Start Omhoog

Germaine Greer – Zondig & zedig

Kijken als een oude viezerik

Door Xandra Schutte, in: VN 25 oktober 2003

Germaine Greer, 'De jongen' , (vertaling Auke Leistra en Atty Mensinga), 256 p.,32,50 (pb), € 45,(geb), Meulenhof.

Germaine Greer heeft elke nieuwe gebeurtenis in haar leven gepolitiseerd. Met verve, dat geven vriend en vijand toe. En nu de nieuwste fase belangstelling voor jongens betreft, brengt ze een vurig loflied uit op de jongeling. Overtuigt de schrijfster?

Björn Andresen is boos. Boos op Germaine Greer. Nu is het niet ongebruikelijk dat de feministische diva enige rimpeling veroorzaakt, maar Björn Andresen heeft een reden: hij staat bijna levensgroot geportretteerd op haar nieuwste boek en zij heeft hem niet om toestemming gevraagd. Hij is zogezegd het slachtoffer van koffietafelerotiek.

Op het overdadig uitgegeven kunstboek (met meer dan tweehonderd kleurenreproducties!) staat hij afgebeeld in zijn rol als Tadzio, de beeldschone jongeling uit Luchino Visconti's verfilming van Doodjn Venetjë. Hij was vijftien toen hij de blonde, angelieke jongen speelde; inmiddels is hij acht en veertig en weet hij wat de uitdrukking 'tais-toi et sois beau' inhoudt. Er werd van hem verwacht dat hij mooi was, meer niet - en hij was zo mooi dat het zijn hele verdere leven heeft verpest. 'I felt like an exotic animal in a cage,' vertrouwt hij zijn interviewer toe.

Dat de journalist van de Engelse kwaliteitskrant The Guardian uitrukt naar Stockholm om de vergeten Andresen op te sporen en hem te confronteren met Greers boek is veelbetekenend. Alles wat Germaine Greer publiceert, zorgt voor commotie; alles wat zij beweert, maakt een wereldtournee.

Niet voor het eerst waren een paar welgemikte opmerkingen haar boek vooruitgesneld, opdat iedereen wist: het komt eraan, de nieuwste provocatie van 's werelds meest provocerende feministe. Het gaat kortweg The Boy heten en het zingt de lof van het aanbiddelijke tussenwezen tussen kind en man. 'I'll be called paedophile after this,' liet ze losjes aan de Daily Expresseten, een paar maanden voor publicatie. Aan de Canadese tv vertelde ze terloops dat ze jongens boven mannen verkoos omdat 'hun 'sperma stroomt als kraanwater'. En zo was er opwinding nog vóór iemand een letter had kunnen lezen.

Nu is het er, The Boy, en het valt tegen. Het boek ziet er prachtig uit, dat wel, vol plaatjes van aanminnige Jongens: van Griekse Apollo's tot renaissancistische cupido's en Sint Sebastiaans tot barokke Endymions. Maar het begeleidende essay van Greer is droog en nogal warrig; het is een leeggegooide schoenendoos van kunsthistorische en mythologische weetjes; het mist diepgang; en, dat is misschien het meest teleurstellende, het is nauwelijks uitdagend.

De inhoud van haarboek is in drie zinnen samen te vatten. Een: anders dan veel mensen denken, bestáát mannelijke schoonheid, zij het kortstondig. in de tijd dat mannen jongens zijn, en oud genoeg om seksueel geprikkeld te kunnen worden, maar nog niet zo oud dat ze zich moeten scheren. Twee: tot de negentiende eeuw bepaalden jongens ons idee van schoonheld en niet het vrouwelijk lichaam, kijk maar naar de kunst. Drie: het is een misvatting om te denken dat vrouwen, jonge en oude, geen erotische belangstelling hebben voor jongens. De bewijsvoering voor haar stellingen bestaat uit een tamelijk oeverloze beschrijving van beelden en schilderijen; analytisch is ze vrijwel niet. Bovendien valt haar te verwijten dat ze over haar eigen tijd, waarin toch veel is nagedacht over vrouwelijke erotiek en 'de vrouwelijke blik', waarin mooie jongens alom tegenwoordig zijn en mannen eeuwig jongens willen zijn, dat ze over haar eigen tijd bijna niks zinnigs zegt.

Maar hoe weinig overtuigend haar tekst ook is, Greer heeft weer een nieuwe verschijningsvorm aan haar rijk geschakeerde persoonlijkheid toegevoegd: die van middelbare pederaste. Als je, net als zij in The Boy uitvoerigdoet, bij de klassieke mythologie te rade gaat, dan valt zij te typeren als een hedendaagse Proteus, de lagere zeegod die van Poseidon het vermogen heeft gekregen telkens een andere gedaante aan te nemen.

