Citaten
uit
De
wortels van de islamitische woede
Bernard
Lewis, Trouw 28 juni 2003
[…] ‘Moslims zien een staat niet als een eenheid, met
verschillende godsdienstige groepen, maar ze zien een godsdienst, verdeeld over
verschillende staten.’
[…
O]ndanks
enorme investeringen in het geschiedenisonderwijs is het historisch bewustzijn
van de gemiddelde Amerikaan abominabel laag. Moslims zijn, net als andere
volken, gevormd door hun geschiedenis. Maar anders dan sommige anderen zijn zij
zich daar zeer van bewust.
[Samenvattend:]
De staten in het Midden-Oosten zijn betrekkelijk jonge creaties van de vroegere
westerse koloniale heersers. Men grijpt in de herinnering eerder terug op het
Ottomaanse Rijk dat er daarvoor was. Men voelt zich eerder moslim dan Arabier of
Pers “omdat Arabieren het gevoel van een gezamenlijke etnische en territoriale
identiteit eenvoudigweg vreemd is”. Hun tegenstanders noemden zij eenvoudigweg
kafirs, ongelovigen. “Volgens
dezelfde gewoonte noemen zij zichzelf nooit Arabieren, Perzen of Turken, maar
moslims.”
Verwijzingen
naar een oud verleden zijn in de dagelijkse werkelijkheid heel gewoon. […
Veelal] snelle onvolledige toespelingen. Toch maakten beide strijdende partijen
er dankbaar gebruik van, in de wetenschap dat de diepere betekenis ervan zelfs
door de grote aantallen ongeletterden in beide kampen goed begrepen zou worden.
Het is vrijwel ondenkbaar dat men in het Westen bij het bedrijven van
massapropaganda op dezelfde manier te werk zou gaan [...].
Het
historische besef van volken in het Midden-Oosten wordt gevoed vanaf het
preekgestoelte, op school en in de media. Hoewel dit voedsel dikwijls
tendentieus gekruid is – en onzorgvuldig bereid wordt – blijkt het
levendige, krachtige resultaten op te leveren.
Op 23
februari 1998 drukte de in Londen verschijnende krant Al-Quds
al-Araby de volledige tekst af van een ‘Bekendmaking
van het Islamitisch Front van de Wereld voor een Djihad tegen de Joden en de
Kruisvaders’. Deze door Osama Bin Laden en de leiders van de djihad-groepen
in Egypte, Pakistan en Bangladesh ondertekende verklaring zou naar de krant
gefaxt zijn. Het is een prachtig stuk welbespraakt, soms zelfs poëtisch
Arabisch proza dat getuigenis aflegt van een interpretatie van de geschiedenis
waarmee de meeste westerlingen onbekend zullen zijn.
[Samengevat:]
Deze interpretatie is het op één lijn stellen van de Amerikaanse aanwezigheid
in het Midden-Oosten met de aanvallen van de Kruisvaarders en de Joden van vele
eeuwen eerder.
De
verklaring gaat verder met de vaststelling dat deze misdaden neerkomen op een ‘duidelijke
Amerikaanse oorlogsverklaring aan God, zijn Profeet en de moslims’. In een
dergelijke situatie, als moslimlanden door vijanden worden aangevallen, zijn de Oelema al eeuwenlang unaniem van mening dat iedere moslim
persoonlijk tot de djihad geroepen is.
[Samengevat:]
Omgeven met citaten uit de Qur’an en andere oude moslimgeschriften wordt dan
de fatwa uitgesproken in de vorm van
een oproep om zo veel mogelijk Amerikanen te doden (“Het is de persoonlijke plicht van iedere moslim die hiertoe in staat
is ….”). Een en ander wordt gepresenteerd als Gods Bevel.
Moslims
hebben dus een geheel andere kijk op gebeurtenissen die in het Westen
bijvoorbeeld ‘de bevrijding van Koeweit’ worden genoemd. Er is geen
‘dankbaarheid’, nee, er is wrok.
Wat wij
in het Westen geneigd zijn te vergeten, is dat (Sadoedi-)Arabië voor moslims
het Heilige Land bij uitstek is, met name de Hidjaaz
en zijn twee heilige steden: Mekka, de geboorteplaats van de Profeet, en Medina.
[Samengevat:]
Dit
heilige gebied is traditioneel en tot op heden toe verboden voor niet-moslims.
Het betreden van deze grond door hen is een ernstige misdaad.
Men
kijkt en interpreteert dus in termen van het geloof. Amerikanen zijn geen
‘bevrijders’, maar ‘ongelovige indringers’.
Voor het bestrijden van terroristische daden …
“…
zou het zeer nuttig zijn als men zou begrijpen welke krachten deze terroristen
drijven.”