Start Omhoog

Citaten uit

  De Amerikaanse koorts
Leo Strauss – verkeerd begrepen godfather van het neoconservatisme

  Leon Heuts
Filosofie Magazine mei 2003

Waar komt de ideologie van de neoconservatieve regering-Bush vandaan?
Een stamboomonderzoek stuit op de Duits-joodse filosoof Leo Strauss, die school maakte aan de universiteit van Chicago. Maar de meester is verkeerd begrepen. Zijn kritische diagnose van de moderniteit is verworden tot een koortsige dadendrang de wereld te herscheppen.

[…] Leo Strauss (1899-1973), de Duits-joodse politiek filosoof die eind jaren dertig vluchtte naar de verenigde Staten, waar hij ondermeer doceerde aan de universiteit van Chicago. Het was aan deze universiteit, en onder zijn vleugels, waar enkele studenten – de zogeheten straussians – zich ontwikkelden tot de invloedrijke ontwerpers én uitvoerders van het hedendaagse neoconservatisme. […] Of de ‘straussians’ de meester goed hebben begrepen, is echter zeer de vraag. Met de politieke leer van Strauss kunnen de mondiale pretenties van de Verenigde Staten eerder worden egzien als een tiranniek uitvloeisel van het modernisme, waarbij iedere vorm van politiek om zeep wordt geholpen. Hoe is deze misvatting te verklaren?  

Strauss zag eind jaren twintig, als jonge, joodse student van onder meer Martin Heidegger, de liberaal-democratische Weimarrepubliek uiteenvallen. In dit klimaat van ondergangsgedachten, revolutionair gezind conservatisme en heideggeriaanse ‘destructie’ van de westerse metafysische traditie ontwikkelt Strauss zijn eigen kritische houding tegenover het moderne liberalisme, die hij de rest van zijn folosofisch leven consequent volhoudt.  

De meest in het oog springende symptomen van deze crisis zijn relativisme en nihilisme – een cultuur van ‘anything goes’ [‘alles moet kunnen’] waaruit de klassieke fundamentele vraag naar het goede leven is verdreven door vermaak en spektakel. […]  

Is de filosofie van Strauss voornamelijk bedoeld als diagnostiek van de moderne tijd, ergens in de Amerikaanse receptie moet zijn werk zijn opgevat als een therapie. Strauss zelf was zeer terughoudend om aan zijn werk politieke consequenties te verbinden. […]  

De neoconservatieve revolutie in de Verenigde Staten voorzag het zwakke politieke mandaat van president Bush van een krachtige ideologie [… aan de hand van…] een wereldorde die wordt egschapen naar voorbeeld van wat de neoconservatieven zien als ‘American values’.  

Het wrange van dit verhaal is dat dit precies een van de dingen is waar Leo Strauss voor waarschuwt. […] De kritiek van Strauss op het modernisme houdt in dat het Westen, in zijn ijver om geschiedenis te maken, de ‘spanning’ is vergeten die uitgerekend de bron vormt van de westerse beschaving: de klassieke Atheense filosofie en de joods-christelijke monotheïstische traditie. [… H]et is in de tegenstelling van Athene (filosofie) en Jeruzalem (religie) dat men het goede leven vorm geeft.  

In de moderne tijd […] is deze vraag naar het goede leven ingeruild voor een poging een samenleving zonder tegenstellingen te scheppen, met behulp van wetenschap en technologie. De netelige kwestie van het goede leven, waar Athene en Jeruzalem hun tegengestelde antwoorden op gaven, worden ingekapseld. […]  

De Amerikaanse neoconservatieve beweging toont zich in zijn kritiek op het relativisme een volgeling van Strauss, maar de draconische oplossing valt precies onder de cultuurkritiek op het modernisme van de joodse denker. Ze bedrijven moreel decisionisme, waarbij het belangrijker is dát er morele waarden zijn, dan dat het goede, doordachte morele beginselen zijn – uitgerekend datgene waar Strauss voor waarschuwt. De ‘vergeten’ vraag naar het goede wordt ingeruild voor het streven naar een wereldorde. De illusie daarbij is dat in deze nieuwe wereld alle problemen zijn opgelost. De neoconservatieven bedrijven ‘messiaanse politiek’, een modernistische utopie bij uitstek. Strauss spreekt in dat opzicht van het gevaar van een ‘koorts van het decisionisme’ – een verheerlijking van het momentum in de verdwaasde opvatting dat een wereld zonder tegenstellingen mogelijk is. […]  

In het Midden-Oosten dreigt een fusie tussen moslimfundamentalisme en pan-Arabisch nationalisme, als enig mogelijke antwoord op wat men niet anders kan zien dan een waarde-imperialisme van de Verenigde Staten.

 

Start Omhoog