In de jaren zestig was zij een feministische pin-up die over Het Grote Neuken praatte alsof ze het over afwassen of stofzuigen had. Nog geen vijftien jaar later ontpopte ze zich als een met boerinnen dwepende antropologe die opriep tot kuisheid en de coïtus interruptus. Van profeet van de seksuele revolutie was ze pleitbezorgster van de seksuele onthouding en het celibaat geworden. Een jaar of zes daarna manifesteerde ze zich als een bezadigde oude vrijster in wijde wollen jurk, die nooit iets zegenrijkers overkomen was dan de overgang. Ze was tegelijk straatmeid met vlijmscherpe tong en erudiete academica met leesbril. Was intellectueel én sexy, voor vrouwen lang een ongebruikelijke combinatie. Welke metamorfose zich ook had voltrokken - Germaine Greer was altijd larger-than-life.

Ze werd op 29 januari 1939 geboren in Melbourne. Na haar schooltijd bij de nonnen barstte ze los aan de universiteit. Germaniac Queer was haar bijnaam. Er werd over haar gefluisterd dat ze uit principe geen onderbroek droeg en met mannen sliep, terwijl het toen al als onzedelijk werd beschouwd als je ze alleen voor de thee uitnodigde. Ze ging naar Engeland, promoveerde in Cambridge op Shakespeare, onder andere op The Taming of the Shrew.

In het Londen van de jaren zestig groeide ze uit tot de ongekroonde koningin van de seksuele avant-garde. Overdag gaf ze college aan de Warwick University, 's nachts lag ze met rocksterren in bed. Provocatrice was ze toen al van professie. Als alternatieve armband droeg ze de ringen van oude pessaria om haar pols. Ze werd redacteur van pornografische undergroundblaadjes als Oz en Suck ('the First European Sexpaper'), waarin ze niet alleen schreef ('Lady Lover Your Cunt'), maar ook letterlijk met de billen bloot ging.

En toen was er in 1970 The Female Eunuch, het schotschrift dat haar wereldberoemd maakte. In Germaine Greer, Untamed Shrew, de biografie die de journaliste Christine Wallace een paar jaar geleden over haar publiceerde, vertellen vrouwen hoe er begin jaren zeventig geruzied werd over Greer op verjaardagsfeestjes, hoe er exemplaren van het boek naar de hoofden van niets vermoedende echtgenoten werden gesmeten, en hoe een vrouw de feministische verhandeling in bruin pakpapier had gewikkeld en tussen haar schoenen had verborgen, omdat ze het van haar man niet mocht lezen. Voor veel vrouwen uit die tijd was er een leven 'voor' en 'na' Greer.

Het boek, en Greer zelf, leerde hen lak te hebben aan de conventies en het leven in eigen hand te nemen. The Female Eunuch werd binnen de kortste keren in dertien talen vertaald; er zijn meer dan een miljoen exemplaren van over de toonbank gegaan.

Greer maakte van de twee revoluties die toen smeulden, de seksuele en de feministische, een explosieve cocktail. Voor vrouwen was het pamflet aantrekkelijk omdat zij de seksuele onderdrukking van vrouwen aanklaagde, een onderdrukking die de vrouwelijke castraat volgens haar afsneed van haar vitaliteit. Op mannen oefende ze aantrekkingskracht uit omdat ze een feministe was die nu eens niet van mannenhaat beticht kon worden. Zoals Life in een groot portret over haar concludeerde, was ze een 'saucy feminist that even men like'.

Veel van de ideeën uit The Female Eunuch kunnen net als Greers Afghaanse jassen en strakke gebreide truitjes uit die dagen worden bijgezet in het hippiemuseum. Maar het boek is, met Greers wilde uithalen en woeste oneliners, nog steeds bepaald 'onnet' - en dat is sympathiek.

Tot veIer verwondering maakte Greer veertien jaar later een draai van honderdtachtig graden. In Sex and Destiny, The Politics of Human Fertility nam ze afstand van het onbekommerde, blije vrijen dat ze eerder propageerde. De ontkoppeling van seks en voortplanting had slecht voor vrouwen uitgepakt, anticonceptie was een aanslag op de vrouwelijke vruchtbaarheid, vandaar dat ze het beste van seks konden afzien. Als ze toch zo nodig moesten, dan konden ze het beste een Toscaanse minnaar al nemen, want die weten als geen ander hoe je voor het zingen de kerk uit moet. Beweerde Greer in The Female Eunuch nog dat huwelijk en moeder schap een valkuil waren, sinds Sex and Destiny is moederliefde bij haar de hoogste vorm van liefde. En dan vooral die van matriarchale boerinen en derdewereldvrouwen.

