Het verwende kindDoor Florien van Rees Wegener Dagbladen, 16 september 2000 Het kan niet op voor het hedendaagse kind. Ouders laten hun kinderen delen in hun wilde. Ze grijpen elke gelegenheid aan hun zo verschrikkelijk gewenste kroost te overladen met de beste en de mooiste spullen. Maar maakt verwennen kinderen gelukkig? De vloer is bezaaid met speelgoed: lego, K’nex, race baan houten trein, action men, blokken. In een hoek liggen gameboy, een dikke map pokémonkaarten, een radiocassetrecorder en computerspelletjes. De grote kast puilt uit met spelletjes, boekjes, puzzels en knutselspullen. Een enorme tuin met zandbak, schommel en watertafel. In de schuur een mountainbike en een skelter. Het achtjarige eigenaartje van dit ontbreekt het aan niets. Dat weet ook zijn moeder, Hetty van Oordt uit Amersfoort. Maar toch hoort ze haar kind zeggen: ‘Mam ik verveel me’. ,,Ik schrok ervan. Hij heeft zo veel, voor binnen en buiten, voor met vriendjes en voor rustig in een hoekje. Je hoopt dat je kind dan altijd blij is. Ergens heb ik een denkfout gemaakt. Maar waar?" ,,Verwennen leidt ontevreden prinsjes, die vaak ongelukkiger en jaloerser zijn dan andere kinderen", zegt Hilda Offerhaus, kinderpsycholoog met een praktijk voor kinderpsychotherapie. ,,Ze zijn niet blij meer met wat ze krijgen, het moet almaar meer, beter en groter. Op den duur worden het onmogelijke mensen, aan wie je niks meer wilt geven omdat ze het uit je handen grissen en vervolgens in een hoek smijten. Hoe meer ze hebben, hoe vaker ze zich vervelen. Ze zijn sneller uitgekeken op dingen, omdat ze weten dat er toch weer snel iets nieuws zal komen. Daardoor hoeven ze hun fantasie niet aan te spreken, terwijl juist fantasie hen later goed van pas kan komen. Het is grappig te zien dat kinderen die weinig nodig hebben, daarmee juist heel veel kunnen. Denk aan knopen, wc-rollen, pannetjes. Anders dan het populaire speelgoed van tegenwoordig laat dat veel aan de verbeelding over. Maar veel kwalijker vindt de psychologe de veelvoorkomende combinatie van verwennen met toegeven. een kind dat zich gillend op de vloer van de supermarkt stort, omdat het geen lolly krijgt. Het tieren wekt, er komen lolly’s. Kinderen van toegeeflijke ouders weten maar al te goed hoe ze hun zin kunnen krijgen: zeuren, gillen, dreigen, chanteren, schuldgevoel creëren. Offerhaus: ,,Een kind zoekt grenzen. Als het keer op keer de kans krijgt die grenzen te overschrijden, zoekt het steeds nieuwe: steeds later naar bed, steeds meer leuke dingen doen, steeds meer snoep. Ik heb een kind in mijn praktijk gehad dat volledig de macht had overgenomen in huis, dat het hele gezin terroriseerde, omdat het na een aanvankelijke nee uiteindelijk toch altijd z’n zin kreeg." ,,Toegeeflijkheid", stelt Offerhaus, ,,heeft veel grotere gevolgen op het gedrag dan puur materiele verwenning, ook in de omgang met leeftijdegenootjes. Kinderen die alles mogen, willen de baas zijn, huilen snel, worden bij tegenslag soms agressief. Ze zijn geen nee gewend en kunnen niet met hun frustraties omgaan." Een indirecte gevolg van verwennen is dat een kind geen verantwoordelijkheid wordt bijgebracht. Als hij het gameboyspelletje van tachtig gulden is kwijtgeraakt, is dat vervelend, maar hij heeft nog drie anderen liggen. Of anders komt er binnenkort er wel een nieuwe in huis. Dus voorzichtig of zuinig zijn op je spullen is niet zo erg belangrijk. Als die gedachte niet wordt gecorrigeerd, kan dat later nog wel eens slecht uitpakken. Veel psychologen leggen een link tussen het niet aanleren van verantwoordelijkheidsgevoel in de vroege jeugd en vandalisme een aantal jaren later. ,,Voor het kweken van verantwoordelijkheidsgevoel is het