Citaten uitZaak-Pasic tekent VerdonkVreemdelingendienst moet zich richten naar de rechterUlli d'Oliveira, de Volkskrant, Forum, Opinie, 4 april 2006 (pagina 13) In de zaak van de Kosovaarse scholiere Taïda Pasic heeft minister Verdonk de Grondwet, geschonden, constateert Ulli d'Oliveira. Minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie heeft zich opgeworpen als lijsttrekker van haar partij. 'Duidelijkheid, daadkracht en nakomen van afspraken' is haar motto. Daadkracht kan haar niet worden ontzegd, maar aan beide andere talenten schort het regelmatig. In de vete die ze heeft ontwikkeld met de Kosovaars/Winterswijkse scholiere Taïda Pasic gaat zij het perk van de democratische afspraken ver te buiten. Ik doel hier op de scheiding van de machten. Zij trekt zich in deze zaak niets aan van een rechterlijke uitspraak die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Het gaat hier om een politiek halsmisdrijf. Wat is er aan de hand? Taïda Pasic heeft de minister gevraagd om hier haar eindexamen vwo te mogen doen, en dat verzoek heeft de minister begin van dit jaar afgewezen. Daartegen heeft het meisje bezwaar aangetekend. [...] De Amsterdamse voorzieningenrechter besliste op 3 februari. Hij vond het besluit van minister Verdonk op een aantal punten onzorgvuldig en wees het verzoek, zoals hierboven weergegeven, toe. [...] De minister kon dit succesje niet velen en begon een publiciteitsoffensief met het doel het meisje zwart te maken en te beschuldigen van fraude. Daadkracht! Bovendien nam zij op 28 februari een verbeterde beschikking op het bezwaarschrift, nu haar oorspronkelijke afwijzing in de ogen van de rechter geen genade had kunnen vinden. En nu komt het halsmisdrijf: in deze nieuwe afwijzende beschikking onderricht zij Pasic dat deze het land binnen 28 dagen moet verlaten. Ze mag wel in beroep gaan bij de rechter, maar mag van de minister dat beroep niet in Nederland afwachten. En dat is nu net in strijd met de toegewezen voorlopige voorziening die de scholiere van de Amsterdamse voorzieningenrechter had gekregen. Zelfs al zou de minister vinden dat de rechter de plank had misgeslagen, het is niet aan een van de procespartijen om op eigen houtje en eigenmachtig daarnaar te handelen. [...] De eindexamenscholiere had nu twee tegenstrijdige documenten in handen: een van de rechter die haar in Nederland hield tot in laatste instantie zou zijn beslist, en een van de minister die haar opdroeg binnen een maand de plaat te poetsen. Een tegenstrijdigheid die is ontstaan doordat de minister een rechterlijke uitspraak aan haar laars lapt. In andere landen zou dat als contempt of court zijn beoordeeld met alle straffen die daar bij horen. [...] Legt de minister willens en wetens een rechterlijke uitspraak naast zich neer (daadkracht!), dan komt ze in de buurt van een ambtsmisdrijf ( zie art.355 Wetboek van Strafrecht). De minister heeft een beschikking genomen 'wetende dat daardoor de Grondwet wordt geschonden.' Dat wil zeggen de constitutionele verhoudingen tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht. Ze moet de wet op de ministeriële verantwoordelijkheid maar op haar nachtkastje leggen. En in elk geval is haar politieke verantwoordelijkheid in het geding. Zij is in deze zaak elementair uit de bocht gevlogen, en dus ongeschikt voor het ministerschap. [...]
|