In de twee boeken die Greer in de jaren negentig schreef, borduurde ze hierop voort. De boodschap van The Change. Women, Ageing and the Menopause (1991) was van een weemakende zoetheid: de overgang had haar eindelijk verlost van de 'witte slavernij van het aantrekkelijk zijn'.

'Zelfs het opkomen van rozen vind ik meer opwindend dan een man', stelde ze onthecht. De rijpe Greer, zo veel was duidelijk, had weinig meer weg van de hogepriesteres van de seksuele revolutie.

In The Whole Woman (1999) was ze zelfs regelrecht een conservatief geworden, met haar stellingname tegen abortus, haar identificatie van zo ongeveer alle seks met de vreugdeloze seksindustrie, haar kritiek op cosmetische chirurgie, en haar ode aan 'echte', puur natuurlijke oervrouwelijkheid.

En nu is er dus The Boy, waarin Greer opnieuw de aandacht opeist voor een actieve vrouwelijke seksualiteit en waarin ze een nieuw taboe wil doorbreken, namelijk dat de oudere vrouw best begeerte voelt. Van tegenstandster van pornografie is ze zelf een voyeur geworden, die her en der lichtelijk vergoelijkend over pedofilie doet. Het lijkt, kortom, of Greer andermaal flink overstag is gegaan.

Want hoe overdreven ook, er zit een kern van waarheid in de klacht van Björn Andresen: hij is evenals al die andere jongens in TheBoy zoals het chic heet, 'geobjectiveerd', louter als lustobject neergezet. En dat door een beroemde feministe die zou moeten weten wat het betekent om als een vlinder vastgeprikt te worden door de blik van de ander.

Stel dat een middelbare mannelijke academicus eenzelfde koffietafelboek van meisjes had gemaakt en even ferm zijn recht had opgeëist van hen te mogen genieten. Dat hij, net als Greer, onomwonden had beweerd dat er geen betere leerschool der liefde is dan de inwijding van een jong meisje door een oude man: dan was hij toch snel voor een oude viezerik uitgemaakt.

Er is Germaine Greer vaker inconsistentie verweten en even vaak heeft ze dat hartgrondig ontkend. En daar zit ook wel wat in.Haar denkbeelden mogen dan veel weg hebben van een laverende zeilboot, haar methode is al meer dan dertig jaar identiek. Het persoonlijke is voor haar altijd politiek geweest, elke nieuwe levensfase, elke belangrijke gebeurtenis in haar leven heeft ze gepolitiseerd. Allereerst haar eigen seksuele losbandigheid, daarna haar eigen teleurstelling over wat de bevrijding van de jaren zestig had gebracht, vervolgens haar menopauze en het ouder worden. Het loflied op de Toscaanse minnaar hief ze aan toen ze zelf een buitenhuis in Toscane had. The Boy verscheen een paar jaar nadat ze inde pers de confessie had gedaan dat ze een jonge minnaar had ('een jongen', al moet dat waarschijnlijk niet te letterlijk worden genomen).

Bij die identieke methode hoort haar innige verstrengeling met de media. De politisering vanhet persoonlijke past wonderlijk goed bij de toenemende personalisering van het nieuws. Zeker op de televisie, maar ook in de pers gaat he tsteeds meer om personen dan ideeën, althans: ideeën zijn vooral verteerbaar als ze door flamboyante personen worden gedragen. Greer is zich ervan bewust dat de media net zo graag geschokt willen worden als zij wil schokken. Ze weet dat haar sweeping statements in vruchtbare aarde vallen.

Misschien kan in het geval van Greer zelfs worden gezegd dat het persoonlijke het politieke hoe dan ook overschaduwt. Het leven dat zij voorleeft in de openbaarheid is misschien bevrijdender dan haar vermakelijke maar vaak chaotische boeken. In There's Something about a Convent Girl, een verzamelbundel met verhalen van beroemde vrouwen die door de nonnen zijn opgevoed, haalt Greer een aardige anekdote op. Ze vertelt hoe een non haar na een standje voorhoudt dat ze in het leven de keuze heeft een heilige te worden of een grote zondaar. Tijdens die preek ging er maar één gedachte door Greers hoofd; 'Grote zondaar, grote zondaar!' Als het zondig is om eigengereid en ongrijpbaar te zijn, om koppig je eigen leven te leiden, om je onbeschaamde ideeën niet zedig in te slikken, dan is Greer tot dusverre een voorbeeldige zondaar geweest.

Start Omhoog