Citaten uitVisserij toch oorzaak vogelsterfteOnderzoeksleider neemt te snelle conclusie in rapport over Waddenzee terugdoor Marjan Agerbeek, Trouw, 23 januari 2004 De afname van de vogelstand in de Waddenzee is toch grotendeels toe te schrijven aan de schelpdiervisserij, en niet aan het schoner worden van het water. Dat zegt Bruno Ens van onderzoeksinstituut Alterra in Wageningen. Alterra deed eerder samen met twee rijksinstituten (RIVO en RIKZ) het zogeheten EVA II onderzoek, naar het schelpdiervisserijbeleid van het ministerie van landbouw in de jaren negentig. [...] Ens vindt het heel vervelend dat er door de formuleringen in persberichten, in de wetenschappelijke samenvatting en in de publieksversie van het onderzoeksrapport het beeld is ontstaan dat het schoner geworden water hoofdoorzaak is van de vogelsterfte.
De gedachte in het rapport is dat er door het schoner geworden water minder algen in de Waddenzee leven. Algen zijn het voedsel van schelpdieren, dus minder algen leiden tot een vermindering van kokkels en mossels. En minder schelpdieren betekent minder voedsel voor scholeksters en eidereenden. Bij de presentatie van het EVA II rapport noemde landbouwminister Veerman het gevolg van het schone water 'een belangrijke conclusie' die 'niet zomaar aantoont dat de kokkelvisserij moet verdwijnen om de natuur te redden'. De kokkel- en mosselvissers waren opgetogen. Eindelijk was aangetoond dat zij niet grote de boosdoeners zijn van de vogelsterfte in de Waddenzee. Intussen hebben diverse wetenschappers kritiek geuit op de conclusie over het effect van het schonere water. Gezien de onderzoeksgegevens zou het slechts om een idee gaan, geen harde conclusie.
|