Het geheim gaat op kamers wonen
HN, 18 september 1999
Door Jaap Friso
'Ik had het niet mogen meemaken.'
Ted van Lieshout schreef een bundel over
de seksuele ervaringen uit zijn jeugd met een oudere man. Bijna alles heeft
een andere kant.
Op een dag gaan kinderen het huis uit,
de wijde wereld in. Is het niet tijd dat uw geheim, nu het dertig jaar oud is,
op zichzelf gaat wonen? Het kan altijd nog weer thuiskomen als het buiten
tegenzit. Als het verdriet heeft. Als de was gedaan moet worden. Als het mij
innig mist.
'Dertig jaar' uit Zeer kleine liefde
Het geheim dat Ted van Lieshout meer dan
dertig jaar bij zich droeg, gaat eindelijk op zichzelf wonen. Voorlopig gaat
het op kamers, in de boekhandels, en hopelijk vindt het daarna onderdak bij de
lezers. Hij heeft zijn geheim prijs gegeven en, al is hij nog lang niet
geschreven, daarmee is een taak volbracht. 'Als ik nu doodga, heb ik
geschreven wat ik wilde schrijven.'
Ted van Lieshout (43) schreef een serie veelvuldig bekroonde dichtbundels en
boeken voor kinderen bij elkaar die met recht een oeuvre genoemd mag worden.
In zijn dichtbundels geeft hij telkens iets meer van zichzelf bloot. Voorlopig
hoogtepunt wat dat betreft is zijn roman 'Gebr.' uit 1996. Hij schrijft onder
andere openlijk over zijn eigen homoseksualiteit. 'Gebr.' kan nog gelezen
worden als een fictief verhaal dat toevallig veel gelijkenissen met het leven
van Van Lieshout bevat.
Dat gaat niet op voor de nieuwe bundel
"Zeer kleine liefde" die uitgesproken autobiografisch is. In 'Zeer
kleine liefde' zijn gedichten, brieven en foto's opgenomen die weergeven hoe
de 12-jarige Ted dertig jaar geleden een relatie had met een oudere man. De
man, in het boek aangeduid als 'mijn meneer', schreef vijf jaar geleden een
brief aan Ted waarin hij melding maakt van wroeging en schuldgevoel. Het
antwoord van de schrijver en de tweede brief van de man vormen samen met een
chronologische reeks gedichten, de hoofdmoot van het boek De bundel is
geïllustreerd met foto's die Ted maakte toen hij twaalf was.
Uiteindelijk is Zeer kleine liefde toch een
jeugdboek geworden. Van Lieshout heeft er lang over getwijfeld of hij kinderen
dit 'kon aandoen'. Tot hij in het Jeugdjournaal twee, onherkenbaar gefilmde,
jongetjes zag vertellen over hun seksuele relatie met een oudere man. Zij
zeiden heel duidelijk dat het niet hun geheim was. Precies zoals Van Lieshout
er ook over dacht. Het was niet langer het geheim waar hij mee rond moest
blijven lopen. Als die jongetjes erover durfden te praten, dan durfde hij
erover te schrijven. En het zou toch belachelijk zijn om dit boek ineens voor
volwassenen te maken, Hij schreef altijd voor kinderen en juist dit verhaal
gaat nadrukkelijk over de gevoelens van een kind. Hij besloot de brieven te
herschrijven. Dat moest ook wel, omdat de uitgever hem duidelijk maakte dat
hij geen auteursrecht op de brieven van de man had. Bovendien was hij niet uit
op vergelding.
Het boek moest niet als een wraakoefening
kunnen worden uitgelegd, dat wilde hij per se niet. Daarom heeft hij de
brieven zo aangepast dat de man onherkenbaar is en de taal is toegespitst op
de jeugdige lezer. Het ziet er met opzet nogal sober en chic uit, 'zodat
kinderen niet meteen denken dat het een leuk en gezellig boek is.' Hij heeft
lang met de vorm geworsteld want hij wilde open kaart spelen, maar niet louter
een egodocument schrijven. De literaire kwaliteit stond voorop. Het is een
boek geworden voor de 12-jarige Ted. 'Dat jongetje heeft eindelijk een stem
gekregen.' Dat werd wel eens tijd, meent Van Lieshout. In 1993 kreeg hij een
brief van de man met wie hij vijfentwintig jaar daarvoor een jaar lang een
relatie onderhield waar seks aan te pas kwam.
