en chirurg zijn, doen het meestal goed.''

Valkenburg popelt om dit soort kwesties beter te onderzoeken. Het is
opvallend dat zij hiervoor deze prestigieuze subsidie van de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in de wacht heeft
gesleept. Het is de eerste keer dat haar nog jonge vakgebied, de
communicatiewetenschap, die eer te beurt valt.

Bovendien kende zij zelf geen snelle start. Ze begon pas aan haar studie
toen ze 30 was. ,,Ik werkte daarvoor als directiesecretaresse. Als
student was dat een groot voordeel. Ik begon elke dag zoals ik gewend
was om acht uur. Ook hoefde ik niet meer te leren op eigen benen te
staan.'' Binnen twee jaar zat haar studie erop.

Hierna concentreerde Valkenburg zich op de invloed van televisie op
kinderen. ,,Ik heb bijvoorbeeld aangetoond dat kinderen die erg veel
televisie kijken, minder creatief zijn. Ook is meermaals aangetoond dat
geweld in films kan bijdragen aan gewelddadig gedrag van de kijkers.''
Valkenburg vertelt echter dat ze een afkeer heeft gekregen van dit soort
effectonderzoek, omdat het kinderen als passieve ontvangers voorstelt.
,,Kinderen die uit zichzelf niet van geweld houden, zullen niet
wezenlijk veranderen door het soort films dat zij bekijken.''

De positieve en negatieve invloed van media hangt erg af van de manier
waarop er gebruik van wordt gemaakt. ,,Het internet maakt het mogelijk
dit soort interacties in kaart te brengen. Zijn het vooral de
extraverte, enthousiaste kinderen die van internet profiteren? Zij zijn
immers handig in die dingen en kunnen hun vriendenkring zo nog groter
maken.

,,Maar misschien zijn de extra mogelijkheden voor dikke kinderen met
puistjes wel belangrijker. Zij kunnen zich het uiterlijk van een atleet
aanmeten in hun virtuele contacten en dan hun verlegenheid overwinnen.
Dat kan ze dan weer zelfvertrouwen geven om een beter plekje in hun
eigen klas te veroveren. Een ander zal echter op basis van dezelfde
ervaring concluderen dat je alleen met een slank, gespierd lichaam
aanzien verdient.''

Niemand kan inschatten hoe vaak dit precies gebeurt. Valkenburg zal een
pioniersrol vervullen. Zij weet zich daarbij gesteund door het feit dat
internet voor onderzoekers een belangrijk voordeel heeft. ,,Als het om
intieme zaken gaat, krijg je vaker een eerlijk antwoord van
proefpersonen. Je hoeft immers niet bang te zijn dat je de ander nog
eens zult tegenkomen.''

Bij ontluikende vriendschappen en liefdes op internet speelt dit ook
mee. ,,Het is net als met vreemden in de trein, aan wie mensen vanuit
een zekere anonimiteit ook gemakkelijk intieme zaken toevertrouwen.
Gesprekken op internet gaan vaak snel in op diepere gevoelens en zo'n
uitwisseling van gedachten kan het vuur van verliefdheid aanwakkeren.''

Een virtuele verliefdheid roept de behoefte op de ander ook eens in het
echt te ontmoeten. ,,Op die manier zijn al huwelijken ontstaan, maar de
interessante vraag is of deze relatie in het dagelijks leven ook tot
stand zou zijn gekomen. Of zou het nooit hebben geklikt omdat een van
beiden een pukkel op de neus heeft?'' Maar misschien zie je in de
praktijk vaker dat virtuele verliefdheid gelijk over is als het
uiterlijk niet klopt met wat de verliefden zich ervan hebben
voorgesteld. Valkenburg krijgt vijf jaar de tijd om dit soort vragen met
een team medewerkers te beantwoorden.

Start Omhoog