Citaten uit

Drie jaar cel voor dader Schiphol-brand

Trouw, 16 juni 2007

De rechtbank in Haarlem heeft de 25-jarige verdachte van de Schipholbrand, de Libiër Ahmed al-J., veroordeeld tot drie jaar celstraf.

Het Openbaar Ministerie (OM) had vijf jaar gevangenisstraf geëist.

[...]

De Libiër heeft, liggend op zijn bed, een sigarettenpeuk weggeschoten zonder te controleren of die uit was, stelt de rechtbank. Volgens haar is die peuk terechtgekomen op een verfrommeld laken aan het voeteneinde, waar ook een deels afgerolde rol wc-papier lag.

Voor de rechtbank is het duidelijk dat er een verband bestaat tussen de handelingen van Al-J. en de dood van elf medegedetineerden. De man heeft weliswaar niet de vooropgezette bedoeling gehad om brand te veroorzaken, maar hij heeft „welbewust het risico aanvaard”.

De rechtbank houdt Al-J. verantwoordelijk voor de sterfgevallen. Dat er bouwkundige gebreken waren en het bewakingspersoneel slecht getraind was, doet daar niet aan af. De rechtbank heeft met deze factoren in de straf wel rekening gehouden en drie in plaats van de geëiste vijf jaar gevangenisstraf opgelegd.

Advocaat Eduard Damman van Al-J. noemt de uitspraak „een hard gelag”. Zijn cliënt heeft nooit de bedoeling gehad vuur te maken en heeft zeker niet het risico aanvaard dat daardoor slachtoffers zouden vallen. De rechtbank vindt daarentegen dat het te voorzien valt dat, als er brand is in een gebouw waar mensen zijn opgesloten, daarbij doden kunnen vallen.

[...]

De Libiër erkent dat hij zijn sigarettenpeuk heeft weggeschoten, maar zonder te beseffen dat deze nog brandde.

Het OM is tevreden met de uitspraak, zei persofficier Maarten Vos.