'Ik besef ten volle dat ik je ongevraagd confronteer met een wellicht zeer
pijnlijke episode in je leven, die je al die tijd geprobeerd hebt te
vergeten.' (Uit: Eerste brief)
Uit de brief van de man blijkt vooral wroeging. Van Lieshout noemt dat in zijn
uitgebreide antwoord 'zonde, want het is een ontkenning van het mooie dat er
was.' Hij nodigt de man uit voor een ontmoeting. De man zegt toe hem te zullen
bellen maar nu, vijf jaar later, wacht Van Lieshout nog steeds op dat
telefoontje. In plaats van nog langer te wachten, besluit hij zelf een
definitieve stap te zetten. Hij publiceert deze bundel en daarmee is voor hem
een tijdperk in zijn leven afgesloten.
Uit de brief en de gedichten komt de dubbelheid naar voren waarmee Van
Lieshout op zijn ervaringen terugkijkt. Aan de ene kant warme herinneringen
aan liefde en aandacht, aan de andere kant de last en de pijn van het afscheid
en het grote geheim dat hij jaren met zich meedroeg. In zijn eigen definitie
was de relatie met de man van seksuele aard. Van Lieshout benadrukt dat er
geen sprake was van geweld. 'Het ging er niet hard aan toe. Juist heel
langzaam en gestaag. Alles was erg stiekem en verschrikkelijk spannend. Ik
wist natuurlijk dat hij niet gevaarlijk was. Voor mij was het heel bijzonder
om zoveel aandacht te krijgen, Ik was weliswaar geen Lolita, maar er was
iemand die van me hield. Dat was heel belangrijk voor me.' Toch verbrak Van
Lieshout na ongeveer een jaar vrij abrupt de relatie. Het schuldgevoel en de
schaamte werden hem te veel, Die gevoelens waren uiteindelijk sterker dan de
liefde voor de man. 'Voor mij voelde het toen zeker als liefde. Ik miste hem
erg. Het was een moeilijke tijd. Ik had hem verlaten hoewel ik dat eigenlijk
niet wilde.' De relatie met de man was een heel belangrijke episode in zijn
leven en heeft hem mede gemaakt tot de persoon die hij nu is. Of het nu goed
of slecht, gewenst of ongewenst was, Daarover schrijft hij in zijn antwoord: 'Of
ik er schade van heb ondervonden is niet goed te zeggen, maar als dat zo is,
dan betekent dat nog niet dat ik die schade ongedaan wil hebben. Alles wat me
is overkomen, goed en slecht, maakt nu eenmaal deel uit van mijn leven en
bestaan, van wie ik geworden ben - en dat laat ik me niet meer afpakken.'
(Uit: Antwoord)
'Eigenlijk had ik het allemaal niet mogen meemaken', zegt Van Lieshout nu,
'Mijn groei is anders verlopen. Ik heb jaren lopen zoeken naar een substituut
voor deze relatie. Bovendien heb ik heel lang met een geheim moeten rondlopen.
Ik kon er met niemand over praten.' Die geheimhouding ziet hij als een van de
belangrijkste bezwaren van een relatie tussen een oudere en een kind. Hij
keurt, ook in zijn brief, een pedofiele relatie duidelijk af. Of hij zegt het
liever zo. 'Ik heb een zekere empathie voor pedofielen van het goede soort.
Maar uiteindelijk stuit het me toch tegen de borst. Want ook nu als het goed
gaat, gaat het fout. Zo'n relatie speelt zich altijd in het geniep af. Het
kind mag en kan er niet over praten en wordt dus tot een geheim gedwongen. Het
komt niet thuis met de mededeling: 'Mam, wat ik nou toch heb gedaan
vanmiddag.'
Volgens Van Lieshout trekt zo'n groot geheim
een zware wissel op een kind. Daarom moet een seksuele relatie tussen een kind
en volwassene niet plaatsvinden. Maar het gebeurt wel. 'Dat moet je
aanvaarden, dat het toch gebeurt. Laten we er dan vooral normaal over doen.
