Citaten uitBuiten spelen is niet meer gewoonFrederiek Weeda, NRC 18 september 2005 Kinderen moeten meer buiten spelen, vindt minister Dekker. Tegen het overgewicht en voor de sociale vaardigheden. Maar de ruimte is beperkt en de vermeende gevaren zijn groot. [...] Buiten spelen. Volwassenen worden lyrisch als ze eraan terugdenken. Bomen beklimmen, slootje springen, voetballen - en niet gestoord door ouders. Maar kinderen doen het tegenwoordig te weinig, waarschuwde minister Dekker (VROM) begin deze week. Jeugdarts Ben Rensen in Utrecht verbaast dat niet: gemeenten vinden parkeerplekken belangrijker dan speelplaatsen, zegt hij.
[...] In zijn werk ziet Rensen onmiddellijk welke kinderen te weinig buiten spelen. Aan de motoriek.
Ouders beschermen hun kinderen ook te veel, vindt Rensen.
Kinderen moeten leren rekening te houden met de gevaren die er zijn en dat doe je alleen door veel buiten te zijn, zegt directeur Henk Kasbergen van Jantje Beton, een liefdadigheidsinstelling die ijvert voor meer buitenruimte voor kinderen. Volgens Kasbergen halen gemeenten ,,lang niet'' de 3 procent openbare ruimte die volgens deskundigen nodig zou zijn voor veilige speelplekken. De gevaren in de stad zijn talrijk, of in elk geval de gevaren die ouders menen te zien: auto's, hondenpoep, injectienaalden die verslaafden laten slingeren, andere, vervelende kinderen, enge mannen. Kasbergen:
[... ... ...]
[...] Speelmogelijkheden creëren, is volgens Kasbergen niet alleen een kwestie van geld.
Automobilist rijdt te hard op woonerfIn zones waar automobilisten maar 30 kilometer per uur mogen rijden, rijden ze doorgaans harder. Ouders die er wonen, weten dit. Ze laten daarom hun kinderen pas zelfstandig buiten spelen als die gemiddeld 5,5 jaar oud zijn, ongeveer even oud als kinderen die wonen in 50 kilometer-zones. Dit blijkt uit een landelijke enquête van verkeersveiligheidsorganisatie 3VO, die is gehouden tijdens de straatspeeldag in juni. Vorig jaar deed 3VO ook snelheidsmetingen in 30 km-gebieden en toen bleek dat 85 procent van de automobilisten harder rijdt dan 30 km per uur. In woonerven waar automobilisten stapvoets moeten rijden, houden zij zich er wel aan. Ook dat merken de ouders, die hun kinderen daar gemiddeld al met 4,3 jaar oud alleen buiten laten spelen. Uit de enquête bleek ook dat in meer dan 60 procent van de straten kinderen moeilijk zelfstandig oversteken. Zonder ouders bereiken ze de speelplaatsen dus niet. In 60 procent van de straten zijn bovendien te weinig of geen speelplekken voor kinderen. TNO rapporteerde onlangs dat slechts drie procent van de kinderen in de steden voldoende beweegt.
|