[Terug naar het essay]
Citaten uit
Zeeman, Melchior,
Gesluierde vrouw als nieuwe vijand; Kledingvoorschriften koran onduidelijk;
WD, 2003-jan-11
De chador, de versluiering van een moslimvrouw die alleen de ogen vrijlaat,
is de nieuwste steen des aanstoots in het zich 'multicultureel' noemende
Nederland. Van reactionair, via conservatief tot progressief: iedereen valt over
deze vorm van lichaamsbedekking. Leerlingen die dit dragen in het
sociaal-pedagogische onderwijs worden weggestuurd, stageplaatsen worden hen
geweigerd.
De chador is hét nieuwe zinnebeeld van 'de vijand die onder ons is'. Een
zogenaamde vijfde colonne, onaangepast en anti-westers, volgens sommigen, die er
wel erg opvallend bijloopt. [...]
Het dragen van de chador is ouder dan de islamitische godsdienst zelf.
Daarnaast is het door de eeuwen heen wisselend een teken van welstand en
zelfbewustzijn en van opgedrongen onderdrukking geweest. [...]
Maaqr het kenmerkende van de vrouwen in chador, die nu veel in het nieuws
zijn, is dat zij het kledingstuk niet van huis uit hebben opgedrongen gekregen.
meestal komen zij uit liberaal-islamitische gezinnen. Het is kennelijk uit vrije
wil dat zij deze stukken stof dragen. Dat zou, gezien het moderne taboe dat op
versluiering is komen te liggen, kunnen duiden op een [zich] afzetten tegen de
Nederlandse maatschappij en het ouderlijk gezag, wellicht zelf een uitdaging,
ene provocatie ervan. [...]
Maar het 'probleem' is van uiterst beperkte omvang: in de Nederlandse grote
steden, de plaatsen met de meeste misloms, draagt maar een fractie van het
aantal moslimvrouwen dit gewaad. Een nog veel kleiner deel van deze groep werkt
buitenshuis.
[Terug naar het essay]