Minder buiten spelen doet geen kind goeddoor Marianne de Valck Wegener Dagbladen 10 mei 2001 Het speelpeil in Nederland daalt. Leids onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen tegenwoordig gemiddeld drie uur per dag televisie kijken en steeds minder buiten spelen. Dr. R. de Groot, secretaris van de Nationale Speelraad, waarschuwt voor de negatieve gevolgen voor de lichamelijke, sociale en verstandelijke ontwikkelingen van kinderen. Buiten spelen is goed voor kinderen. Doen ze dat te weinig, dan heeft dat negatieve gevolgen voor hun lichamelijke, sociale en verstandelijke ontwikkeling. Kinderen hebben anno 2001 meer speelgoed dan ooit. Maar De Groot stelt vast dat het de kinderen tegenwoordig vooral aan tijd ontbreekt om te spelen: ,,Want kinderen kijken gemiddeld drie uur per dag televisie, doen spelletjes op de computer en hebben het naast buitenschools werken ook vaak heel druk met de sporten en clubs." De gevolgen voor de ontwikkeling bij het ontbreken van wat te spelen: De Groot ‘driedimensionaal spel’ noemt, blijven niet uit. Regelmatig wijzen onderzoekers op toenemende bewegingsachterstand bij kinderen, met als gevolg bijvoorbeeld dat steeds minder kinderen een vloeiend handschrift ontwikkelen. Minder buiten spelen kan betekenen dat kinderen minder goed leren hoe de wereld om hen heen in elkaar spreekt. Het leren kennen van de eigen woonomgeving is belangrijk om zich te kunnen oriënteren en ruimte en snelheid te kunnen inschatten. Vaardigheden die bij rekenen hard nodig zijn. Zoals spelen oom belangrijk is voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden, taal, het leren omgaan van winst en verlies, rolverdelingen en assertiviteit. De tijd achter de televisie en de computer gaat ten koste van het spel dat ze zelf kunnen verzinnen, alleen of samen met anderen.Het ontbreekt kinderen tegenwoordig vooral aan de figuurlijke ruimte om te spelen. De Groot : ,, Kinderen worden veel meer dan vroeger geleefd en hebben veel meer aan hun hoofd. Dat werkt vervlakking de hand, geen diepgang in de informatieverwerking. En dat weerspiegeld zich in de samenleving, die met one-linners ook steeds meer aan de oppervlakte blijft." Speelgoed De wereld om de kinderen heen is vaak te ingewikkeld om na te spelen. Wanneer een vader bakker is, weet zijn kind wat paps voor werk doet. Maar wat doet een ‘senior plant engineer’? Hoe een lampje gaat branden, wordt met het tegenwoordige speelgoed niet duidelijk. alleen waarom het gaat branden. Kinderen zijn consumenten: ze weten waarvoor iets te gebruiken is, zonder de werking, de samenstelling of de logische verbanden te begrijpen. Zelfs oplossingen en toepassingen verzinnen wordt daardoor moeilijker. Dit heeft gevolgen voor het vermogen om te improviseren en de anticiperen. Het luiden van de alarmklok gebeurt niet helemaal zonder hoop. Onderzoek van onder meer drs. H. Rost aan de katholieke Universiteit in Nijmegen heeft uitgewezen dat de belangrijkste voorwaarde om te blijven spelen, de waardering van de ouders is. Wanneer een kind het gevoel heeft dat zijn ouders buiten spelen net zo waarderen als het spelen met een computer, dat zelfgearabiseerde knutsels minstens zo mooi kunnen zijn als nagemaakte voorbeelden en eigen spelregels minstens zo slim zijn als door de fabrikant bedachte mogelijkheden, dan vind het kind het leuk om te spelen. En wie leuk aan het spelen is, consenteert zich, verzint steeds wat nieuws en blijft spelen. Kinderen spelen omdat ze niets beters te doen hebben. Het is het beste wat ze kunnen doen.
|