Citaten uit
"Nederlandse burgers zijn zeurpieten"
Velthuis, Olav, De Helling, zomer 2002
Burgers moeten ophouden zoveel et verwachten van de politiek
en zelf de handen uit de mouwen steken. Volgens de Amerikaanse politicoloog
Benjamin Barber is het antwoord op de ontreddering van westerse democratieën
niet leiderschap maar burgerschap.
[...] Volgens [de Amerikaanse politicoloog Benjamin] Barber, die verbonden is
aan de universiteit van Maryland, ligt de democratie van twee kanten onder
vuur.
|
Aan de ene kant wordt zij bedreigd door Jihad, een reactionair,
intolerant isolationisme dat zich af wil zonderen van andere culturen en
religies, en daartoe hoge muren optrekt. In haar meest militante vorm
manifesteert Jihad zich in terroristische aanslagen waarvan 11
september [2001] het tragische hoogtepunt vormt. |
|
Aan de andere kant rukt McWorld op, dat wil zeggen: de moderne,
grensoverschrijdende markten van het kapitalisme, die leiden tot een
uniforme mondiale cultuur en tot een oppervlakkig consumentisme.
Bovendien resulteert McWorld in een chaotisch, ongereguleerd
kapitalisme dat grote delen van de wereldbevolking marginaliseert, en
daardoor een voedingsbodem biedt aan Jihad. |
Een gezonde democratie, waarin burgers actief participeren, overleeft niet in
dit krachtenveld.
[... Het is] Barber om twee krachten te doen die zich binnen iedere
cultuur manifesteren. In de vorm van nationalisme, parochialisme, of
vreemdelingenhaat kom je Jihad niet alleen in het Midden-Oosten tegen,
maar ook in voormalig Joegoslavië en de Sovjetrepublieken, of onder de aanhang
van rechtse populisten in West-Europa. [...]
"Het politieke klimaat waarin Fortuyn groot werd, is dat van angst.
Hij beloofde de mensen gouden bergen: 'de politiek en de ambtenarij, die
begrijpen u niet, maar ík begrijp u, en ík zal alle problemen oplossen.'
Zijn succes moet gezien worden in de context van onbeheersbare problemen op
wereldniveau. " [....]
"De wereld waarin we nu leven, daarentegen, is een wereld waarin
levensbepalende factoren, zoals het klimaat, de economie, de ziekten die we
oplopen, of de criminaliteit waarmee we worden geconfronteerd, buiten het
politieke bereik van individuele natiestaten zijn komen te liggen. Wat aids,
terroristen, het internet, het broeikaseffect en financiële markten met
elkaar gemeen hebben, is dat ze geen paspoort dragen. Als een Nederlands
bedrijf zijn spullen pakten naar het buitenland vertrekt, kan de Nederlandse
regering alleen maar toekijken. Het is dus niet langer effectief om de poorten
te sluiten. Voor burgers blijkt dit een onrustbarende en deprimerende
gewaarwording te zijn. Het feit dat het volk roept dat Nederland na de dood
van Fortuyn aan de rand van de afgrond staat, is een teken van hulpeloosheid.
"De opkomst van nieuw rechts in Europa, zoals Haider in Oostenrijk, Le
Pen in Frankrijk of Fortuyn in Nederland, is in vele opzichten niet met elkaar
vergelijkbaar. Maar wat hen bindt is een reactionair antwoord op dat
onrustbarende gevoel, op die onbeheersbare wereld. Zij willen vat krijgen op
de toekomst van een land door terug te gaan in de tijd, door opnieuw muren op
te trekken en grenzen dicht te gooien: 'we zijn vol, einde aan de immigratie.'
Maar die oplossing is een mythe. Zelfs als je alle immigranten de deur uit zou
zetten, los je de problemen in Nederland niet op. Geen muur is hoog genoeg om
burgers te beschermen tegen aids, tegen het verlies van banen, tegen
internationale kapitaalstromen, of tegen grensoverschrijdende criminaliteit.
11 September heeft bewezen dat die bescherming onmogelijk is, ook als je over
het sterkste leger ter wereld beschikt zoals de Verenigde Staten. Zelfs het
machtigste land ter wereld kan niet langer zijn eigen toekomst vormgeven.
"Vanochtend liep ik met iemand door Rotterdam toen we een dode rat
zagen liggen. Mijn gezelschap zei meteen: 'zie je wel hoe slecht het gaat met
Nederland, zo'n rat had er vroeger niet gelegen. De overheid is niet meer wat
ze geweest is'.Mijn reactiewas: 'kom op man, pak die rat zelf op'. De
kwaliteit en het karakter van een democratie wordt meestal begrepen in termen
van politieke leiderschap. Wat mij betreft is het huidige probleem van
Westerse democratieën echter een probleem van burgerschap. Burgers zien
zichzelf als consumenten van overheidsdiensten, als klanten van de BV
Nederland.
