Janet
Luis, NRC 24 04
Na
een veelbelovend begin kabbelt Bernard Wesselings roman voort
Het begin is goed. Bernard Wesseling (1978) voert in De Favoriet, zijn eerste
roman, een elfjarige jongen op, met een grimmige blik op de wereld. Het is
zomervakantie en hij, Bart, bevindt zich in een tussenfase. De basisschaal is
net achter de rug en de middelbare school komt eraan. Hij ziet op tegen de
nieuwe school, maar praat daar liever niet over, want anders zouden de anderen
kunnen denken dat hij een angsthaas is, ofwel een homo. Dat is in zijn wereld de
ergst mogelijke verdenking.
'Dennis
en ik gingen naar de zandboten omdat onze ouders dat hadden verboden', heet het
dan ook stoer, in die eerste bladzijden. Zijn beste vriend, Joerie, is met
vakantie en dus moet hij zich met Dennis, zijn tweede keus, zien te vermaken.
Bij de zandboten is het gevaarlijk omdat er junks komen' die er spuiten
achterlaten, waarvan je aids kunt krijgen. 'En aids was erger dan kanker, dat
had Joeries moeder gezegd. Voor je tot twintig kan tellen viel je dood op de
grond neer.'
Bart hoort niet meer bij de kleintjes, maar ook nog net niet bij de groten. De
hormonen beginnen al enigszins op te spelen, de meisjes beginnen te lonken, maar
het is nog niet duidelijk hoe hij met al die rare gevoelens in het reine moet
komen. En ook niet hoe hij eigenlijk met zijn vrienden om moet gaan, die hij
nodig heeft, maar die hem ook maar al te vaak ergeren en in de weg zitten.
De ontluikende puberteit met alle wisselende stemmingen van dien weet Wesseling
in de eerste tien, twintig bladzijden nog wel aardig op te roepen. Achter al die
korte, Grunbergachtige zinnetjes, waarin het onbeduidende leven van alledag
beschreven wordt, gaat iets schuil dat ons later geopenbaard zal worden.
Dat
is althans de verwachting die bij de lezer wordt gewekt. Zeker als er kennis
wordt gemaakt met Ron, een dikke Amerikaanse toerist die de jongens binnenroept
in zijn luxe boot om cola te komen drinken, chips te eten en spelletjes te doen.
Al gauw brengen ze hele dagen door bij Ron en zijn veel jongere vriendin –
dagen die worden gevuld met nog veel meer chips en cola, Nintendo en televisie.
De
lezer voelt dat er nu iets beslissends gaat gebeuren. Er zijn verschillende
mogelijkheden. Gaat Bart Dennis verlinken om helemaal in zijn eentje de favoriet
van Ron te kunnen worden? Gaan zijn ouders hem resoluut de verdere omgang
verbieden met dit dubieuze leeghoofd dat alleen aan hamburgers, gebraden worst,
friet, lasagna en seks kan denken? Legt de vriendin het aan met de jongens omdat
zij wel trek heeft in een jong vlees? Of ontpopt Ron zich tot crimineel, tot
kinderpornoliefhebber, tot een soort Dutroux misschien zelfs wel?
Het
eigenaardige van deze roman is dat hij na een veelbelovend begin maar blijft
voortkabbelen en zich tot het eind toe blijft verliezen in ditjes en datjes. Er
gebeurt welbeschouwd niets dat het vermelden waard is. Er is wel een soort
intrige, maar die is zo iel en zo weinig substantieel dat de ontknoping geen
enkele indruk maakt.
Wij volgen dus vooral Bart op zijn vage puberpad. Ruzietjes met vrienden,
pesterijen op school, een knokpartij, masturbatiescènes, onduidelijke
verliefdheden, cola-overgoten ontmoetingen met Ron, gel1aag over ouders,
onzekerheid over zijn uiterlijk, ook al verzekert een klasgenoot hem dat zijn
'huidige look echt wel wreed was' , getob over een vermeende groeiachterstand,
bespiegelingen over meisjes, die 'de neiging' zouden hebben 'een vrij humorloos
bestaan te leiden'. Dit alles wordt verteld in een stijl die geen enkele
eigenheid verraadt. Wesseling schrijft uiterst gewone babbelzinnetjes, zonder
smaak of kraak.
De vraag rijst wat hem ertoe mag hebben gebracht om de alledaagse avonturen van
de jonge Bart in deze al1edaagse taal aan de openbaarheid prijs te geven. Omdat
hij die avonturen zelf heeft beleefd en meent dat al1es wat echt is gebeurd
vanzelf al de moeite waard is?
Met Bart komt het, voor wie daar nog in geïnteresseerd is, helemaal goed in De
Favoriet. Na een paar moeizame en onzekere jaren neemt hij op zijn veertiende
een wijs besluit. Hij gaat zich, gesterkt door de aanwijzingen van Ron, veel
minder aantrekken van de praatjes van anderen. Voortaan staat hij zijn eigen
mannetje. 'Ik denk dat ik het gewoon zat was', stelt hij ferm vast. ' Al die
schijtzooi over seks, en dat je een nul was als je geen wijf kon scoren.'
Gelukkig weet Bart zelf op het laatste nippertje nog wel een wijf te scoren op
een schoolfeest. Zo komt onomstotelijk vast te staan dat hij geen homo is. Dat
is ongetwijfeld een pak van zijn hart.