belangrijk dat ouders hun kind niet alles uit handen nemen", zegt Offerhaus. ,,Vanaf een jaar of drie kan een kind prima helpen bij het opruimen van zijn kamer. Dan ziet het hoe je met je spullen moet omgaan dat het handig isal het netjes is, omdat je dan dingen kunt terugvinden. Vanaf een jaar of acht kun je ook van een kind verwachten dat het voor de eigen gymspullen zorgt en ze niet kwijtraakt op school. Ouders die zulke verantwoordelijkheden niet overdragen, zijn vaak dezelfden die voor hun kind van tien nog het brood smeren en de veters strikken. Dat komt vaker voor dan je denkt. De gezinnen zijn klein, de kinderen zeer gewenst, dus het gaat als vanzelf. Maar kinderen houden van verantwoordelijkheden die passen bij hun leeftijd." Het zijn sterke benen die niet in de van trappen van verwennen, toegeven en bemoederen. Meet een ja hoef je geen gesprek of uitleg te geven. ,,Daar komt nog eens bij" ,,dat ouders onder grote druk staan van de commercie. Zij en hun kinderen krijgen een bombardement van reclame over zich heen. Ik zag laatst een spotje waarin bijna woordelijk werd gezegd dat een kind dat een bepaald artikel niet had, er niet bij hoorde. Heel doorrapt. Want ouders zullen willen voorkomen dat hu kind buiten de groep valt." Met een nee doen we de kleine schat verdriet, alleen maar omdat dat op de langere termijn beter voor ‘m is. Een opvoeder moet zijn kinderen leren dat niet alles onmiddellijk kan. Mar het allerbelangrijkste is dat opvoeders betrokken zijn bij hun kind. Betrokkenheid is er niet als je altijd ja zegt. Dat is een vorm van onoverzichtelijkheid De vrees van ouders dat hun kind weelde badende kind zich niet kan handhaven in mindere tijden, vindt Levering onterecht. ,,Bij een groot deel van de huidige generatie opvoeders is het er in gehamerd: ‘je hebt het heel goed, maar vergeet niet dat het ook minder kan.’ Daar weten wij alles van. We hebben de neiging dat over te dragen op onze kinderen, maar dat hoeft niet. Mensen zijn flexibel en kunnen zich in het algemeen goed aanpassen als een situatie verandert. Zo heb je kinderen die zich thuis als verwende nesten gedragen, maar op school heel matig en tevreden zijn. Daarom denk ik ook dat het met de latere maatschappelijke overlast van verwende kinderen uiteindelijk wel zal meevallen. Het is toch ook prachtig om te zien hoe jongeren heel braaf en gehoorzaam vakken vullen bij Albert Heijn en daar doen wat van ze verwacht wordt. Het kan best zijn dat diezelfde kinderen thuis nooit tevreden zijn." In alle dagen van de bevolking zie je tot op de bot verwende kinderen. Ze krijgen de duurste spullen, maar te weinig echte aandacht, constateert kinderpsychologe Hilda Offerhaus. tegen de tijd dat ze zich realiseren dat ze daarmee een egoïstisch, ontevreden, veeleisend monstertje hebben gecreëerd, is de weg terug lang en zwaar. ,,Het is bij te stellen, maar het vergt veel inspanning ", weet Offerhaus. ,,Het gaat om een mentaliteitsomslag, je herneemt als ouders weer de macht. Die heb je niet voor niets gekregen, het is in het belang van het kind dat je daat gebruik van maakt. Je moet dat stukje bij beetje doen; niet van de ene op de andere dag alles willen veranderen en zeggen: ‘vanaf vandaag mag en krijg je niks meer’. Pak één ding tegelijk aan, bijvoorbeeld laat naar bed gaan. En probeer vooral consequent te zijn. Maak duidelijk dat het voortaan anders gaat en leg zonodig ’n sanctie op, bijvoorbeeld morgen geen tv kijken. Het kind maakt zo’n omslag mee, en het zal zich er uiteindelijk prettiger bij voelen. Ik weet het, grenzen trekken is moeilijk, maar opvoeden betekend nou eenmaal ruziemaken. Een noodzakelijke kwaad, maar wees gerust, het komt altijd weer goed."
|