99okt22f ED over Ireens boek
EindhovensDagblad - dinsdag 29 juni 1999
In de zomer van 1994 helpt Ireen van Engelen haar nicht Eline met verhuizen. Onderdeel van de verhuizing is het uitmesten van Eline's oude woning. Op zolder komen ze een kist tegen met plakboeken, schoolrapporten en brieven. Van Engelen, die bezig is met een familie-archief, krijgt toestemming van Eline om het materiaal mee naar huis te nemen...
Door Pieter Lomans
In twee grote bruine enveloppen vindt ze brieven uit de eerste helft van de jaren tachtig die gericht zijn aan Paul, de broer van Eline. Een enkele brief is door Paul zelf geschreven en niet verzonden. Van Engelen bekijkt de brieven en schrikt zich wezenloos. In onverbloemde bewoordingen schrijft een aantal pedofielen over pedofilie, ontucht, kinderverkrachting en sekstoerisme.
Neef Paul is jaren geleden naar Indonesië vertrokken, waar zijn pedofiele geaardheid kennelijk minder weerstand opriep. Na de vondst van de brieven correspondeert Van Engelen een tijdje met hem, onder het mom van informatie voor het familie-archief. Zodra de seksuele geaardheid in zicht komt haakt Paul echter meteen af en laat hij niets meer van zich horen.
Ondertussen spoken vooral de sadomasochistische brieven die een zekere Lex aan Paul verstuurde door het hoofd van Van Engelen. Lex heeft begin jaren tachtig als groepsleider in een Amsterdams kindertehuis gewerkt. Die situatie buitte hij genadeloos uit. Verscheidene kinderen, soms pas drie jaar oud, worden door hem op een brute, misdadige manier in het kindertehuis verkracht en misbruikt. Zijn weerzinwekkende 'overwinningen' beschrijft hij in detail in de brieven aan Paul.
Pedagoge Van Engelen, die werkloos is op het moment dat ze de brieven in bezit krijgt, vindt dat er iets moet gebeuren met die informatie. In 'En ze noemen het liefde' beschrijft ze gedetailleerd hoe de verontrustende brieven haar op sleeptouw nemen. Lex moet alsnog worden opgespoord, zodat hij niet langer zijn gang kan gaan. Ook moet worden uitgezocht wie hij destijds heeft misbruikt, zodat zijn slachtoffers alsnog kunnen worden geholpen. Maar al te vaak veranderen misbruikte slachtoffertjes op latere leeftijd immers zelf in daders.
Met die motivatie begint Van Engelen aan een lange zoek- en kruistocht. Ze weet snel boven water te halen dat Lex groepsleider is geweest in het Burgerweeshuis. Maar hoe moet het dan verder? Ze klopt aan bij de Kinderrechtswinkel, een arts van een kinderziekenhuis, het Bureau Vertrouwensartsen, een universitaire deskundige en de Criminele Inlichtingen Dienst (CID). Dat draait allemaal op niets uit.
Van Engelen duikt in de familie-historie om aanknopingspunten te vinden voor het pedofiele gedrag van Paul. Ze wil weten hoe hij - en pedofielen in het algemeen - ertoe komt om kinderen te misbruiken. De pedofielen benadrukken volgens Van Engelen steeds opnieuw de vrijheid en het eigen initiatief van de kinderen met wie ze seks hebben. In de praktijk komt Van Engelen echter alleen maar gedwongen seksuele contacten tegen. Er is sprake van machtmisbruik, dwang, geweld en geld. Een gelijkwaardige verhouding tussen volwassene en kind is ver te zoeken. Bestaat dat eigenlijk wel, vraagt ze zich af.
Van Engelen gaat ook een tijdlang naar bijeenkomsten van pedofielen, die in verschillende steden door de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) worden georganiseerd. Maar ook binnen de NVSH lopen de gemoederen over de pedofiele activiteiten hoog op.
De goede en oprechte pedo's niet te na gesproken, denk ik dat het grootste deel van deze mensen alleen op hun eigen genot uit is en daarvoor moet dan maar alles wijken. De opmerking dat zij niets doen wat de kinderen niet prettig vinden slaat als een tang op een varken, want ik heb nog nooit een kind horen verklaren dat zij/hij het fijn vindt wat deze grote mensen met hen doen", schrijft een tegenstander in het NVSH-blad 'Sekstant'.
Waarop een voorstander laat weten: Psychische schade wordt (schofterige pedo's uitgezonderd) veroorzaakt door de paniek bij sommige ouders, door politieverhoren en door 'hulpverleners' met een negatieve kijk op seksualiteit van kinderen."
Uiteindelijk wordt Lex via de brieven van Van Engelen toch nog opgespoord. Hij krijgt een gevangenisstraf voor seks met Thaise kinderen en het verspreiden van kinderporno. Een veroordeling voor het misbruik van kinderen in het Burgerweeshuis zit er niet in. Niemand heeft daar aangifte van gedaan en de officile instanties kunnen geen enkel kind uit de betreffende periode traceren.
Een poging van Van Engelen om zelf de dossiers in te zien loopt spaak op 'de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer' van Lex. Intussen zit zijn straf er al op, loopt hij weer vrij rond en is het gevaar voor herhaling groot, meent Van Engelen. Na jaren van onderzoek heeft ze haar opvatting klaar: Pedofielen zeggen dat ze van kinderen houden. Als dat zo is, dan moeten ze er met hun handen vanaf blijven."
Ireen van Engelen - En ze noemen het liefde. Pedofilie, ontucht en sekstoerisme. Uitgeverij De Geus, f. 34,90