Citaten uit'Draagkracht Waddenzee is er bijgesleept'Door onze redacteur Arjen Schreuder Wetenschappelijke kritiek op rapport kokkelvisserijROTTERDAM, 28 JAN. Onderzoekers van de Waddenzee ruziën over de invloed van schelpdiervisserij op de natuur. Was de recente evaluatie wel onafhankelijk? `Wetenschappers hebben niet goed opgelet.' `Minder wadvogels door dalende draagkracht waddengebied en schelpdiervisserij'. Zo luidde de kop boven het persbericht van Wageningen Universiteit bij de presentatie, vorige maand, van de langverwachte evaluatie van het schelpdiervisserijbeleid in de Waddenzee en de Oosterschelde. Een opmerkelijke conclusie, vonden politici en journalisten. Niet alleen de visserij beïnvloedt kennelijk het ecosysteem in de Waddenzee, maar ook de draagkracht, door de onderzoekers omschreven als de ,,maximale hoeveelheid schelpdieren'' die kan voorkomen in het belangrijkste natuurgebied van Nederland, los van visserij of predatie door wadvogels. Die draagkracht was de afgelopen decennia gedaald, zo bleek. Dat komt doordat er minder meststoffen, fosfaten en nitraten, op het water worden geloosd en daardoor worden er minder algen geproduceerd. Hoe minder algen, des te minder schelpdieren. En hoe minder schelpdieren, des te minder wadvogels. De kokkelvissers interpreteerden de conclusie als het bewijs dat niet zij de oorzaak waren van de teruggang in het aantal wadvogels, maar het schoner geworden water. En voor minister Veerman (LNV) was het een van de redenen om te concluderen dat de visserij niet moet worden verboden.
Het onderzoek was uitgevoerd door twee instituten van Wageningen UR: Alterra en het Nederlandse Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO), plus het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ). Na publicatie barstte er kritiek los. Medewerkers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) - dat niet bij de evaluatie betrokken was, ondanks uitdrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer - betwistten de theorie van de draagkracht. Zij kregen bijval van wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam. [...] NIOZ-onderzoeker Theunis Piersma, hoogleraar dierecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen:
Veel belangrijker is volgens hem de schadelijke invloed van vissersboten die de zeebodem omwoelen, een activiteit waarvan het bodemleven zich pas na twintig tot dertig jaar herstelt. Drie Groningse ecologen schreven in het vakblad Bionieuws:
[Onderzoeker Bruno] Ens spreekt van ,,een eenzijdige perceptie'' van het onderzoek dat ruim twintig deelrapporten omvat. Maar waarom was het dan de kop van het eigen persbericht? Ens:
[...] Onderzoekers van het NIOZ en Theunis Piersma vinden dat de wetenschappers zich hebben laten ,,gebruiken'' door het ministerie van LNV dat de regie over de voortgang van het onderzoek had. Piersma:
Onderzoeksleider Ens verwerpt de verwijten over beïnvloeding. In de ,,stuurgroep'' voorgezeten door LNV-topambtenaar Ton IJlstra hadden zowel natuurorganisaties als vissers zitting. De samenvatting van het eindrapport, de ,,publieksversie'', is geschreven met hulp van een externe ,,tekstschrijver''. Ens: ,,Die zei ons dat we dingen anders moesten opschrijven om het begrijpelijk te houden.''
|
[...]