Citaten uitGeert en Rita gaan voor in de opstand van het individuHans Goslinga, column, Trouw 8 maart 2008 Onder invloed van oud-leider Bolkestein maakte de VVD-fractie vier jaar geleden de tolerantie als belangrijk liberaal principe ondergeschikt aan het recht van het individu op zelfbeschikking. [...] Deze schijnbaar kleine verschuiving heeft ingrijpende politieke gevolgen gehad: diepe verdeeldheid in de VVD, een langdurige leiderschapscrisis, de val van het tweede kabinet-Balkenende en een uittocht uit het liberale huis van achtereenvolgens Geert Wilders, Hirsi Ali en Rita Verdonk. [...] [... Wilders] kan worden beschouwd als het geradicaliseerde kind van Bolkestein, die als VVD-aanvoerder in de jaren negentig als eerste de beuk zette in een aantal axioma’s van het bestel. De liberaal nam destijds afstand van Rawls (1921-2002), omdat hij meende dat de verzorgingsstaat en de multiculturele samenleving op hun grenzen waren gestuit. Rawls zag de culturele verscheidenheid in de westerse samenlevingen als een uitdaging van de tolerantie. Een liberale overheid moest niet voorschrijven, vond hij, volgens welke waarden wij moeten leven. Waarden behoren tot het domein van het individu, het gezin, de kerk en de cultuur. Bolkestein verklaarde het met die klassieke liberale opvatting eens te zijn, maar voegde eraan toe dat tolerantie ook te ver kan gaan met als gevolg dat zij zichzelf opblaast. De grens ligt daar waar een religie of cultuur strijdig is met de emancipatie van het individu, het recht op zelfbeschikking dat mensen tot zelfstandige en mondige burgers maakt. PvdA-leider Wouter Bos lijkt met zijn onverwachte en vooralsnog onbegrepen oproep tot polarisatie en confrontatie omwille van de emancipatie van de immigrant thans op hetzelfde punt aangekomen als Bolkestein. Als hij maar weet, waar hij aan begint. [...] Wilders is door de politieke dynamiek sinds zijn vertrek uit de VVD het verst geradicaliseerd en pleit nu, bij wijze van overtreffende trap, voor het verscheuren en verbieden van de Koran. Bij hem is, anders dan Bolkestein beoogde, de tolerantie ten opzichte van deze religie niet alleen volledig verdwenen, ook legt hij het recht op individuele zelfbeschikking zo radicaal uit dat hij in zijn optreden alles en iedereen ondergeschikt maakt aan zijn eigen politieke agenda. Zo’n kamikazepolitiek is in Nederland niet eerder vertoond. [...] [Wilders] kan ook worden beschouwd als het geradicaliseerde kind van de individualisering, het andere grote naoorlogse proces in de westerse wereld. In zijn wijze van opereren manifesteert zich het individu als maat aller dingen; ongeremd, narcistich, rechten opeisend, maar in de politieke arena niet bereid tot publieke afweging en verantwoording, de kern van onze democratische cultuur. In dit perspectief is de bovenmatige aandacht voor deze kwestie gerechtvaardigd. Zij is van vergaande betekenis voor de verhouding tussen individu en gemeenschap, die op haar beurt van invloed is op de inrichting van het politieke bestel. Dat bestel, geënt op de verzuilde samenleving van de vorige eeuw, spoort niet goed meer met de sterk geïndividualiseerde samenleving van deze eeuw. Daardoor kunnen politici met een sterk afwijkende, zelfs schokkende manier van optreden, zoals Fortuyn, Verdonk en Wilders, het sluimerende onbehagen daarover gemakkelijk prikkelen en mobiliseren, zeker door hun romantische pose als eenlingen die het opnemen tegen grote en voor ongrijpbaar gehouden machten als de islam, de Europese bureaucratie in Brussel of de gevestigde orde in Den Haag. [...] Het bruskeren van de ongeschreven regels van het bestel behoort tot het arsenaal van uitdagers van de macht, maar het valt in het volksgemoed meer dan voorheen in de juiste groef. [...] |