Citaten uit
Onschuldig en toch bekennen
door Rob Hirdes, Ned. Dagblad 3 februari 2005
Rechters zijn niet onfeilbaar. Ook zij kunnen
zich vergissen, dwalen. Daarbij op het verkeerde been gezet door de politie. De
rechter neemt het politieonderzoek als uitgangspunt en verifieert dat. In de
meeste gevallen werkt het goed, maar soms ook niet.
Onschuldig en toch bekennen. Zeker gemarteld? Nee, gewoon verhoord in Nederland.
Volgens de Leidse rechtspsycholoog prof. dr. Peter van Koppen bekent onder druk
uiteindelijk iedereen, behalve James Bond. Een rechterlijke dwaling ligt dan al
gauw op de loer, maar ook zonder afgedwongen bekentenis zijn juridische
bedrijfsongevallen niet uit te sluiten.
De voor de Schiedamse Parkmoord tot achttien jaar en tbs met dwangverpleging
veroordeelde en inmiddels weer vrij rondlopende Kees Borsboom weet daarover mee
te praten. Hoewel onschuldig, bekende hij aanvankelijk toch de moord op de
tienjarige Nienke Kleiss en ook nog eens de zeer ernstige mishandeling van haar
elfjarige kameraadje.
De Hoge Raad heeft inmiddels ingestemd met een herzieningsproces.
[...]
Na eindeloze verhoren gingen ook de Twee van Putten, verdacht van de moord op
stewardess en plaatsgenote Christel Ambrosius, door de knieën. ,,Dan zullen we
het wel gedaan hebben'', prevelden ze uiteindelijk tegenover het verhoorteam.
Dat kwam ze op een veroordeling van tien jaar te staan. In een herzieningsproces
werden ze alsnog vrijgesproken, maar toen hadden ze hun straf al uitgezeten.
[...]
In Nederland is nooit onderzocht hoeveel
veroordeelden na een valse bekentenis achter de tralies belandden. In IJsland
wel. Daar bleek twaalf procent van de gevangenen
een onterechte bekentenis te hebben afgelegd, die niet werd doorgeprikt door de
rechter.
Van Koppen, verbonden aan het Nederlands Studiecentum Criminaliteit en
Rechtshandhaving, is ervan overtuigd dat je iedereen een misdrijf kunt laten
bekennen. ,
,Zelfs, bij wijze van spreken, de moord op
Bonifatius. Onder psychische druk is dat hooguit een kwestie van tijd.''
[...]
Radbraken
Zo verging het de Twee van Putten ook. Ze waren
emotioneel geradbraakt toen ze tot hun zogenaamde bekentenis kwamen.
,,De politie wilde de waarheid horen. Hun
waarheid, niet de onze. Waren we net na een verhoorsessie op het gemeentehuis
van Putten teruggekeerd in onze cel in het politiebureau in Apeldoorn of we
werden opnieuw opgehaald om ondervraagd te worden. Soms halverwege de avond,
net als we - vermoeid als we waren - in slaap waren gevallen. 'Beken nou maar,
dan zijn jullie ervan af. Bovendien, er zit toch niemand meer op jullie te
wachten. Jullie vrouwen hebben al een ander', werd ons telkens voorgehouden.''
Het meest vernederend vonden Du Bois en
Viets,
dat ze voor verhoor onderweg van Apeldoorn en Putten, soms opzettelijk door de
straat reden, waar ze hadden gewoond.
,,'Kijk nog maar eens goed, want hier kom je
voorlopig niet meer terug', kregen we dan te horen.''
,,Of: 'Hier op dit veldje speelt toch altijd
je zoontje. Misschien zie je hem nog. Dat is dan wel voor het laatst, want hij
wordt door jouw schuld uit huis geplaatst'. We lagen op z'n laatst jankend op
de bodem van het politiebusje om vooral maar niet naar buiten te hoeven
kijken.''
Uiteindelijk kwamen ze tot een - valse -
bekentenis.
,,Tegenover de rechter vertellen we wel de
waarheid, dachten we. Die gelooft ons wel; maar niet dus.''
Proef
Het is bijna onthutsend hoe gemakkelijk
onschuldigen na enige dwang een bekentenis afleggen. Een experiment onder
psychologiestudenten toonde dat onlangs nog weer eens aan. [...]
Ook zonder valse bekentenis zitten sommige mensen ten onrechte in de cel en
worden verdachten veroordeeld voor een misdrijf dat ze niet hebben gepleegd of
voor een misdrijf dat niet eens heeft plaatsgehad.
Hoe vaak er iets misgaat, is volgens Van Koppen vooral een kwestie van gissen.
,,Bij rechterlijke dwalingen heeft men maar
één zekerheid; slechts een deel ervan komt aan het licht.''
[...]
Cassatie
Een schoolvoorbeeld van een slecht
politieonderzoek noemt Van Koppen de moord op de vermogende Deventer weduwe
Wittenberg. Haar belastingadviseur is na een slepende procedure opnieuw tot
twaalf jaar veroordeeld. De Hoge Raad doet in deze zaak op 22 februari uitspraak
in een cassatieprocedure.
De Leidse rechtspsycholoog is er niet van overtuigd dat met de belastingadviseur
de werkelijke dader achter slot en grendel zit.
,,Het opsporingsteam had een dader te pakken,
deed de oogkleppen op en zocht daarna uitsluitend nog naar bevestigingen van
de eigen hypothese'', meent hij.
[...]
Rechterlijke uitglijders
Schoolvoorbeelden van rechterlijke dwalingen
zijn de Paskamermoord uit 1986 en de Puttense moordzaak uit 1994.