door Maaike Homan
Trouw, 5 mei 2004
Een homoleraar voor een klas met allochtone leerlingen: dat is al niet eenvoudig. Maar als de mededocenten ook nog lastig worden...
Over
Mijn meester is een homo,
door Peter van Maaren, uitgeverij SWP, 16 euro.
Achttien jaar geleden begon Peter van Maaren (47) met lesgeven op een mbo-school in Amsterdam. Nu zit hij al vijf jaar thuis door een burn-out en anorexia. Hoewel een boek schrijven over zijn leven als homoseksuele docent niet als therapie bedoeld was, lucht het op. Terug naar het onderwijs wil Van Maaren niet. Binnenkort begint hij aan zijn nieuwe baan als voorlichter van het COC, de vereniging tot integratie van homoseksuelen.
Het zijn niet de hatelijke opmerkingen van vooral allochtone leerlingen, die hem op de das om deden. Zelfs de woorden 'Jij bent een homo en daarom moet jij dood door het zwaard' niet. De pistool tegen zijn hoofd, het mes op zijn borst braken hem niet op.
,,Het is de arrogantie van mijn collega's, die mij dertien jaar lang als anders hebben behandeld en mij nooit een compliment gaven. Bij hun draaide alles om mijn homoseksualiteit en dan stort je in'', zegt Van Maaren.
De voormalig docent maatschappijleer, Nederlands en koken, wil graag zijn verhaal kwijt. Hij is gefrustreerd en voert een persoonlijke strijd tegen de discriminatie van homoseksuele docenten.
,,Mijn boek is bedoeld als steun voor andere homodocenten en als eye-opener voor heteroseksuelen en hun absurditeit. Leerlingen kunnen het ook lezen. Als er maar over het onderwerp wordt gepraat,'' zegt Van Maaren.
Zijn school veranderde in dertien jaar van 'wit' naar 'zwart'. Met als bijkomend probleem, zoals Van Maaren zegt, de homohaat van moslimleerlingen. Vooral degenen van Turkse en Marokkaanse afkomst hadden volgens hem snel door dat hij een ibne, homo, is. ,
,Zij komen uit een cultuur waarbij mannen veel en intensief met elkaar omgaan'', verklaart hij.
Van Maaren besloot om zo open mogelijk te zijn over zijn seksuele voorkeur, al viel dat in eerste instantie niet in goede aarde bij de directie. De adjunct-directeur zei:
,,Je openheid over je geaardheid wordt niet gewaardeerd. Enkele collega's hebben aan je lokaaldeur geluisterd om te controleren of je je geaardheid ook in de les aan de orde laat komen.''
Van Maaren:
,,Erover praten hielp juist. Openheid, anders maken ze je af. Je kunt wel, zoals veel mensen doen, roepen over normen en waarden, maar dan moet je mensen ook aanspreken op hun gedrag. Ik wilde als mens voor de klas staan, niet als homo. Leer jongeren respect hebben voor anderen, dan merk je dat bijvoorbeeld de moskee uiteindelijk niet zoveel macht heeft. Op die manier zien leerlingen ook wel de betrekkelijkheid van boeken zoals die in een Amsterdamse moskee worden verkocht, die oproepen om 'sodomieten van een gebouw af te gooien'.''
Collega's waren volgens hem degenen die stempels drukten.
,,Op schoolreis naar Duitsland en Turkije moest ik maar bij de vrouwen slapen. Hetero's maken je duidelijk dat je anders bent, omdat zij constant hun seksuele voorkeur benadrukken.''
Van Maaren beschrijft in zijn boek genoeg voorbeelden van pesterijen van mededocenten. Een buikvirus, opgelopen tijdens een vakantie, was voor zijn collega's aanleiding om hem te attenderen op aids.
,,Een homo die ziek is, heeft aids. Wat zijn dat voor denkbeelden?'', zegt Van Maaren.
Het zette hem, op te maken uit zijn boek, aan tot provocatie. Een van zijn verhalen gaat over een roddel die hij een collega vertelde om diens betrouwbaarheid te testen. Van Maaren vertelt hem over een bezoek bij de directeur thuis. Samengevat lokt de directeur een wilde vrijpartij uit in de keuken. De volgende dag heeft de collega de hele school al op de hoogte gesteld.
Van Maaren beschouwt de passage als pure illustratie.
,,Ik zet hiermee sfeer neer. Dat doe ik ook als ik vertel dat één keer letterlijk het zweet van angst langs mijn bilnaad liep. De directeur was trouwens niet boos. Grapjes werden vaak gewaardeerd op school.''
Achteraf had Van Maaren graag willen weten dat je volgens de onderwijsinspectie recht hebt op openheid over je seksualiteit.
,,Dan had ik actie kunnen ondernemen tegen mijn collega's,'' zegt hij. De voormalig docent wil graag kwijt dat, nu het steeds beter met hem gaat, goede herinneringen de boventoon voeren. ,,Toen ik mijn boek schreef was ik heel kwaad'', zegt hij.
Van Maaren legt in zijn boek sterk de nadruk op zijn seksualiteit; zoekt hij daarmee ook niet de weerstand op? De voormalig docent blijft bij zijn standpunt, getuige zijn tips voor andere homoseksuele docenten. Van Maaren:
,,Wees open over je homoseksualiteit. Zorg vooral dat de directie achter je staat en informeer je collega's. Zij moeten je ook niet afvallen tegenover leerlingen. Homodiscriminatie is bij wet verboden in dit land en al lijken Nederlanders tolerant, we zijn er nog lang niet.''