Geweld zien kan soms helpenVertaling door Tegenwicht van Violent Media May Be Helpful For Some Kidsdoor MoJo Wire, op http://www.motherjones.com
Toen ik dertien jaar was,was ik eenzaam en bang. Mijn progressieve ouders, leraren Engels, hadden mij geleerd dat geweld slecht was, dat woede iets was om te overwinnen en dat samenwerking altijd beter was dan ruzie. Al met al lagen mijn diepere angsten en verlangens te verstikken achter het masker van de lieve jongen. Ik zat op een kleine experimentele school die niet goed met mij omging. Ik was bang om mij aan te sluiten bij mijn leeftijdsgenootjes met hun opschepperige run naar de jongenswereld van de adolescentie. Ik trok mij terug in passiviteit en eenzaamheid. Mijn ouders vertrouwden de gewelddadige wereld van de late zestiger jaren niet en bouwden een muur tussen mij en de wildere elementen van de Amerikaanse popcultuur. Toen brak de geweldige Hulk daar doorheen.Een van de leerlingen van mijn moeder had haar ervan overtuigd dat de strips van Marvel, hoe vol met jeugdig geweld ze ook waren, in feite vooral boodschappen van pacifisme en tolerantie bevatten. Mijn moeder leende er een paar met het idee dat dat goed voor mij was. En dat waren ze. Echter niet omdat zij verheven boodschappen over goedheid predikten. Ze waren goed voor mij omdat ze de jeugd aanspraken. En vanwege het geweld. Het personage dat mij boeide en bevrijdde was de Hulk: super-mannelijk en onopgevoed, half bloot en vrij geestig, boos op een vreeswekkende wereld die hem niet begreep en vervolgde. Ineens had ik een fantasie-zelf dat mijn onderdrukte woede en mijn verbannen verlangen naar macht vorm kon geven. Ik had een fantasie-ik die iemand was: niet bang voor zijn eigen verlangens en voor de afkeuring door de wereld, niet weifelend maar daadkrachtig. "Klein zwak jongetje, volg de Hulk!" riep mijn fantasie-zelf en ik volgde hem. Ik volgde hem naar nieuwe vrienden - andere gevoelige computerfreaks (geeks) op jacht naar hun eigen innerlijk dier - en ik volgde hem door een eigenwijs, zelfbewust, zelfbevestigend en heldhaftig besluit te nemen: ik zou schrijver worden. Uiteindelijk liet ik de Hulp voor waar hij was, ik volgde wat meer bedachtzame helden na, en ging tenslotte mijn eigen weg, een kronkelig pad naar een loopbaan en een identiteit. Toen ik dertiger was, schreef ik actiefilms en stripboeken. Ik schreef ook enkele Hulk verhalen en ontmoette de geniale freak (geek-geniuses) die hem geschapen had. Ik zag mijn eigen scheppingen veranderd in actie figuren, striptekeningen en computerspellen. Ik sprak met de jongelui de mijn verhalen lazen. Dwars door generaties, seksen en etnische groepen zag ik steeds hetzelfde verhaal gebeuren: mensen die zichzelf wisten te bevrijden uit emotionele valkuilen door zich op gewelddadige verhalen te storten. Ik zag mensen de meest griezelige, de meest fanatiek onderdrukte kanten van hun innerlijk integreren, ik zag ze meer zichzelf worden met behulp van fantasieën over supermenselijke strijd en vernietiging. Ik zag mijn zoon datzelfde verhaal leven- hij veranderde zichzelf in een bloeddorstige dinosaurus juist voor hij de sprong waagde naar de kleuterschool, in een Power Ranger om zich door een competitiestrijd op de speelplaats heen te vechten. In de eerste klas klommen zijn vrienden in een boom bij de school. Maar hij was bang: om te vallen, voor de duizendpoten die op de boomstam krioelden, voor scherpe takken en voor de spot van zijn vriendjes. Ik wist wat me te doen stond: ik ging hem oude stripboeken van Tarzan voorlezen, vol met gevechten en blinkende messen. Een week of twee leefden die figuren in hem. Toen legde hij de stripboeken opzij en klom in de boom. Intussen echter, vooral na de recente geweldsuitbarstingen en schietpartijen op scholen, hoorde ik populaire psychologen benadrukken dat gewelddadige verhalen schadelijk waren voor kinderen, hoorde ik onderwijzers de ouders vragen om hun kinderen weg te houden van "junk cultuur", en hoorde ik een vriend die zich schuldig voelde klagen dat zijn zoon Pokemon zo leuk vond. "Ik ben de slechte ouder geworden die zijn kind zoetigheid te eten geeft en stripboeken laat lezen!" Op dat moment begon ik aan mijn onderzoek
Ik raadpleegde meer scholen en gemeentebesturen - en ik bracht mijn dochter groot. De afgelopen drie jaar hebben zij en ik de manieren onderzocht waarop kinderen gewelddadige verhalen gebruiken om aan hun emotionele behoeften te voldoen en hoe zij zich zo ontwikkelden - alsook de manieren waarop volwassenen hen kunnen helpen deze verhalen op een gezonde manier te benutten. Met haar hulp heb ik Power Play ontwikkeld, een programma om jonge mensen te helpen hun zelfkennis en zelfvertrouwen te verbeteren met behulp van heldhaftige verhalen vol gevechten. Wij hebben ontdektdat vrijwel elk aspect van zelfs het meest goedkope populaire verhaal zijn eigen functie kan hebben in de ontwikkeling. het fantaseren van bovenmenselijke krachten helpt kinderen het gevoel van machteloosheid te overwinnen, het gevoel dat onvermijdelijk opkomt als je zo jong en nog zo klein bent. Veel van die verhalen over superhelden kennen het idee van een dubbele identiteit. Dit kan kinderen helpen de conflicten op