Start Omhoog

Een brief van Edward Brongerma aan Bernard Delfgauw. 

Uit het boekje 'De (on)redelijkheid van het geloof'; 1987; Kok Agora

De grote populariteit van de christelijke moraal berust hierop, dat zij 
zo vèrgaand tegemoet komt aan de sterkste menselijke hartstocht, 
namelijk die van over anderen te willen heersen. Het is dus een 
toegeeflijke, makkelijke, slappe moraal. De christen weet, als behorend 
tot Gods uitverkoren volkje, het altijd beter, wat enorm vleiend voor 
zijn hoogmoed is. 

Hij is overtuigd, in die hoogmoed, aan iedereen te 
mogen voorschrijven, hoe hij te handelen heeft, en als de ander, op 
grond van eigen inzicht of verlangen, anders handelt, acht de christen 
zich gerechtigd tot wraak door hem te bestraffen. Natuurlijk noemt hij 
dit geen wraak; hij zal zeggen: 'ik doe het tot je bestwil' en er 
bijvoegen 'dat hij dus uit naastenliefde handelt'. Naastenliefde is 
verder de naam die de grootste schanddaden dekt. 

Met geniaal inzicht 
vertolkte Dante de hele christelijke leer, toen hij boven de hellepoort 
schreef: 'Gods liefde heeft mij gemaakt'. Uit liefde stammen de 
afgrijselijkste folteringen, de onmenselijkste vernederingen. 

Aan naastenliefde gaat de wereld te gronde, en dit alles heet godgevallig. 
Thomas leert ergens, dat de heiligen in de hemel zich zalig verheugen 
over de pijnen der verdoemden. Thomas redeneert hier strikt logisch, en 
ik ben hem dankbaar voor die logica, want deze passage heeft mij voor 
het eerst met een schok tot nadenken gebracht over het ethisch gehalte 
van de christelijke moraal.

De lettergrepen 'liefde' in 'naastenliefde' tonen al het overdrevene, 
dus onwaarachtige in dit begrip. Liefde kan slechts berusten op een 
geleidelijk gegroeide relatie; de onbekende, naast wie ik in de trein 
zit, heb ik niet lief. Wanneer we de naastenliefde eens wegruimden en 
vervingen door een nederig respect voor het mysterie van de medemens, 
met wie wij in één schuitje zitten, zou de wereld er heel wat gelukkiger 
uitzien. Uit naastenliefde kun je atoombommen gooien, uit respect voor 
de medemens nooit.

De Kerk, d.i. de georganiseerde christenschare, is een geïncarneerd 
machtsstreven, en dit gaat onvermijdelijk gepaard met onderdrukking van 
sexualiteit. 'Alle dictaturen zijn kuis!' schreef ik eens. De moralisten 
prediken eufemistisch, dat de mens zijn sexualiteit moet 'beheersen'. 
Dat klinkt schoon, maar is in feite volstrekt niet wat ze verlangen. Ze 
verlangen 'onderdrukken'. 'Beheersen' = gebruiken of niet-gebruiken naar 
gelang redelijk inzicht en gevoel dit raadzaam maken. 'Onderdrukken' = 
(voorlopig) uitschakelen; je kunt dit alleen eisen wanneer je de mens 
tot een mechanisme verlaagt.

De christelijke sexuele moraal is volstrekt materialistisch, ziet alleen 
organen en biologische functies. Van de geestelijke zijde van sex (sex 
als uitdrukking van liefde) heeft men op den duur schoorvoetend, onder 
grote druk van niet-christenen, iets erkend; maar voor de geestelijke 
fertiliteit van bij voorbeeld homosexualiteit (aan vitaliteit, aan 
levenslust, aan inspiratie) bleven de ogen dicht. Ik zwijg nog maar van 
de dankbare aanvaarding van sex als lust, als een positief goed, en over 
Freud's 'ozeanisches Erlebnis', de dionysische vervoering, 
diep-religieuze ervaringen, die de christenen onthouden blijven. Beemer, 
de Nijmeegse moraaltheoloog, noemt dit onbetaalde rekeningen die de Kerk 
nog wel eens zullen worden aangeboden.

Maar de Kerk zou haar grootste machtsmiddel verspelen, als ze daaraan 
toegaf. Daarom houdt zij zo krampachtig vast aan het verbod van 
anticonceptionele middelen, sex van ongehuwden, zelfbevrediging, 
homosexualiteit. 

