Citaten uitDie lastige Marokkanen zijn wel ónze jongensEtniciteit vermelden kan helpen om een probleem op te lossen. Maar pas op voor stigmatiseren.Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis, Universiteit Leiden, Incidenten in Amsterdam, Ede en Gouda waarbij jongeren met een Marokkaanse achtergrond betrokken waren, halen de voorpagina’s. De vraag doet zich hierbij voor of het nuttig en wenselijk is om in de berichtgeving die etnische achtergrond te vermelden. Aan de ene kant verklaarde Geert Wilders dat zich misdragende Marokkanen het land uitgezet moeten worden. Daartegenover staat de burgemeester van Gouda die zich ergert aan de ’mediahype’ en verontwaardiging over de bedreiging van buschauffeurs in Gouda-Oost. Hij stelt dat het incident uit zijn context is gerukt en de stigmatisering van Marokkanen als groep bevordert. [... ...] Cohen had het over „veel van onze Marokkaanse jongens die dit doen”, en „het gaat alle perken te buiten”. [...] Cohen heeft het niet over ’Marokkanen’, maar over ’onze Marokkaanse jongens’, waarbij hij benadrukt dat zij erbij horen. De toon die Wilders aansloeg bij de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer is een geheel andere. In reactie op de busstaking in Gouda-Oost veegde hij alle Marokkanen op één hoop en sprak over ’moslim-kolonisten’ en ’straatterroristen’ die door het leger tot de orde geroepen dienden te worden. Veelzeggend was dat hij het had over ’gasten’, die als ze zich misdragen gewoon het land uitgezet moeten worden. Anders dan Cohen is hier sprake van systematische uitsluiting. Wilders kan of wil niet inzien dat de jongens om wie het gaat, hoe ergerlijk en verwerpelijk hun gedrag ook is, niet ’onze gasten’ zijn, maar ’onze kinderen’ (in Wilders beeldspraak), of je dat nu leuk vindt of niet. De maatschappelijke effecten van de uitspraken van Cohen en Wilders, die beiden het woord ’Marokkaan’ in de mond hebben genomen, zijn heel verschillend. Cohen wil verschillende problemen in de stad op lossen, terwijl Wilders niet geïnteresseerd lijkt in een oplossing. Hij blaast het probleem van zich misdragende (Marokkaanse) jongeren op tot bijna lachwekkende proporties, met als enige doel om ontevreden kiezers aan zich te binden. Hier is stigmatisering een bewust middel geworden om bij de kiezer te scoren. [...] Het gaat in feite om een veel algemener probleem van vaak laag opgeleide en kansarme jongeren, zoals de socioloog De Jong in zijn proefschrift ’Kapot Moeilijk’ laat zien. De recente rellen in Capelle aan de IJssel en het drugsprobleem en aanverwante criminaliteit in het West- Friese Koggenland (kan het Hollandser?) tonen dat nog maar weer eens aan. |