door Lodewijk Dros, 2004-09-02 - Trouw
Lisette van Gils: Mijn lichaam, mijn ziel. Over (seksueel) geweld en pastorale hulpverlening, €5, VPSG 023-5328222; | |
Anneke Parmentier, Jeannette Deenik-Moolhuizen: Iemand valt niet samen met zijn daden. Pastoraat aan daders van seksueel misbruik, €3,50, PKN 030-8801870. |
In een goedgevulde kerk zitten honderd slachtoffers van seksueel misbruik. Én tientallen daders. De slachtoffers kunnen terecht bij meldpunten en hulpverleners. Maar wat moet een pastor met de daders in dezelfde kerkbank? Een nieuwe brochure over pastorale zorg voor daders wil in een leemte voorzien.
'Ik werk al vijftien jaar met daders van seksueel misbruik en ik val nog steeds om soms'', zegt dr. Hans Borst. Hij promoveerde op die daders en is beducht voor pastores die hen willen begeleiden. ,,Ze worden zó ingepakt.''
Alle predikanten van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) kregen haar laatst thuisgestuurd: de brochure 'Iemand valt niet samen met zijn daden', over pastoraat aan daders van seksueel misbruik. Hans Borst, dominee in Welsum en hoogleraar in België, heeft de publicatie gelezen.
,,Het is tenminste íets'', zegt hij zuinig, nog enigszins 'gepikeerd' omdat zijn dissertatie er niet in voorkomt. ,,Een erg beperkt boekje'', oordeelt Borst, en dat voor wat 'misschien wel de moeilijkste discipline' in het pastoraat is.
Ook misbruikdeskundige dr. Ruard Ganzevoort heeft bedenkingen, maar is tevreden dat het zwijgen verbroken wordt.
,,Het prototype dader heeft er alle belang bij zijn misbruik stil te houden.'' Bovendien ,,heb je nu eenmaal in de kerk contact met daders''.
Sinds eind jaren negentig heeft de PKN, die toen nog
Samen-op-weg-kerken heette, ruim belangstelling voor seksueel misbruik. Het mocht nooit meer weggemoffeld worden, was de teneur van officiële documenten. De kerken gaven blijk van het besef dat misbruik soms complicerende religieuze kanten had.
Slachtoffers zijn doorgaans vrouwen. Op grond van verschillende onderzoeken naar seksueel geweld stelt Ganzevoort dat bijna één op de drie vrouwen ervaring heeft met incest of ander seksueel geweld door mensen die ze vertrouwden; daarop maken kerken geen uitzondering. Voor hen komt de Stichting Vrouwen Pastoraat Seksualiteit Geweld (VPSG) op. Onlangs gaven ze opnieuw het boekje 'Mijn lichaam, mijn ziel' uit, verschenen in 1998 maar nog immer actueel.
Volgens Ganzevoort en Borst zijn misbruikte jongens (één op de tien) nog een blinde vlek, net als de vrouwelijke daders. ,,Ik ken er heel wat'', zegt Borst.
Zoveel aandacht er kwam voor - vrouwelijke - slachtoffers, zo weinig is te vinden over pastorale zorg aan daders. Daar wil de brochure 'Iemand valt niet samen met zijn daden' verandering in brengen. De landelijke kerkelijke top had erom gevraagd, zegt een woordvoerder, ,,want als er zoveel slachtoffers zijn, zijn er ook veel daders''.
Een medewerkster van de VPSG zegt dat ,,daderhulp snel daderbescherming wordt, terwijl je als slachtoffer liefst ziet hoe de dader gevierendeeld wordt''. Toch juicht ze het initiatief van de PKN toe.
De - mannelijke - daders zijn volgens de brochure
,,kind van God, hoe afkeurenswaardig hun daden ook, zij vallen daarmee niet volledig samen en kunnen een proces van herstel aangaan.''
