[Home] [Wat is er mis...] [Terug naar de lijst] Goede binding met ouders voorkomt crimineel gedragWegener Dagbladen 24 mei 2000 Van onze verslaggevers Utrecht - Jongeren die een goede binding hebben met ouders, school of werk komen minder vaak en gedurende een korte periode van hun leven tot kleine criminaliteit. Wetenschapper Eric Luijpers concludeert dat in een onderzoek waarop hij vrijdag promoveert in Utrecht, aan de faculteit sociale wetenschappen. Voor zijn onderzoek ondervroeg Luijpers 3300 autochtone Nederlandse jongeren. Van hen pleegde 75 procent ooit een of meer delicten. Zo’n veertig procent deed dat in het jaar voorafgaand aan het onderzoek. Het ging om kleine criminaliteit: vandalisme, diefstalletjes, lichte vormen van geweld. Luijpers constateert dat jongens vaker klein-crimineel gedrag vertonen dan meisjes. En criminele jongens plegen gemiddeld ook meer delicten. Tussen de 15 en 17 jaar zit er een piek in het strafbare gedrag. Dat doet zich zowel bij jongens als bij meisjes voor. Na hun 17e jaar zwakt het gedrag af en stopt het meestal weer. Het gedrag begon zo rond de 12, 14 jaar. Dat komt aldus Luijpers, door biologische, psychische en sociale veranderingen bij jongeren. Ze gaan op verkenning, dingen uitzoeken, grenzen verleggen. En dat leidt nogal eens tot het plegen van strafbare feiten. ,,Kleine criminaliteit is een kenmerk van opgroeiende jongeren, niet per se een gebrek of tekortkoming", aldus Luijpers. Uit de gesprekken die hij voerde, maakt Luijpers op dat de directe sociale omgeving van de jongeren belangrijker is bij het beperkt houden, weer afnemen en vervolgens stoppen van het delinquente gedrag. Thuis welkom zijn, zich ingebed voelen op school of goede contacten hebben op het werk hebben een corrigerende en uiteindelijk remmende invloed op het delinquente gedrag, stelde hij vast. ,,Binding is de beste preventie", aldus Luijpers. Vijf procent van alle jongeren is als echt problematisch aan te merken. Die groep kenmerkt zich door structureel en ernstig delinquent gedrag en blijf daar eerder in hangen. En meestal komt dat voor, zo ontdekte Luijpers, bij jongeren die geen werk hebben of niet op school zitten en weinig of geen contact hebben met thuis. [Home] [Wat is er mis...] [Terug naar de lijst]
|