HP - De Tijd, 27 oktober 2003
"Jongens zijn maar heel korte tijd jongens. Ze moeten oud genoeg zijn om seksueel geprikkeld te kunnen worden, maar nog niet zo oud dat ze zich al moeten scheren. Die mooie tijd is in een vloek en een zucht voorbij, en dan staan er ook nog eens wetten in de weg om ervan te genieten. De man is mooi wanneer zijn wangen nog glad zijn, zijn lichaam onbehaard, zijn hoofd bedekt met een weelderige haardos, zijn blik helder, zijn houding beschroomd en zijn buik plat."
In De jongen verzet Germaine Greer zich tegen de overheersende rol van de vrouwelijke schoonheid in de kunst en de media van de afgelopen jaren. In de eeuwen daarvoor was het juist de man, en dan met name de opgroeiende jongen, die het schoonheidsideaal bepaalde. Aan de hand van meer dan tweehonderd bekende en onbekende foto's, beelden en schilderijen illustreert Greer de rollen die jongens spelen in de westerse beeldcultuur, zoals de spelende jongen, de dienende jongen, de vechtende jongen, de jongen als engel en als verleider.
Germaine Greer doorbreekt met haar baanbrekende studie het taboe op de seksuele aantrekkelijkheid van jonge jongens.
Germaine Greer (1939) studeerde Engelse literatuur in Melbourne en kwam in de jaren zestig naar Engeland. Daar ontwikkelde ze zich tot een geducht criticus en essayist. Ze schreef studies over vrouwelijke schilders en over liefde en huwelijk bij Shakespeare, en kreeg wereldwijde bekendheid met haar boek De vrouw als eunuch, dat nog altijd een van de best verkochte boeken van na de oorlog is.