Athletisch-asthenische en andere andromorph-gynaecomoforme aspectenWordt het seksuele leven door instincten gestuurd?Een stukje geschiedenis2002 # 5 In de jaren vijftig van de vorige eeuw bezocht ik de destijds bekende onderzoeker Dr Willhart S. Schlegel in zijn Hamburger "Institut für Konstitutionsforschung der Deutschen Gesellschaft für Konstitutions- Medizin und –Psychologie". Voor die tijd deed hij op grond van eigen studies de gewaagde uitspraak, dat volgens zijn uitgebreid onderzoek de seksuele instincten bij de mens nauwkeurig bepaald zijn en in aanleg gegeven. Ik had lange discussies met hem in zijn studeerkamer, zo ook met zijn twee assistenten Heinz Liehr en Johannes Werres. De laatst genoemde bezocht mij enkele malen in Rotterdam. Schlegel voerde een nieuwe onderzoekmethode in die hij analytisch onderzoek der constitutie noemde, dat wil zeggen Konstitutionsdiagnostik mit Hilfe von Leitmerkmalen. Deze kenmerken zijn lichamelijke eigenschappen die weinig of niet aan verandering onderhevig zijn, met andere woorden eigenschappen die door milieu-invloeden weinig of niet beïnvloed worden, zoals bijvoorbeeld het skelet. Door middel van eindeloos lange reeks metingen, op meer dan 10.000 proefpersonen, stelde Schlegel een "athletisch-asthenische Variationsreihe" op. Aan de pluspool van de reeks bevindt zich de athleticus, aan de minuspool de asthenicus. Men bedenke echter wel, dat er grote en kleine, dikke en dunne athletici, zoals ook dikke en dunne, grote en kleine asthenici zijn. Een belangrijke lichaamsmaat is de afstand tussen de "tubera ossis ischii" (dwarsdoorsnede van de bekkenuitgang). De variatiecurve van de afstand tussen de "tubera ossis ischii" toont aan, dat er bij menige gezonde en verder onopvallende man overgangen naar een volledig vrouwelijke bekkenvorm voorkomen. En omgekeerd bij menige vrouw. Aangezien de grotere afstand tussen de tubera ossis ischii veelvuldiger bij vrouwen en de trechtervorm (dus kleinere afstand) meer bij mannen voorkomt, noemt Schlegel de eerste pool gynaecomorph (vrouwelijk) en de tweede andromorph (mannelijk) en stelt zodoende een andromorph-gynaekomorphe reeks op. Deze reeks heeft niets te maken met tussenvormen van de voortplantingsorganen of secundaire geslachtskenmerken. Ook de breedte van het bekken staat hier los van. De volledig andromorphe man en de volledig gynaekomorphe vrouw trekken elkander seksueel aan. Zij zijn beiden heterofiel. Voor de daartussen liggende tussenvormen van de andromorph-gynaekomorphe reeks bestaat in meer of mindere mate de mogelijkheid en de noodzakelijkheid van homofiele contacten. Dit komt grotendeels overeen met de heterosexual-homosexual rating scale van Alfred Kinsey. Schlegel meende aan te kunnen tonen, dat de oorzaken voor een overwegend actieve of passieve instelling bij homofielen constitutioneel zijn. Tevens werden een reeks fysiologische onderzoekmethoden toegepast. Ook de aanleg voor bepaalde ziekten werd in het onderzoek betrokken, evenals criminaliteit en constitutie. Ook het vraagstuk der beroepskeuze wordt belicht. Volgens Schlegel zijn de instincten bij de mens nauwkeurig bepaald en de seksualiteit is niet zo plastisch en onzeker als sommige richtingen der moderne antropologie en dieptepsychologie willen doen voorkomen. Voor een volledige beschrijving van zijn research moge ik verwijzen naar Schlegel’s boek "Körper und Seele: eine Konstitutionslehre für Ärzte, Juristen, Pädagogen und Theologen", Ferdinand Enke, Stuttgart 1957; en vooral zijn standaardwerk " Die Sexualinstinkte des Menschen. Eine naturwissenschaftliche Athropologie der Sexualität", Rütten und Loening, Hamburg 1962. Willhart Schlegel hoort thuis in de reeks onderzoekers zoals E. Kretschmer, W. H. Sheldon en G. Petersen, die allen hun steentje hebben bijgedragen. Ze zijn een beetje op de achtergrond geraakt door de snelle hedendaagse ontwikkelingen. In 1962 introduceerde ik de bevindingen van Willhart Schlegel in Japan (Athletic-Athenic and Andromorph-Gynaecomorph Variations; paper presented at the National Conference of the Japanese Psychological Association, University of Nisjinomija 1962). Willhart S. Schlegel werd op 13 augustus 1912 in Bad Soden geboren. Hij studeerde geneeskunde en antropologie aan de universiteit van Frankfurt am Main. Zijn proefschrift behandelde het psychosomatische beeld van de asthenie en haar erfelijkheid. Gedurende enkele jaren was hij chef-arts van de Nordsee-Klinik in Westerland op het eiland Sylt, daarna startte hij een internistische praktijk in Hamburg. In de loop der jaren heb ik hem goed leren kennen, als ook zijn beide assistenten die later verhuisden naar naar het zonnige Positano. Dr Frits Bernard Literatuur:E.Kretschmer: "Körperbau und Charakter", Springer, Berlin 1921 (22ste druk 1955) W.H.Sheldon cs: "The Varieties of Human Physique", Harper and Bros. New York 1940 W.H.Sheldon cs: "The Varieties of Human Temperament", Harper and Bros. New York 1942 G.Petersen: "Beoordeling van het somatotype bij kinderen", Van Gorcum, Assen 1959 F.Bernard: "La psicología constitucional de W.H.Sheldon", Revista de psicología general y aplicada, vol. III, número 8, Madrid 1948
|