"Dat geldt ook voor het geklaag dat er niet naar hen wordt geluisterd
doorpolitici. Populisten en reactionairen zeggen altijd dat ze de stem van het
volk zijn, dat de gevestigde partijen corrupt en incapabel zijn. Wat dat
betreft weinig nieuws onder de zon. Mijn probleem met dat Nederlandse geklaag,
en ook met al dat geklaag in Amerika, is dat iedereen automatisch denkt dat er
iets aan de hand is met de politiek zodra de democratie aan kwaliteit inboet.
Maar misschien ligt het probleem bij de burgers zelf. Dachten ze nu echt de
samenleving te veranderen door een demagoog in het zadel te helpen? Het
aanstellen van andere politieke leiders zal niets aan de kwaliteit van de
democratie veranderen zolang burgers hun eigen houding niet veranderen. En
zolang ze dat niet doen, hebben ze geen recht om te klagen." [...]
"De huidige passiviteit van burgers heeft echter meer te maken met het
politieke stelsel van een representatieve democratie. In mijn boek Strong
Democracy heb ik betoogd dat representatieve democratieën er makkelijk
toe leiden dat het contact tussen politici en degenen die ze vertegenwoordigen
verloren gaat. Representatieve democratieën leiden tot passieve burgers, tot
een maatschappij waarin burgers beter in staat zijn te klagen dan zelf te
handelen. Dat is de doodsteek voor iedere democratie."
"Het probleem is dat we momenteel in een vicieuze cirkel zitten: we
hebben politieke leiders nodig die burgers inspireren om hun eigen
verantwoordelijkheid te nemen, maar omdat die er niet zijn nemen burgers hun
eigen verantwoordelijkheid niet, en geven ze de schuld van alle problemen aan
de politiek. Die, cirkel moet doorbroken worden.
Om dat voor elkaar te krijgen, is wel een of andere voortrekkersrol nodig.
Publieke intellectuelen zouden daarin een belangrijk aandeel kunnen hebben,
maar dat willen ze niet. Ze zijn bang, het ontbreekt hun aan de moed.
Bovendien ligt er een probleem bij de media. Die zouden een opvoedende rol
moeten spelen, zij zouden burgers moeten helpen zich te organiseren. In plaats
daarvan zijn media onderdeel van het probleem: ze zeuren en klagen met de
burgers mee.
Het is dus wachten op een goed leider, een goede mediapersoonlijkheid, een
goede journalist, een goed boek, een goed artikel, of een groep burgers die
zegt: 'nu is het genoeg geweest, wij gaan zelf aan de slag'.
Als ik nu een politiek leider zou zijn, zou mijn reactie zijn: 'Oké, ik heb
gefaald, maar hoe zit het met jou? Wanneer ga je nu eindelijk een keer het
heft in eigen handen nemen? Waarom is Rotterdam zo'n smerige stad? Steek zelf
je handen eens uit de mouwen'. Ik zou voorstellen te gaan praten over de
verantwoordelijkheden van burgers, in plaats van alleen maar over hun rechten.
"Om een democratie sterk te maken is het noodzakelijk instituties in
het leven te roepen die mensen in staat stel lokaal hun stem te laten gelden.
Het probleem is evenwel dat politieke macht niet op lokaal niveau te vinden
is, en ook steeds minder op nationaal niveau. Je kan je als burger met andere
woorden inzetten in het schoolbestuur, het wijkorgaan of de gemeenteraad van
Rotterdam, maar de plek waar je invloed moet hebben is Frankfurt of
Washington.
Die combinatie van lokale en supranationale democratische instituties noem ik
confederalisme. Het niveau var nationale politiek is met andere woorden minder
belang rijk voor de toekomst: de natiestaat is te groot voor solidariteit en
broederschap, maar te klein voorde belangrijke economische of ecologische
vraagstukken. Bovendien schiet de natiestaat tekort om een alternatief te
bieden aan de krachten van Jihad en McWorld. [...]
Ik geef toe dat het veel makkelijker is om een politiek van uitsluiting te
voeren in individuele lidstaten om in te spelen op de angst die leeft onder de
bevolking. Je fundamentele afhankelijkheid durven onderkennen is moeilijk.
Bovendien vraagt het democratische alternatief om keiharde arbeid en om
participatie van burgers. Van daar ook dat ik zeg dat democratie altijd een
doorlopend proces is: democratie is in feite niets anders dan de strijd voor
democratie."
|