Start Omhoog

Na het hoogtepunt

Dik Brummel, De Nieuwe Sekstant, maart 2005

Op het hoogtepunt van de seksuele revolutie begin jaren zeventig werd ook al meteen ‘afscheid van de seksualiteit’ genomen. Wat betekende dit en hoe verliep het daarna? 

De Belg Jos Van Ussel, als historicus gepromoveerd op De Geschiedenis van het seksuele probleem (1968) was korte tijd bestuurslid van de NVSH, en hij schreef het nieuwe beginsel van de vereniging dat tot vandaag onveranderd is gebleven. In plaats van zich met ‘seksualiteit’ (hij zette dat woord tussen haakjes) bezig te houden zou de NVSH voortaan een ‘bijdrage leveren aan de emancipatie van mens en maatschappij, vooral op seksueel gebied’. Ik heb eerder beschreven (DNS juli 2004) wat een merkwaardig beginsel dit eigenlijk is voor een vereniging voor seksuele hervorming. Je haalt als het ware de fundering onder je eigen huis weg.

Onderdeel

Het was natuurlijk niet alleen van Ussel die vond dat er afscheid genomen moest worden van de ‘seksualiteit’. De verenigingsraad van de NVSH stemde in meerderheid voor de nieuwe statuten. En het was ook de heersende mening in Nederland, dat het wel bekeken was met de seksualiteit en dat is ook begrijpelijk. Bijna iedereen die zich ermee inlaat, komt na korte tijd tot de stellige overtuiging, dat seksualiteit een ‘onderdeel’ is, voor de één belangrijker dan voor de ander, maar zeker niet het belangrijkste in het leven, of anders geformuleerd, dat het ‘daar niet om gaat’, dat ‘er overdreven veel aandacht aan wordt besteed’ of dat ‘de echte problemen niet seksueel zijn maar relationeel of politiek, economisch of cultureel.’

Definitie

Het lijkt ook logisch. Als je bij seksualiteit alleen denkt aan ‘seks’, is dat inderdaad en zelfs letterlijk een ‘onder’deel. Maar seksualiteit omvat meer en dat was gebleken in de loop van de seksuele hervorming.
Van Ussel maakte een overzicht van benaderingen van de ‘seksualiteit’ en zette die in een schema bij elkaar. Dat was zijn ‘drie-fasen’ model, dat zeer veel bijval vond, en eigenlijk perfect illustreert hoe het maatschappijkritische denken van die tijd eruit zag: progressief, ruimdenkend, ongeduldig verlangend naar volledige verandering van menselijke verhoudingen en de maatschappelijke orde.

Drie fasen

Het is wel aardig om Van Ussels drie-fasenmodel nog eens in herinnering te roepen. Het ziet er zo uit:

Fase één: het seksueel reformisme
Hieronder verstaat Van Ussel de conservatieve moraal, die seks tot het huwelijk wil beperken, homoseksualiteit en abortus afwijst en moeite heeft met anticonceptie, echtscheiding en masturbatie, die overspel, pornografie en prostitutie afkeurt en eventueel strafbaar stelt, die de man-vrouw rolverdeling niet of nauwelijks wil wijzigen, die lust vooral met het dierlijke en gevaarlijke in verband brengt.
 

Fase twee: de eng-seksuele revolutie
Deze doorbreekt de bekrompenheid van fase één door openhartige voorlichting en opvoeding, confronterende kunst, anticonceptie en abortus, vrije porno, kritiek op de seksuele rolpatronen en het huwelijk, een positieve benadering van de lust, tolerantie ten aanzien van prostitutie, seksuele minderheden en vrije liefde.
 

Fase drie: de emancipatie van de mens en de maatschappij
De eng-seksuele revolutie is een goede zaak vergeleken bij het oude conservatisme, maar schiet ook tekort, omdat de onderliggende maatschappelijke structuur niet wordt aangetast. Economische uitbuiting, prestatiemoraal, vrouwenonderdrukking, eenzaamheid, worden niet opgelost door seksfeesten in het weekend. De derde fase wordt dus gekenmerkt door strijd tegen het kapitalisme, de prestatiemoraal, de lustangst, de verkeerde huizenbouw, enzovoort, want die bepalen uiteindelijk de seksualiteit. In de derde fase staat ‘seksualiteit’ dus altijd tussen aanhalingstekens, omdat de ‘werkelijke’ problemen volgens deze benadering niet seksueel zijn.

Ongeloofwaardig

Van Ussel benadrukte dat de drie fasen allemaal tegelijk bestaan. Het is dus niet zo, zegt hij, dat men de evolutie van één naar drie moet doormaken. Hij wil ook niet zeggen dat iemand in fase drie ‘beter’ is dan iemand in fase twee (dat fase één ook goed kan zijn zegt hij nergens). Hij zegt ook dat ‘eng-seksueel’ vooral niet negatief moet worden opgevat. 