te lossen tussen het innerlijke ik en het publieke ik, conflicten die horen bij de eerste stadia van de opvoeding {socialization). het zich identificeren met een opstandige, zelfs destructieve held helpt de kinderen achter de schermen te kijken van de moderne cultuur die angst cultiveert en afhankelijkheid aanleert. Op een heel fundamenteel niveau geeft wat wij noemen "creatief geweld" - de gekste stripverhalen, bloederige videospellen, karate kids, speelgoedgeweren - de kinderen een hulpmiddel in de hand om hu woede de baas te worden. Kinderen willen woede voelen. Zlfs het braafste en meest beschaafde kind, ook het kind wiens ouders de betere literaire bladen lezen, zal ooit woede in zich voelen opkomen. Je kunt de wereld nu eenmaal niet altijd in de hand hebben of begrijpen; met de wereld om te leren gaan is een angst en boosheid opwekkende opdracht. Woede is een gevoel vol energie, het wekt de moed op om ons tegen grote bedreigingen te weer te stellen, met een grotere beheerskracht dan we ooit gedacht hadden te hebben. Maar woede is ook het gevoel dat onze cultuur het minste vertrouwt. De meeste van ons is al vroeg geleerd om bang voor onszelf te zijn. Door op te gaan in een gefantaseerde strijd en door identificatie met een een geweldige vechtersbaas integreren kinderen de woede die zij onderdrukt en verstikt hebben; zij worden er minder bang voor en worden vaardiger om die kracht te benutten tegen de bedreigingen die het leven met zich meebrengt. Ik ken een klein meisje dat zulke gewelddadige verhalen verzon en vertelde, dat de andere moeders haar moeder even terzijde namen en zachtjes zeiden: "Ik geloof dat ik je iets over Emily moet vertellen dat je moet weten". haar ouders lagen in scheiding en zij was klein van stuk en enigst kind, een robbedoes op een leeftijd dat haar klasgenootjes zich nauwgezet splitsten in de jongens en de meisjes. Op de speelplaats speelde zij de Sailor Moon (Poppeye?) gevechten en in de klas schreef zij opstellen over mensen die met messen gestoken werden. Hoe meer volwassenen probeerden haar verhalen in te dammen, des te meer speelde zij de rollen van haar boze helden door de regels te overtreden, haar grenzen uit te testten en bedreigingen rond te strooien. Op een gegeven moment gingen haar moeder en ik haar helpen door verhalen voor te lezen. Zij schreef ze zelf, speelde ze uit, tekende ze als strips; soms op het bloedige af, soms heel teder, maar altijd gaf zij de beelden van de populaire cultuur vorm met behulp van haar eigen fantasie. Uiteindelijk kwam zij er net zo ontvlambaar en sterk uit te voorschijn, maar met veel meer zelfbeheersing en sociale vaardigheid, een bekwaam leidersfiguur onder haar leeftijdgenootjes, de enige in haar klas die jongens en meisjes tot een groep kon maken. Ik heb ook gewerkt met een wat ouder meisje, aan 'brave meid' van de middenklasse, die zichzelf kon handhaven in een chaotische gezinssituatie en een wervelende adolescentiefase met gangsta rap. In de als in een mythologie vertoonde straatgevechten van Ice T, in de woede en de kracht van zijn muziek vond zij een podium voor haar innerlijk waarop zij machtig kon zijn, meedogenloos en onkwetsbaar. Zij wist de zware drugs te laten staan die menig leeftijdsgenoot de diepte in sleurden en zij bloeide op op de universiteit als schrijfster en politiek activiste. Ik wil niet bewerendat geweldvolle ontspanning onschadelijk is. Ik denk dat het bepaalde mensen aangezet heeft om geweld te gebruiken. Ik wil beweren dat het evenzeer honderden mensen geholpen heeft tegenover die ene die het kwaad deed, en dat het nog veel meer kan helpen als we het goed leren gebruiken. Ik wil beweren dat onze angst voor jeugdgewelddadigheid niet op realiteit is gebaseerd [...] en dat die angst meer schade aanricht dan de realiteit zelf. We doen net of het onze hoogste prioriteit is onze kinderen ervoor te behoeden dat ze als moorddadige gangsters opgroeien - moderne kinderen echter maken heel wat meer kans op te groeien tot passieve wezens met gebrek aan zelfvertrouwen die al te gemakkelijk te manipuleren zijn. We geven onze kinderen op allerlei manieren de boodschap mee dat het verlangen naar een fantasiegevecht en een symbolische moord slecht is, of op zijn mist gevaarlijk. Zelfs als we geen censuur uitoefenen of Mortal Combat verbieden, klagen we bij andere ouders rondom onze kinderen over het afgrijselijke geweld in de manieren van ontspannen die zij bezigen. We vertellen onze kinderen dat het niet netjes is te vechten op het speelplein, of we leiden hen af van een monsterachtig actiefiguur naar een erg sociale pop. Zelfs in de meest progressieve gezinnen waar we er een punt van maken dat de kinderen mogen voelen wat ze voelen, haasten we ons om het ruwe materiaal van een boze fantasie te vervangen door een verlicht goed gesprek. Al doende lopen we onderweg het risico dat we hen in verwarring brengen over hun natuurlijke gevoelens van agressie, net zoals de mensen in de Victoriaanse tijd hun kinderen in de war brachten over hun seksualiteit. als we proberen onze kinderen af te schermen voor hun eigen gevoel en fantasie, dan wapenen we hen niet tegen geweld, maar tegen innerlijke kracht en zelfvertrouwen.
|