Citaten uitRegistritis geeft totalitaire trekjes aan het optreden van de overheidMaarten Huygen, NRC Handelsblad 14 juli 2007; rubriek: De reizende commentator Vaak maakt hulpverlening een probleem alleen maar erger, las Maarten Huygen in de dossiers van de ombudsman. [... ...] De rapporten van de Ombudsman over de jeugdzorg zijn nuttig lesmateriaal nu dwang en bemoeizorg modewoorden zijn geworden voor de aanpak van onwillige ouders en kindertjes. De resultaten van wat er tot nu toe is ondernomen, stemmen bescheiden over wat de overheid vermag. Dat de jeugdzorg gebreken heeft, is bekend. Maar slechte jeugdzorg is niet het obstakel tot de heilstaat. Het heilstaatideaal zelf is gevaarlijk. Het geeft ruimte aan mensen die - zoals die Limburgse hulpverlener - hun eigen ideologie willen opleggen aan anderen. Zon samenleving krijgt totalitaire trekjes. De rapporten van de Ombudsman laten zien in wat voor knopen ouders en kinderen verstrikt raken. Een poel van ellende waar een dienstdoend ambtenaar niet licht een einde aan maakt. [... ...] Deze moeilijkheden worden niet verholpen door in het wilde weg te gaan registreren. Minister Rouvoet van Jeugd en Gezin wil dat de consultatiebureaus zuigelingen in een centrale databank zetten met de mogelijke gezinsproblemen. Om wat te doen? De 50.000 zware gevallen worden nog niet eens goed aangepakt, laat staan dat 3,8 miljoen kinderen aan bod kunnen komen. De behoefte aan registratie lijkt omgekeerd evenredig aan het vermogen om effectief op te treden. Alle overheidsbranches lijden aan de registritis. Een kind kan nog zoveel lijden maar als aan de protocollen en rapportagevereisten is voldaan, valt de overheid niets te verwijten. Hulpverleners hebben steeds minder tijd voor zorg, omdat ze in beslag genomen worden door procedures die hun directie vrijwaren van aansprakelijkheid voor wat hun cliënten overkomt. Dat de techniek van de databanken vooruit is gegaan, betekent niet dat de inhoud daarvan is verbeterd. Pauline Saltet, provinciaal beleidsmedewerker zorg, kent uit eigen ervaring de gevolgen van een foute registratie. Haar zoon werd achtervolgd door dossiers die onderwijzers samengesteld hebben en waarin de vorderingen van een kind op de basisschool kunnen worden geregistreerd. Er kan van alles in zon dossier staan. Een eerste verkeerde impressie kan een eigen leven leiden en kritiekloos worden overgenomen door volgende leerkrachten die het te druk hebben om alles bij te stellen. Het kostte Saltet veel strijd om verkeerde notities over haar zoon (vmbo-niveau ondanks goede leerresultaten) uit het rapport te krijgen. Dat zij het aanvocht, was op zich al verdacht in de ogen van de leerkrachten (dat doen goed opgeleide ouders altijd). Slecht opgeleide ouders die van verwaarlozing worden beschuldigd en zich onhandiger verweren, worden nog sceptischer aangekeken. Als oplossing gaan beleidsmakers de vragen en antwoorden standaardiseren volgens een wetenschappelijk verantwoorde methode. Maar ook daar kleven bezwaren aan, weet Saltet uit eigen professionele ervaring. Een kundig hulpverlener die al snel ziet wat er aan de hand is, vindt haar diagnose niet terug in de lijst voorgefabriceerde vragen. Allemaal tijdverlies. En dan is in de Wet op de jeugdzorg de definitie van kindermishandeling ook nog verruimd. Die beperkt zich niet alleen tot fysiek geweld, dat vaak met goed forensisch onderzoek valt te bewijzen, maar strekt zich ook uit over de vage categorie verwaarlozing. Over wat dat laatste is, verschillen de meningen. Nederlanders sturen hun kinderen vroeg naar bed, veel andere volkeren niet. Is dat dan verwaarlozing? Voor de overheid geldt het medische beginsel primum non nocere. Maak het niet nog erger dan het is. Pak de zwaarste gevallen aan, maar wees terughoudend met de lichte. Burgers zijn mensen en dus gebrekkig. Dat geldt ook voor hulpverleners die de gebreken moeten verhelpen. Die maken net zo goed fouten en weten het vaak ook niet. |