Citaten uit
Mustafa: acht en al achter slot en grendel
ROB HIRDES, De Stentor
16 februari 2006
Een uur in de week mag Mustafa bezoek hebben.
Vrijdags tussen kwart over een en kwart over twee. En vooral geen minuut langer.
Bovendien moet hij die tevoren hebben aangemeld, compleet met antecedenten.
Het regime is sober en de controle streng. Niets mag mee naar binnen; geen jas,
geen agenda, geen presentjes en ook de portemonnee moet worden afgegeven. Want
stel je voor dat je Mustafa en zijn zus iets zou toestoppen.
De ontmoeting heeft plaats onder het toeziend oog en het luisterend oor van
bewakers met allerlei strenge regels, zoals elkaar niet aanraken, behalve bij
het begroeten en ook roken en tussentijds naar het toilet gaan, zijn niet
toegestaan.
Schuchter stapt Mustafa de bezoekruimte in, zijn ogen naar de grond gericht.
Waar is zijn bravoure gebleven waar hij zo bekend om stond in het
asielzoekerscentrum in Wapenveld en op de azc-school De Klimboom?
Na vijf minuten naast zusje Fanta aan het tafeltje met formicablad te hebben
gezeten, sloft hij weg. Doelloos. Onrustig en met gebogen schouders loopt hij
maar wat rond. Het lijkt alsof alles hem ontgaat.
Fanta vertelt intussen hoe het hen vergaat, ten prooi gevallen aan de dagelijkse
verveling.
[...]
Fatsoenlijk onderwijs voor de leergierige Mustafa ontbreekt. Een paar maanden
geleden schreef hij zijn oud-schoolhoofd Carel van de Giessen al een noodkreet:
’Meester, het gaat niet goed met me...’ [*]
[* Bob Hirdes, De Stentor, 8 december 2005:
[...] "Ik verveel me hier. Ik ga niet naar school en ook niet naar
voetbal. Hier mag ik bijna niks doen. Ik mag ook niet buiten spelen...
[...] "Ik mis mijn broer en zus heel erg. Ze zijn nog niet gevonden. [**]
Ik mis jullie ook. Dikke kus voor jullie en ik heb een tekening voor jullie
gemaakt..."
[** Deze konden ontsnappen toen op 7 juli 2005 de IND met twaalf agenten plotseling het hele
gezin ophaalde]
[...] Al het materiaal waarmee hij kon knutselen, tekenen, knippen en
plakken mist. En zelfs de meegegeven snoepjes ontbreken.
[...] [Het uitzendcentrum:] "Meneer, ik doe ook alleen maar wat mij van
hogerhand wordt opgedragen."
Tranen
[...] Fanta [...]: ‘Ik word hier echt helemaal gek. Waar heb ik dit aan verdiend? Ik
ben toch geen crimineel. Je gaat hier kapot. Kijk naar mijn broertje, kijk naar
mijn moeder...’
Vijf jaar zijn ze nu in Nederland, gevlucht eerst vanuit het door rebellen en
regeringsmilities geregeerde Liberia [...] Ze zijn uitgeprocedeerd en moeten
Nederland [...] verlaten. [...]
[...] Het gemis van twee van haar kinderen breekt moeder Miriam op.
Apatisch staart ze de hele dag uit het getraliede raam van haar cel tegen een
grijs betonnen muur aan. Haar vurige wens is in elk geval iets van hen te
vernemen.
[...]
‘Geklinkerd’
De advocaat van de Kaba’s verwacht dat de familie uiteindelijk wordt
‘geklinkerd’ om maar eens een IND-term te gebruiken; gewoon op straat gezet
dus.
Fanta [...]: ‘[...] Zes dagen per week
worden er aardappels met groente geserveerd. Terwijl hier hoofdzakelijk mensen
verblijven die rijst als hoofdvoedsel hebben.’
En Mustafa? Hij staat met zijn rug toegekeerd in een hoek van de bezoekruimte.
Hij heeft al zo vaak afscheid moeten nemen...