Dit is allemaal erg ongeloofwaardig. Je kunt het woord ‘fasen’ niet gebruiken als je daarbij niet een opeenvolging op het oog hebt. En het woord ‘eng’seksueel geeft automatisch een negatieve gevoel, ook al roep je nog zo hard dat je het zo niet bedoelt. Van Ussel wilde, zoals zovelen in die tijd, niemand voorschrijven hoe ze moesten zijn. Maar ondertussen vond hij fase drie natuurlijk beter dan één en twee. Zo schrijft hij: 

“Wél is het zo dat wanneer een persoon of een vereniging zouden beweren het algemeen belang te dienen, zij moeilijk staande kunnen houden dat dit in fase één of twee te vinden is.” 
(Afscheid van de Seksualiteit, p. 77).

En zo werd het ook opgevat door de NVSH, die fase drie als grondbeginsel overnam en zich in het vervolg ging richten op de emancipatie van mens en gemeenschap, met als toevoeging ‘vooral op het gebied van de seksualiteit’, maar dat was niet meer dan een vergadercompromis met leden die nog in fase twee verkeerden. 

Paleisrevolutie

In de praktijk betekende dit gelukkig nog niet meteen dat de NVSH ophield te bestaan. Wel brak een periode van steeds groter wordende spanning en afkalving aan. De gedachte dat je het belang van de seks niet moest overdrijven bestond al lang bij de conservatieven, en die kregen het ook binnen tien jaar voor het zeggen. 

Het feminisme, dat zich tegenover de seksuele hervorming opstelde omdat die vooral het gerief van de man leek te bevorderen, kwam halverwege de jaren zeventig op (met name ook binnen de NVSH) en vestigde zich steeds krachtiger als heersende mening op seksueel gebied in alle geledingen van de samenleving. 

De NVSH wilde dus gaan werken aan de bevrijding van de hele mens en de hele maatschappij. Geen geringe taak. Hoe doe je dat liefst zo snel mogelijk? 

Het begon volgens beproefd model met een revolutie aan de top. Eind 1974 bezetten personeelsleden het hoofdkantoor aan de Haagse Beatrixlaan en zetten het oude bestuur af omdat het te ‘eng-seksueel’ bezig was (en omdat er ontslagen dreigden). 

Vervolgens verschenen vanuit het hoofdkantoor op gezette tijden nota’s waarin de nieuwe ideologie werd uitgelegd. Ondertussen ging het eng-seksuele werk zoals het postorderbedrijf, de voorlichting, Sekstant, e.d. wel gewoon door, al ontstond ook daar natuurlijk bemoeienis met inhoud en producten. 

Was het wel ‘emanciperend’? 

Was het wel maatschappijkritisch genoeg en solidair met de arbeidersbeweging? 

Was het wel vrouwvriendelijk?

Het zakelijke resultaat laat zich raden. Het aandeel van de NVSH in de groeiende markt van seksuele dienstverlening, realistische voorlichting en seksueel genot (prostitutie, pornografie, hulpmiddelen, lingerie) werd steeds geringer en beperkter. De anti-burgerlijke ideologie (‘seks is burgerlijk’) bleek in de praktijk zelf nogal burgerlijk te zijn, wat trouwens wel paste bij de NVSH-traditie. Het gevolg was in ieder geval dat de fundering gelegd werd voor het nieuwe conservatisme (een soort ‘fase één’) waarmee wij alweer vertrouwd zijn. 

Afdelingen

De afdelingen moesten zich volgens het nieuwe denken ook bezighouden met mens- en maatschappijverandering. Dat kwam goed uit, want er was voor hen steeds minder te doen op het gebied van voorlichting en hulpverlening. Die waren immers overgenomen door de Rutgers Stichting, de consultatiebureaus met artsen en medewerksters, in feite het oude hart van de NVSH zelf. 

De meer dan vijftig afdelingen fungeerden als centrum voor informatie, contact en actie. De grote waren als vereniging georganiseerd, hadden hun eigen pand, afdelingsblad, contacten met de pers. Na het ‘afscheid van de seksualiteit’ ging het eerst nog wel goed, maar het ledental van de NVSH bleef dalen. 

