Citaten uit
Ouders zijn managers geworden
WUBBY LUYENDIJK
NRC 8 september 2001
Ouders worden angsthazen, signaleert de Britse socioloog
Frank Furedi, en kinderen zijn daar de dupe van. Lezers
reageren instemmend, en ook opgelucht.
'Ouders leren kinderen het leven af.'
[Lezersreacties op het interview
met Frank Furedi, 1 september 2001]
[.. D]e meeste lezers zijn het met hem eens. Afgaand op de ruim twintig
reacties is de trend onmiskenbaar, en de instemming praktisch unaniem. Ouders
worden angsthazen. En zij niet alleen. De regelmakers bij de overheid kunnen er
ook wat van, schrijft A.F. Eikenaar uit Haren. Speeltuinen die moeten sluiten
omdat de toestellen gevaarlijk zijn. Kinderdagverblijven die opstapjes moeten
verwijderen.
,,Het is een tendens in de opvoedingspraktijk die overal in
Nederland zichtbaar begint te worden.''
Levien en Frank Vermeer uit
Asperen [hebben] een zoon van 17 en twee dochters van 13 en 11 die elke dag kilometers
moeten reizen naar school.
,,Ik merk hoe gespannen we zijn. Sinds we Dutroux
kennen en worden overspoeld door berichten van het ene na het andere meisje dat
verdwijnt, kost het me de grootste moeite kinderen vrij te laten.'' L
evien
schrijft:
,,Ik betrap me er meer dan eens op dat ik onaangename en/of onbekende
ervaringen wil ondervangen, voorbereiden, controleren of opvangen voor mijn
kinderen.''
[...] Anjo Geluk-Bleumink
( ,,Ik heb vijf kinderen en een kleinkind'') uit Emmen schrijft dat we in een
tijdperk van angst leven. Niet alleen ouders zijn angsthazen, iedereen is dat,
schrijft ze.
,,We spelen op zeker, kopen zekerheid in of af, hebben alles zoveel
mogelijk onder controle.''
[...] Lida Tusler-Penters (,,Ik ben van 1920'') uit Bergen
[.] ziet met
lede ogen aan hoe de lagere-schooljeugd verpietert op de achterbank van de auto.
,,Als ik aan mijn eigen vrije, spannende Amsterdamse jeugd denk, kan ik alleen
mijn onwijze hoofd maar schudden.'' Ze schrijft: ,,Toen mijn broer, drie jaar
ouder dan ik, acht jaar werd, hing mijn vader een kaart van Amsterdam in onze
kamer met de uitspraak: `Je mag nooit de weg vragen in je eigen stad.' Ik mocht
ook op mijn achtste door de stad gaan zwerven met mijn vriendinnetje, zoveel ik
wilde, zolang ik maar op de afgesproken tijd thuiskwam. Ik heb ervan geleerd op
te letten, niet bang te zijn, risico te nemen, maar niet roekeloos te zijn.''
En dan nog één ding: de uitspraak van Furedi
over hyperactieve kinderen met ADHD. Wat blijft er over als je het medische
etiketje er af haalt, vroeg hij. ,,Niet kunnen concentreren, geen
doorzettingsvermogen, druk, niet luisteren: is dat niet de beschrijving van
onopgevoed gedrag?'' Veel lezers kwalificeren die opmerking als ,,een
eye-opener''. Eén briefschrijver, Saskia Brederveld, was het daar niet mee
eens. ADHD is een neurologische afwijking die niets met opvoeden te maken heeft.
Was het maar waar.
,,Gelukkig heeft geen van mijn vier kinderen
ADHD, hun vader
helaas wel. En dat hij in zijn jeugd veel is gestraft, heeft geen beter mens van
hem gemaakt. Ik heb geprobeerd met hem te leven, hij wilde niets liever, maar
ondanks hulp van psychiater en medicijnen is het niet gelukt.''