Vorige Start Omhoog Volgende   

Waarom zijn wij allemaal verschillend?

1996 # 6

A fool sees not the same tree
that a wise man sees.
Blake

Sinds het einde van de vorige eeuw, toen in Berlijn serieuze pogingen werden ondernomen een meer wetenschappelijke sexuologie op te bouwen, hebben onderzoekers gezocht naar de oorzaken van de variatie in sexuele voorkeuren (aetiologie). Tot op heden is men daarin echter nog maar ten dele geslaagd. Het uiteindelijke waarom is nog duister.

Heel globaal (en nu vereenvoudig ik sterk) nemen we tegenwoordig aan, dat iedere perversie (paraphilie) haar tegendeel in het normale bereik heeft. Men zou kunnen zeggen dat de perversie niets anders dan een extreme vorm is, die in mindere mate bij de meeste mensen voorkomt. 

Nemen we het exhibitionisme, dat eveneens zijn wortels in het (statistisch) normale geslachtsleven heeft. Het wordt pas een paraphilie wanneer het een onafhankelijke bezigheid wordt (pars pro toto). De meeste mensen zijn een beetje exhibitionist (een zekere lust ondervinden bij het zich ontkleden in sommige voor hen erotische situaties). Bij de exhibitionist daarentegen is het een doel op zichzelf. Denk hier ook aan het tegenovergestelde: het voyeurisme (lust ondervinden bij het kijken).

Hetzelfde geldt mutatis mutandis ook voor het fetischisme, waarbij b. v. een voorwerp tot einddoel gemaakt wordt (los van de andere persoon). En dat kan van alles zijn. Maar ook in de statistisch normale breedte komt dit verschijnsel alom voor, ik zou willen beweren: het gaat niet zonder. Sommige mensen vallen op blauwe ogen, of een slank postuur (een bepaald aspect van de persoon is hier doorslaggevend), Bij anderen speelt bijvoorbeeld het kledingfetischisme een rol (korte rokjes, ondergoed). Ook komen veelal anti-fetischistische componenten voor (bijvoorbeeld een bril kan afstotend werken).

Minoan Snake Goddess

Hoe kan men nu het ontstaan van deze varianten verklaren? Een bekende zienswijze is de  volgende. Men neemt aan dat ieder individu een geheel eigen predispositie heeft waarop de stimuli van de buitenwereld inwerken. Beide aspecten zijn steeds uniek. Zo zou een enkele belevenis een blijvende uitwerking kunnen hebben wanneer deze op een daarvoor gevoelige dispositie inwerkt.

Bij hiervoor met gevoelige individuen gaat de belevenis voorbij zonder blijvende sporen na te laten. Met andere woorden: men kan slechts dat worden waarvoor men een aanleg heeft.

Men tracht zo ook te verklaren waarom mensen heterofiel worden of homofiel. Zou men
namelijk in volkomen isolement opgroeien, dan mist men de stimuli die uitgaan van andere mensen en dan zou een amorf (vormloos) wezen overblijven.

Er zijn natuurlijk ook andere theorieën. Met het voortschrijden van het wetenschappelijk onderzoek, vooral op het gebied van het tweelingen-onderzoek, zal de genetische aanleg (de predispositie) en de interactie met het milieu een duidelijkere omlijning krijgen. Van belang zijn hier de eeneiige (homozygote) tweelingen. Ook de research op DNA-gebied zal mogelijk nieuw licht op deze problemen doen schijnen.

Het zou mogelijk zijn dat bij complexe eigenschappen meerdere genen op verschillende chromosomen een rol spelen. Misschien kan gedragsgenetisch onderzoek in een niet al te verre toekomst een antwoord geven op deze vragen. Welke genetische en welke omgevings-mechanismen veroorzaken de individuele verschillen? Nurture or nature? Of toch nurture and nature? Deze vragen stelt men zich steeds maar weer.

Wel is reeds duidelijk, dat we allen in wezen niet zo verschillend van elkaar zijn. We hebben van alles een beetje, of een beetje meer. Dit bindt ons tezamen. Dit zou de basis moeten zijn voor een beter begrip onderling.

Dr Frits Bernard

Dit is het derde artikel in de reeks sexuologische onderwerpen.
De eerste twee verschenen in onze INFO van respectievelijk juli-augustus 1996 (nummer 4), en september-oktober 1996 (nummer 5).

Jeugd -een kelk?

Ik zag een jongetje met haren wit als linnen
En met een huid als thee met heel veel melk
Zijn mannen eigenlijk nog jongetjes van binnen
Of is een jongen oud, zijn jeugd een kelk?
                                                              JAN HANLO

 


Vorige Start Omhoog Volgende