Van die veroordelende reacties word ik naar. Het wordt gecriminaliseerd. Dat
is niet terecht en bovendien voor niemand goed.' Zijn uiteindelijke afkeuring,
van een pedofiele relatie heeft vooral te maken met de onmogelijkheid om in te
schatten wat de schade zal zijn voor een kind. Hij gaat ervan uit dat een
pedofiel er niet op uit is om het kind te benadelen. Maar ook de pedofiel kan
niet inschatten wat de gevolgen zijn Bovendien blijven de grenzen altijd
onduidelijk. 'Het begint met een streling en het gaat steeds een stapje
verder. Hoever je kunt gaan, blijft onduidelijk, Een volwassene heeft niet het
recht om een dergelijk risico met een kind te nemen.' De bewering dat een
zogenaamd 'slachtoffer' van een pedofiel later dezelfde weg bewandelt en dus
per definitie ook seksuele relaties met kinderen aangaat, noemt hij pertinente
onzin. 'Ik hen geen pedofiel geworden. Integendeel, ik val meestal op oudere
mannen.' Ook heeft hij nooit een verband gelegd tussen zijn homoseksualiteit
en zijn jeugdige seksuele ervaringen. 'Ik wist toen nog niet hoe het heette,
maar ik was allang homo. Dat er anderen bestonden die dat ook hadden, daar had
ik geen idee van. Je had Albert Mol, Maar die had een kind en als ik iets
zeker wist, was het dat ik geen kinderen zou krijgen.'
De toenemende intolerantie tegenover pedofielen aanschouwt Van Lieshout met
argusogen. 'Er wordt pedofielen veel onrecht aangedaan. Na de zaak Dutroux
werden mannen die op jonge jongens vallen met hem geassocieerd. Onzin -
Dutroux is een misdadiger, een sekscrimineel, dat heeft niks met pedofielen te
maken. Net zoals die man in Assen die die verschrikkelijke moord heeft
gepleegd. Ook hij is een crimineel, Er is zoveel begripsverwarring en hysterie
wat dat betreft. Mensen zijn te snel in paniek. Ik hoorde pas het verhaal van
een vader die een erectie kreeg toen zijn dochter bij hem in bed kwam liggen.
Het meisje mag nu niet meer op de ouderlijke slaapkamer komen. Dat veroorzaakt
bij zo'n kind een vreemd idee over naaktheid en over seks. Een kind mag best
weten dat een volwassene een seksueel wezen is. Als die vader het vervelend
vindt, draait hij zich maar even om. Hoe gewoner we erover doen, hoe minder er
aan de hand is.'
Hij sloeg zijn armen om me heen waardoor ik hem verstond en liet me zien
dat het verschil tussen ons daarna nooit meer was. Een kind kun je niet
vasthouden. (Fragment uit het gedicht 'Zeer kleine liefde') heeft in veel
opzichten een dubbele betekenis. De titel gaat over pijn en over een kleine
liefde die heel groot bleek te zijn, De inhoud van de bundel balanceert tussen
een mooie herinnering en de afkeuring van wat er is gebeurd.
'Ja, ik was er toen trots op dat wij samen iets hadden. Ik heb onze
verhouding dan ook nooit ervaren als een situatie waarin ik werd misbruikt.'
Toch vind ik wel degelijk dat u over de schreef bent gegaan.' (Uit:
Antwoord)
Niet eerder was de auteur zo nieuwsgierig naar de reacties op een boek van
zijn hand, De eerste respons is positief. Al schreef zijn zus hem dat het
'hier en daar eng was om te lezen.' Toch is het geen voyeuristisch boek. De
brieven zijn immers geredigeerd en Van Lieshout heeft de seksuele details heel
bewust achterwege gelaten, 'Ik kon niet over seks schrijven. Bovendien wordt
het in dit verband al snel goor.' Van Lieshout heeft het boek niet geschreven
voor de man in kwestie. Het is geen verkapte uitnodiging voor alsnog een
ontmoeting, Het boek is voor kinderen zoals de kleine Ted van 12, maar zeker
ook voor hemzelf. Hij is er nu mee klaar. 'Dit boek is de bevestiging van een
relatie die geen naam mocht hebben.'
Ted van Lieshout: Zeer kleine liefde;
Uitgave Leopold. Prijs f 24,95.
Mijn
meneer - pagina 34 uit dit boek