De nieuwe doelstelling van de NVSH had ook effect op het afdelingswerk, doordat in toenemende mate het ‘seksuele’ op de achtergrond raakte en vervangen werd door aandacht voor ‘de mens en de maatschappij’. Sommige afdelingen gingen zelfs zo ver dat ze de ‘eng-seksuele revolutie’ geheel en al achter zich wilden laten teneinde de derde fase van Van Ussel te realiseren. Wat ze bedoelden bleek vooral uit waar ze tegen waren: abortus, pornografie, prostitutie, sekslingerie en vibrators, naaktlopen en partnerruil. 

Invulling

De meeste afdelingen gingen met hun gewone werk door en vulden het nieuwe beginsel positief op twee manieren in:

Emancipatie van de mens, zo ontdekte men, begint bij jezelf. We zitten allemaal met verborgen gevoelens, remmingen, angsten, vooroordelen. We durven vaak niet eens te zeggen wat we voelen of denken. We spelen een sociaal rollenspel op basis van voorgekookte regels waar we ons eigen ‘script’ uit kiezen, maar ons ‘echte’ ik komt daarbij in de verdrukking.
Wie meer open en eerlijk en vooral bewust wil worden, moet daaraan werken, en dat gaat het beste samen met anderen in kleine groepen.
En zo bloeiden een tijdlang de groepsbijeenkomsten volgens Amerikaans model, waar mensen hun best deden om eerlijk te zijn naar elkaar en zichzelf.
Deze ‘awareness’ cultus was overigens overal populair, ook in trainingen voor het onderwijs, ambtenaren en het bedrijfsleven. 
 

De tweede activiteit waar de afdelingen zich op richtten was de emancipatie van seksuele minderheden. Werkgroepen voor travestie en transseksualiteit, pedofilie, gehandicapten, sado-masochisme, exhibitionisme, fetisjisme werden in het leven geroepen door leden die daar persoonlijk toe gemotiveerd waren.
Deze werkgroepen combineerden op het eerste gezicht perfect de emancipatie van de individuele mens en van de maatschappij en dan vooral op seksueel gebied.

Trends 

Ondanks alle goede bedoelingen en veel inzet van individuen bleef het bergafwaarts gaan met de NVSH. In de jaren die volgden werden enkele trends zichtbaar die niet alleen de vereniging kleiner maakten, maar haar ook innerlijk verdeelden: 

De reactie tegen de seksuele revolutie zette door, binnen en buiten de NVSH. Het idee dat seks op zich goed was werd stukje bij beetje afgebroken door 

het feminisme (‘seks is mannengeweld’), 

aids (’vrije seks is gevaarlijk’), 

de angst voor cervixkanker (‘neuken is dodelijk’) en 

de groeiende paniek rond kinderporno en pedofilie (‘seks is misbruik’). 
 

Typisch is dat de ‘eng’seksuele aanpak buiten de NVSH opbloeide. Porno, prostitutie, hulpmiddelen, lingerie, video’s, parenclubs deden en doen zoals altijd goede zaken. In deze kringen overheerst de Amerikaanse spelling ‘sex’, die op een of andere manier net iets ondeugender aandoet dan de volgens het Groene Boekje voorgeschreven spelling ‘seks’. 
 

Binnen de NVSH begon een tegenstelling te ontstaan tussen afdelingen en wat wel ‘het landelijke’ wordt genoemd: het algemeen bestuur en het personeel. Waar de afdelingen belangengroepen creëerden van mensen met een bepaalde voorkeur, moest het landelijke bestuur de organisatie als geheel draaiende houden en de algemene ideologie in de gaten houden. 
 

Het Usseliaanse ‘afscheid van de seksualiteit’ bleek steeds duidelijker een negatieve invloed te hebben op mensen en activiteiten. Als datgene waar je je mee bezighoudt eigenlijk niet bestaat en eigenlijk niet belangrijk is, verlies je zelfvertrouwen en visie. 
 

Het voortdurend dalende ledental werkte demotiverend en was, net als in elke andere vereniging, de belangrijkste oorzaak van interne conflicten. 
 

Door de overdreven en misplaatste betekenis die men aan het begrip ‘democratie’ gaf, kreeg de verenigingsraad - volgens de statuten het hoogste beleidsorgaan - steeds meer het karakter van een tegenspeler omdat zij in toenemende mate uit vertegenwoordigers van belangengroepen kwam te bestaan. De structuur van de vereniging had een verlammend effect op besluitvorming en beleid.
De vereniging bleek ook qua management en personeelsverhoudingen niet optimaal en professioneel te opereren. Belangen van personeelsleden botsten met dalende inkomsten.

Hoe lang nog?

In 1985 was de NVSH niet in staat haar rekeningen te betalen. Dankzij uitstel van betaling en gedwongen uitverkoop, afslanking en opruiming bleef de vereniging overeind, en bestaat nu twintig jaar later nog steeds.
Hoe lang nog?

Start Omhoog