Ganzevoort maakt duidelijk dat binnen elke kerk zeker een handvol plegers van seksueel misbruik zit. In een kerk met 500 leden (waarvan zo'n 100 slachtoffers) zullen dat er enkele tientallen zijn, schat hij, uiteenlopend van iemand die op zeker moment 'een grens heeft overschreden, tot aan de hardnekkige seksueel misbruiker'.
,,Een mevrouw in Genève die last heeft gehad van een man die aan haar billen zat, is slachtoffer, maar dat is nog wel wat anders dan een kind dat veelvuldig verkracht is.''
In de brochure mist Ganzevoort die nuance.
De dader die de opstelsters ervan voor ogen hebben, is het zware geval. Ganzevoort:
,,Het is goed dat je als pastor alert wordt op hoe zo'n dader je kan manipuleren, maar als hij je vraagt: 'help me', dan weet ik niet of je dat wel zelf moet gaan doen.''
Borst is nog scherper:
,,Je moet het nooit in je eentje doen, je wordt ingepakt.''
Helaas, tekent Ganzevoort aan, levert deze publicatie weinig informatie over daderschap.
,,Ik mis de actuele discussie over de dader als seksueel verslaafde. En over de wisselwerking tussen hun schuld en hun achtergrond -ze hebben zélf vaak een traumatische geschiedenis. Iemand alleen aanspreken op z'n schuld, gaat niet. En puur als slachtoffer van zijn jeugd, dat gaat ook niet.''
Hoe verheven de brochure ook over de dader spreekt ('kind van God'), de risico's voor de pastor zijn enorm. Zo is hij of zij vaak niet wantrouwig genoeg om machtsmisbruik te onderkennen. En is er de verleiding om 'amen' te zeggen op het verhaal van de dader die vergeving gevraagd en van God gekregen heeft. Dit 'snelle belijden' kan slachtoffers benadelen.
Ander probleem:
,,Uit de praktijk van de dadertherapie is gebleken dat daders alleen onder dwang of dreiging therapie accepteren. Een pastoraal contact kan alleen in vrijheid worden aangegaan en de pastor heeft nauwelijks verweer tegen uitwijkmogelijkheden.''
Borst mist in de brochure oog voor de 'tucht', kerkelijke sanctiemiddelen die in orthodox-protestantse kerken ('misschien wel de helft van alle PKN-kerkgangers') gebruikelijk zijn. De 'handreiking' zwijgt over het mogelijk weren van daders van het Avondmaal.
Wat Borst ook node mist: de grootste valkuil voor predikanten.
,,Dat ze zeggen: ik ben herder voor de héle gemeente, dus pastor voor slachtoffer én dader. Dat moet je splitsen. Ik ken een collega, misbruikt meisje onder zijn hoede, die naar de vader stapte. Vader klaagt dominee aan wegens laster. Kerk loopt half leeg. Ik had nog gezegd: zoek een ander om naar die man toe te gaan.''
De aanbevelingen in de brochure liggen voor de hand: kennis en kunde bevorderen, en een 'pool van deskundige collega's'. Moet een 'gewone' gemeentepredikant zich überhaupt wel wagen aan 'een serie gesprekken' gericht op verzoening? Een huisarts geeft toch ook geen kankertherapie?
Volgens Ganzevoort is daderbegeleiding een specialisme.
,,Dat valt alleen goed te beoefenen met voldoende bagage en met een -kleine- groep daders. De mensen die echt spijt hebben, die eens, heel stom, over de schreef zijn gegaan, vaak als adolescent.''
Waar Ganzevoort en de brochure het over eens zijn: dat het ambtsgeheim de pastor niet mag gijzelen.
,,Alleen in de uiterst-orthodoxe protestantse kerken wordt het ambtsgeheim absoluut genomen'', zegt Ganzevoort. ,,Ik vind: je moet een afweging maken. Strikte geheimhouding kan de dader in de kaart spelen.''