Citaten uitDe mens is een angsthaas gewordenDick Hofland, De Stentor 30 januari 2004 Die nacht had het gesneeuwd. Kees deed 's ochtends de gordijnen van zijn slaapkamer open en voelde het bloed naar zijn hoofd stromen. '.Pap! Mam! Sneeuw!' Aan tafel propte hij zijn eten naar binnen. Hij moest wachten tot vader en moeder klaar waren met eten en de tafel hadden opgeruimd. 'Dan ga ik vast een sneeuwpop maken.' De radio meldt dat het KNMI een weeralarm afgeeft: Pas goed op! Kijk goed uit! Het blijft sneeuwen, zo klinkt het bijna dreigend, en in de loop van de dag komt er vanuit het noordwesten een enorme sneeuwstorm op ons af. Op sommige plaatsen kan er wel vijf centimeter sneeuw vallen. 'Blijft u vooral binnen als u niet heel dringend naar buiten moet.' Wat een gezeur, denkt de vader van Kees. 'Ik neem lekker een vrije dag om met dat joch te gaan sleeën. En als het flink blijft doorsneeuwen, kunnen we zaterdag met zijn allen gaan langlaufen.' 'Zo moet het', zegt Rick van Baaren. 'Niet bang zijn, maar genieten.' [...]
Als je zo naar sneeuw kijkt, mijmert hij, zullen je kinderen hun hele leven lang
blij zijn als het gaat sneeuwen. Maar als moeder gaat huilen omdat bet sneeuwt
of vader gaat vloeken en tieren omdat bij door de sneeuw in de file zit, zullen
kinderen ook als volwassenen sneeuw associëren met iets naars.
|
[...]