Vorige Start Omhoog Volgende

Animal love

Een onderbelicht hoofdstuk?

2002 # 6

 “Niets tast en aait noch begeert een vrouw krachtiger dan een baviaan”.  
 Oud Egyptisch gezegde

 Bestialiteit wordt in het algemeen omschreven als seks met dieren, hetgeen in een aantal landen bij de wet verboden is. We spreken van zoöfilie bij erotisch getinte dierenliefde, waarbij wellust wordt ondervonden bij lichamelijk contact met een dier. Zoömanie is dan de overdreven dierenliefde,  soms als neurotische zelfhulp bij langdurige eenzaamheid. Ten slotte,  zoöfobie noemen we de neurotisch overdreven afkeer van dieren (ook wel dierenvrees genoemd). Zo noemt men de afkeer voor honden cinofobie en voor katten gelofobie.

Geslachtelijke kontakten tussen mens en dier zijn echter van alle tijden. Zij spelen ook een grote rol in de Griekse mythologie, er zijn vele voorbeelden te vinden van mensen die met dieren en met goden in dierlijke gedaante paren. Zo nam Zeus de gedaante van een stier of een zwaan aan om met Persephone of Leda te copuleren. Bekend zijn de Griekse toneelstukken waarin deze verhoudingen worden uitgebeeld. Lang heeft men ook gedacht dat uit een verhouding tussen een mens en een dier een nageslacht voort zou kunnen komen. Ik moge hier wijzen naar de experimenten met apen, die alle mislukten: seksuele verhoudingen tussen mens en dier blijken onvruchtbaar te zijn, ook tussen mensaap en mens.

Wel zijn er dieren die door de mens seksueel opgewonden raken. Konijnen gaan kringetjes draaien, honden springen duidelijk seksueel opgewonden tegen de mens op en dat bijvoorbeeld een mannetjesaap een begeerte naar een vrouw toont kan men in dierentuinen overal ter wereld observeren. 

Sommige meisjes raken in de war door de geërecteerde penissen van apen die onverbloemd aan hen getoond worden en wenden zich af. 

Hoe wonderlijk dit alles is blijkt uit het boek “The Underworld of India” van Sir Georges MacMunn (1933), waarin aanstootgevende dames uit de hofhouding uit de weg worden geruimd door ze te laten verkrachten door kleine Birmese ponyhengsten. Met fatale, maar gewenste gevolgen, uiteraard.

Zo nu en dan kan het seksuele contact met een dier een aanvullende of vervangende uitingsmogelijkheid zijn. Het wordt dan een soort masturbatorische handeling. 

Bestialiteit is een complex geheel en we beschikken over weinig onderzoekgegevens daaromtrent. Zeker lijkt wel, dat er meer mensen zijn met een van de statistische norm afwijkend gedrag dan men over het algemeen denkt. Het is moeilijk om wetenschappelijk onderzoek te doen op dit gebied aangezien mensen er niet gemakkelijk voor uitkomen. Het  verschijnsel  blijft verborgen en in duisternis gehuld. Daar komt nog bij dat men het onderwerp als ‘onprettig’ beschouwt en dit animeert wetenschappers niet tot onderzoek. Ik heb in mijn jarenlange praktijk slechts enkele gevallen gezien. Men komt er moeilijk mee naar voren.

Havelock Ellis beweerde eens dat bestialiteit een ‘ondeugd van boerenlummels is’. Dat is stellig een te beperkte conclusie, er is meer tussen hemel en aarde. Dus toch, een onderbelicht hoofdstuk…?

Dr Frits Bernard

Literatuur

Een wat uitvoeriger beschrijving over zoöfilie is te vinden o.a. in: R.E.L.Masters: “Sexuelle Tabus und Moral” (1965)

Zie ook: Lexikon der Humansexuologie, hrsg. von Lykke Aresin, VEB Verlag Volk und Gesundheit, Leipzig 1990

Illustratie: faun met geit. Marmorbeeld, Nationaal Museum Napels. 

 

Vorige Start Omhoog Volgende