Citaten uitKnulletjes uit Gouda missen zingevingIntegratie - Minister Ter Horst kan de Marokkaanse gemeenschap beter vergeten: die bestaat nietMohammed Benzakour, NRC Handelsblad 2 oktober 2008 Berbers zijn een kleurrijk, poëtisch volk, maar ook deksels argwanend. Stel ze niet voor als groep, maar straf de raddraaiers en bied hun perspectief, stelt Mohammed Benzakour. [... ... .. ...] Op het eerste gezicht zie ik misselijke kereltjes, rijp voor deportatie met de eerstvolgende vlucht van Royal Air Maroc richting Layoun; brandend Saharazand, dat zal ze mores leren. Maar op het tweede, misschien derde gezicht, zie ik iets anders: getroebleerde knulletjes, hopeloos in de knoop met zichzelf, met de maatschappij, hun ouders, het geloof, de liefde; een schreeuw om aandacht en geborgenheid, om een reden van bestaan. [... ... ...] Samen met minister van Justitie Hirsch Ballin (CDA) en de burgemeesters van Gouda, Amsterdam, Ede, Nijmegen en Utrecht wil minister ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) ideeën uitwisselen over de aanpak. Er wordt gedacht aan regionale politieteams met specialisten en snel opererende praktijkteams. Interessanter is haar oproep aan de Marokkaanse gemeenschap - deze moet jongeren die dreigen te ontsporen tot de orde roepen. Maar kan iemand mij vertellen wie dat zijn, de Marokkaanse gemeenschap?Trouwens, hadden we niet in naam van de Verlichting en Emancipatie afgesproken dat we burgers vooral als individuen en niet als groep gingen beschouwen? Tijd voor een prettige ontnuchtering: de Marokkaanse gemeenschap bestaat niet, heeft nooit bestaan, en zal, als de tekenen ons niet voorliegen, nooit bestaan. Natuurlijk, er is een groep burgers die overeenkomsten vertoont in fysiologische kenmerken, die zijn sporen heeft in Noord-Afrikaanse regio's. Maar verder lijkt Marokko toch vooral op New York: een stukje grond met een duizelingwekkende symfonie van kleuren en klanken. Om te beginnen loopt er een dikke scheidslijn tussen de arabofone Marokkanen en de Berbers - veruit de grootste groep. Binnen de Berbergroep figureren weer de Beni Touzine, Ibdarsen, Ait Wayagher, Ibeqoyen, Ait Buyahyi, de Sousberbers en dan laat ik er nog een stuk of acht onvermeld. Dit zijn stammen, verspreid over het noordelijke gebied (de Rif) en zuidelijkere delen (de Atlas) van Marokko, met een cultuur en een taal die ouder is dan 3000 jaar. Hun talen en rites vertonen een keur aan variëteit en een minimum aan overeenkomsten. Nu kan men stellen dat in elke verscheidenheid een eenheid bestaat,
alleen ligt dat bij Berbers een tikkeltje anders. Dit verklaart ook waarom officiële platforms en overlegorganen, alsmede hun woordvoerders - uitzonderingen daargelaten, zoals Mohamed Rabbae - nooit enige legitimatie, gezag of simpelweg vertrouwen genoten bij hun zogenoemde maar in werkelijkheid fictieve achterban. [...] De Marokkaanse gemeenschap, anders dan de Turkse, is kortom géén gemeenschap; het is los zand; een kruimelige kluit families, bijeengehouden door een toevallig gedeelde geschiedenis, een koning, een God en de Banque Popular. Ter Horst kan die gemeenschap dus beter even vergeten en zich richten op een pragmatische, lik-op-stukaanpak: straffe maatregelen voor concrete gevallen. Wel moeten we af van een misverstand: het idee van ouderlijke medeplichtigheid. De vaders (ooit brave, hardwerkende fabrieksarbeiders) aansprakelijk stellen voor de ontsporing van hun zonen op straffe van onder meer kinderbijslagkorting is een zot en corrupt voorstel die politiek goed scoort maar met het probleem niks van doen heeft. Ik ken deze vaders te goed om te weten dat ze met hun handen in het haar zitten; elk restje patriarchaal gezag of oudercontrole is hun allang ontglipt. Ik ken vaders die smeken - desnoods tegen betaling! - om hun probleemkind met een staatsrechtelijk dwangbevel op te sluiten of, zelfs, heen te sturen naar het kale dorp in Marokko. Wat de minister te doen staat, is de harde kern van raddraaiers lospeuteren uit hun gettomilieu, en ze in een internaat of anderszins opvoedkamp onderwijs en beschaving bij te brengen. Ze zijn jong en kneedbaar, er valt nog eer aan ze te behalen. Wat deze kereltjes ten diepste ontberen is duidelijkheid, structuur, zingeving én aandacht, in een ambiance die ver weg staat van de nihilistische verlokkingen van de straat. Wellicht dat dan rust en liefde in hun harten zal ontbranden, wellicht dat ze dan kunnen terugkeren in een samenleving die hen, hopelijk, weer met open armen zal ontvangen. Het is het proberen waard. |