Citaten uit
Generatiegrenzen moeten weg,
Kees Penninx,
Wegener Dagbladen, 5 april 2002
[..] Leeftijdsgrenzen zitten nog steeds in onze structuren en
in onze hoofden. Wij leven in een naar leeftijd gesegmenteerde samenleving. Uit
het industriële tijdperk hebben wij het beeld overgehouden dat je leert als je
jong bent, dat je werkt en zorgt als je volwassen bent en dat je geniet van je
welverdiende rust als je oud bent. Op grond daarvan hebben wij onze sociale
structuren opgebouwd: onderwijs voor wie jong is, de arbeidsmarkt voor de
middengroep en vrijblijvende vrije tijd voor de ouderen.
Zo is een samenleving van aparte leeftijdsenclaves ontstaan.
[...]
Is een school niet veel leerzamer en leuker als ook
ouderen er hun rekenen taalvaardigheden op peil kunnen houden en hun
levenservaring kunnen overdragen? Is een woonzorgcomplex voor ouderenniet
als er ook kinderen en jongeren over de vloer komen? [...]
Het buurthuis, de school, het verzorgingshuis, de
bibliotheek, ze kunnen stuk voor stuk ontmoetingsplaatsen zijn. Generaties kunnen elkaar veel
leren. Ouderen leren jongeren biljarten. Jongeren leren ouderen omgaan met
nieuwe media. De kracht van de een is het welzijn van de ander. [...]
Juist jongeren en ouderen
maken veel gebruik van voorzieningen in de buurt. Het is dus van belang dat zij
een minimum aan tolerantie en respect voor elkaar kunnen opbrengen.
Uit onderzoek blijkt telkens dat investeren in sociale contacten
meer bijdraagt aan gevoelens van veiligheid dan bijvoorbeeld meer blauw op
straat.
Een voorbeeld van een project waarbij jongeren zich inzetten,
voor ouderen in hun buurt is het Karweiteam in Amsterdam. Zo'n 60 merendeels
allochtone jongeren doen klussen voor aan huis gebonden ouderen in hun buurt.
Zij ontvangen daarvoor vouchers, 'tegoedbonnen', die deels door het
gemeentebestuur en deels door de ouderen worden betaald. Het aardige is dat in
een multicultureel samengestelde wijk de ontmoeting tussen generaties telkens
ook een ontmoeting tussen verschillende culturen blijkt te zijn. [...]
In zogenaamde peuterprojecten gaan peuters op bezoek bij
dementerende ouderen. De ouders van de kinderen zien vaak voor het eerst een
verpleeghuis van binnen. In Haaksbergen werken scholieren enkele uren per week
in de ouderenzorg en zij verdienen daarmee evenveel als met vakken vullen in de
supermarkt. In het internetcafé in het verzorgingshuis krijgen ouderen
computerles van whizzkids uit de buurt. Steeds meer instellingen voor
ouderenzorg en kinderopvang vinden elkaar in gezamenlijke nieuwbouwplannen en
-projecten. In 'woonzorgzones' krijgen zelfstandig wonende ouderen zorg aan
huis. Dat is mooi, maar voelen zij zich ook welkom en veilig inde wijk? [...]
Ouderen helpen al als
voorleesopa's en -oma's in de klas. Andere ouderen begeleiden de kinderen in de
schooltuin of draaien mee als overblijfhulp en klaar-over.
De ouderen vinden het leuk om te doen en voelen zich
gewaardeerd. Scholen zijn er blij mee, want zie in deze tijd nog maar eens
voldoende helpende ouders te krijgen. In de kinderopvang is jong het gangbare
beeld; wie de 50 is gepasseerd heeft daarin niets te zoeken. Steeds meer
organisaties voor kinderopvang denken daar gelukkig anders over. Waarom zouden
kinderen alleen door jonge meiden kunnen worden opgevangen?
Ook enkele Noord-Hollandse gastouderbureaus hebben zich gestort
op de moderne, vitale oudere die nog volop in de weer is. Niet alleen verlichten
zij het tekort op de arbeidsmarkt, zij brengen ook veel levenservaring in.
Ik sluit af met twee aanbevelingen. Nieuwe vitale coalities,
waarin verkokering wordt doorbroken en generaties elkaar kunnen vinden, moeten
worden gestimuleerd. Maar niet zonder ouderen en jongeren daar zelf bij te
betrekken. Niet alles hoeft vorm te krijgen in nieuwe projecten. Er kan ook door
de 'intergenerationele bril' naar bestaande projecten, accommodaties en
organisaties worden gekeken. Het gaat voorat om nieuwe combinaties van mensen en
middelen.
We kennen de uitspraak 'It takes a village to rear a child'
('Er is een dorp nodig om een kind op te voeden'). We kunnen ook zeggen: er is
een hele stad nodig opdat wij allemaal waardig ouder kunnen worden.
Kees Penninx Is senior medewerker van het Nederlands Instituut
"oor Zorg en Welzijn (NIZW).