Door de eeuwenlange ervaring weet ze, dat deze verboden 
zozeer tegen de menselijke natuur indruisen, dat ze onhoudbaar zijn en 
massaal permanent overtreden worden. Dat vindt ze ook helemaal niet erg, 
integendeel, het is wat ze verlangt en verwacht. Want juist uit deze 
stand van zaken groeit een algemeen schuldbesef, het gevoel van eigen 
zondigheid, dat de gelovigen klein, gedwee, onderworpen maakt. Nederig 
tegenover de priester, hoogmoedig tegenover de ongelovigen (en dus tegen 
eventuele verleidingen in hun richting afgeschermd), ziedaar de ideale 
parochiaan!, de door zijn onvolprezen volgzaamheid gekenmerkte kudde.
Intussen heeft de tegennatuurlijke onderdrukking van een vitale behoefte 
wel een aantal noodlottige effecten:

1. het verbod van anticonceptionele middelen leidt tot overbevolking, 
armoede, sociale ontwrichting, kinderverwaarlozing, criminaliteit, is 
een bedreiging voor het huwelijksgeluk;

2. het verbod van sex van ongehuwden is een beletsel, om door oefening 
op jeugdige leeftijd de sexuele omgang menselijk te verfijnen en te 
veredelen. Hij blijft dus dierlijker, onbevredigender. Dat de door de 
Kerk gepropageerde 'afkeer van sexualiteit' afbreuk doet aan het 
huwelijksgeluk, bewees Frenken in zijn proefschrift, en een rapport aan 
de bisschoppen, berustend op onderzoek door het Katholiek Sociologisch 
Instituut, demonstreerde dit aan gruwelijke voorbeelden. Dit rapport 
mocht daarom van de bisschoppen niet worden gepubliceerd. De enige 
oplossing, die de zorgzame Kerk weet voor deze menselijke nood, is een 
nieuwe verbodsbepaling: het verbod op echtscheiding;

3. het verbod van zelfbevrediging is in de geschiedenis van de Kerk pas 
vrij laat tot werkelijk leven gekomen, omdat het tegen een alom 
verbreide activiteit indruist. Met behulp van een aan het pauselijk hof 
verbonden arts is in de achttiende eeuw toen de grote campagne ingezet, 
waarbij met de vreselijkste ziekten en de helse verdoemenis werd 
gedreigd. Dit spel was doorvoerbaar, omdat het precies paste in de 
sociaal-economische ontwikkeling: de maatschappij wist plotseling geen 
raad meer met de jeugdsexualiteit, die vroeger nooit problemen had 
opgeleverd. De kerkelijke actie heeft miljoenen jongeren ongelukkig en 
ziek gemaakt, laten verteren van angst, duizenden tot zelfmoord gedreven;

4. waar christenen aan de macht kwamen, werden degenen die homosexuele 
omgang hadden levend verbrand, gewurgd, verdronken of onthoofd. Men mag 
zich ontzetten over Khomeini, maar hij doet precies wat christenen 
eeuwenlang deden. 

Er was de zeer heidense Franse Revolutie voor nodig om 
hier in Europese landen een eind aan te maken. Na eeuwenlange 
indoctrinatie bleef natuurlijk de discriminatie voortduren.

Als geheel kan van de onderdrukking van sexualiteit worden gezegd - 
Prescott trok deze conclusie op grond van een veelomvattend 
cross-cultureel onderzoek - dat zij de mensen harder, liefdelozer, 
agressiever, meer geneigd tot crimineel geweld, tot oorlog, tot het 
doden en pijnigen van vijanden maakt. Door de hele geschiedenis heen 
ging het christendom gepaard met oorlog en bloedvergieten. Christenen 
voerden de Kruistochten, die grote schanddaden uit de Europese geschiedenis.

Christenen hebben over de hele wereld aanvalsoorlogen gevoerd (vaak 
onder aanvoeren van evangelieverkondiging als motief). Van Christus' 
opdracht 'Gaat en onderwijst alle volkeren' hebben ze gemaakt 'Gaat en 
onderwerpt alle volkeren'. Niemand heeft zoveel koloniën gehad als de 
christelijke volkeren. Niemand heeft zo systematisch en uitgebreid de 
slavenjacht bedreven. 

De Eskimo's waren een bijzonder zacht en 
vredelievend volkje, vol vriendelijkheid voor elkaar, en ze leefden er 
sexueel behoorlijk op los. Toen ze bekeerden tot het christendom werden 
ze kuis, ruzieachtig en wreed. 

Op Haïti leefden 80.000 mensen in drie 
koninkrijken, in zo volstrekte harmonie, naar binnen en naar buiten, dat 
ze noch legers, noch politie kenden. Zeventig jaar na de komst van het 
christendom waren ze tot de laatste man uitgemoord. Ja, het waren goede 
zonen van de Meester, die zeide: 'Ik ben niet gekomen om vrede te 
brengen, maar het zwaard.' (Matth. 10 : 34). Hij beloofde ook: 'Aan de 
vruchten zult ge hen kennen.' 

Daarom zijn bewegingen als het I.K.V. ook 
zo irritant. Ze versterken de oorzaak van de kwaal, en gaan dan tekeer 
tegen de gevolgen. Het is het oude christelijke spel: voer een verwoede 
strijd tegen tijdige sexuele voorlichting, verbied voorbehoedmiddelen, 
overstelp het 'gevallen' meisje met publieke verachting, en als ze uit 
angst daarvoor abortus of kindermoord pleegt, stempel je haar tot 
misdadigster.

Zoals gezegd, de diepste oorzaak van dit alles is de heerszucht; de 
sexuele moraal is slechts een instrument, waaraan de Kerk uit machtswil 
krampachtig vasthoudt, ook al zaait het dood en verderf, liefdeloosheid 
en kille hardheid over de hele wereld.

Start Omhoog