Citaten uitVideospel leidt de hersenen naar agressief gedachtengoedAgressieMartin van der Laan, in Trouw, 2 mei 2000 Gewelddadige videospellen roepen agressie op, evenals gewelddadige TV- en bioscoopfilms. Als dat geen oud nieuws is in het Journal of Personality and Social Psychology. Er is volop geschreven over de dwingende kracht van het slechte voorbeeld. De Amerikaanse psycholoog Albert Bandura liet reeds in de jaren vijftig zien dat je kinderen niet moet laten kijken naar een film waarin een opblaaspop ernstig wordt toegetakeld, want na afloop krijgen ze daar zelf zin in. Toch is het nieuws, want Amerikaanse psychologen tonen voor het eerst experimenteel aan dat er werkelijk iets gebeurt in de bovenkamer tijdens een bruut videospel. De beleving van het geweld lijken ons niet zozeer emotioneel op te laden maar eerder in cognitief opzicht agressief te richten. Het is alsof de hersenen gemakkelijker toegang hebben tot verbale agressie en gewelddadige oplossingen voor conflicten. Uit onderzoeken naar de gevolgen van tv-geweld voor de gemoedsgesteldheid en leerprestaties van kinderen kwamen tot nu toe geen ondubbelzinnige resultaten, zij het wel meer minnen dan plussen. Gewelddadige videospellen lijken directer aan te grijpen, met de speler in het centrum van het bloedbad, en daarom gevaarlijker. Toch zijn er nog nauwelijks harde studieresultaten, dus behelpen deskundigen zich vaak met lugubere voorbeelden. [...] Maakt het 'spelen' van geweld je agressiever of is het niet het geweld zelf maar de opwinding en frustratie van het spel die je emoties en gedachten een agressieve lading geven? [...] [...J]e zou verwachten dat zo'n wreed spel je emotioneel opfokt, maar het lijkt er eerder op dat de hersenen in cognitieve zin agressief gericht worden. Ze hebben versneld toegang tot het agressieve vocabulaire. In die zin lijkt het gevaar van wrede spellen eerder te schuilen in agressieve ideeën en gedachten die ze oproepen dan in emoties. Ze creëren een leeromgeving voor agressie. [...] De toenemende agressie verbaast de psychologen niet echt. Anders dan bij films op TV of de bioscoop zit de speler er middenin, neemt actief deel aan een moordpartij die alsmaar realistischer wordt uitgebeeld en waarin de held en 'ik' samenvloeien. Tel daarbij op de ziekelijke verslaving aan zo'n fictieve slachting, en het moet geen verbazing wekken dat hier wezenlijk wordt gekneed aan de structuur van iemands persoonlijkheid.
|