Citaten uitDe financiële crisis is voornamelijk een morele crisisDoor Ad Koppejan
[...] De financieel-economische crisis staat niet op zichzelf. In combinatie met een schuldencrisis worden we geconfronteerd met
Al deze crises zijn te herleiden tot één gemeenschappelijke oorzaak – menselijk falen,
kortzichtig en egoïstisch menselijk handelen dat vooral gericht is op
korte-termijn-gewin, of het nu gaat om de bonussen voor bankiers of om de roofbouw die wordt gepleegd op de schaarse natuur Toch is het te gemakkelijk om alleen met het vingertje te wijzen naar toplieden binnen de
bankwereld en het bedrijfsleven. Ook wij, als burgers, hebben in de afgelopen decennia meer
uitgegeven dan verantwoord was. [...] Behalve bedrijven en burgers heeft ook de overheid boven haar stand geleefd. De Nederlandse staatsschuld – niet geconsolideerd – steeg van 223 miljard euro in 1990 naar 433 miljard in 2010. Hoe heeft het zover kunnen komen?In de eerste plaats hebben we te veel vertrouwd op vrije marktwerking, in combinatie met de liberale ideologie die ervan uitgaat dat een ‘onzichtbare hand’ zorgt dat alles goed komt. Dit gaat terug op de veronderstelling – of is het een geloof? – dat mensen die handelen uit eigenbelang uiteindelijk het algemeen belang dienen. Maar de praktijk laat steeds weer het tegendeel zien. Te vaak gaat dit eigenbelang ten koste van de natuur, het klimaat en de grondstoffen- en voedselvoorraden. Na deze ‘liberale’ jaren loopt de vrije markt tegen haar eigen grenzen aan, met alle gevolgen van dien. Het meest bizarre is dat de overheid de problemen van de vrije markt moet oplossen, om banken van de ondergang te redden. Het marktvirus – het denken in vraag en aanbod – heeft ook de politiek besmet. [... ...] Onder onze handen ontstond een overheid die zo veel mogelijk tegemoet wilde komen aan de consumptieve wensen van de burger, met als gevolg dat allerlei perverse prikkels in ons belastingsysteem het maken van schulden stimuleren (...) en het opbouwen van eigen vermogen afstraffen (...). Deze crisis is daarom vooral een morele crisis. Het roer moet om.Niet het eigenbelang en consumptieve behoeften, maar gedeelde waarden moeten weer het leitmotiv worden voor ons handelen. Het bedrijfsleven lijkt dit als eerste te begrijpen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid worden – naast winst, omzet en marktaandeel – steeds meer geaccepteerde bedrijfsdoelen. Ook bij burgers en consumenten groeit het besef dat niet alleen de prijs belangrijk is, maar ook de vraag hoe een product tot stand is gekomen. Nu de politici nog. Durven ook zij zich weer te laten leiden door waarden en idealen en zich te onderscheiden met een eigen mens- en maatschappijvisie? |