Start Omhoog

Europa staat op kruispunt, nu de goede afslag nog

Europese Unie

door Margreeth de Boer e.a.

De Europese cultuur is doorgeslagen in materialistische richting. Als we een hecht Europa willen waar toekomst in zit, moet het roer om.

Al ruim voor de stemming over het Europees grondwettelijk verdrag werd een zekere vervreemding tussen de Unie en de burgerij zichtbaar. Er dreigde een Europa te ontstaan zonder Europeanen. We kunnen dit niet afdoen met de stelling dat wij als bevolking te weinig voorlichting krijgen. Het zit dieper: we missen een samenbindende positieve visie op Europa’s toekomst. Daarnaar moeten we gezamenlijk op zoek gaan. Maar hoe?

Het valt toe te juichen dat de Europese Unie besloot een ’denkpauze’ te houden voor reflectie en een debat en dialoog aan te gaan met de bevolkingen. Ook is het goed dat het Nederlands parlement heeft besloten tot een maatschappelijke discussie. Maar dat zal dan wel moeten gaan over de fundamentele vragen: welk Europa willen wij, welke rol zal dit Europa moeten en kunnen spelen in de wereld? Welk ’wenkend perspectief’ hebben wij voor ogen, niet alleen in het Nederlands taalgebied, maar in geheel Europa? Wij kunnen daarbij niet volstaan met bekende (partij)politieke strijdpunten. Hier is een nieuwe, bredere problematiek aan de orde die gedurfde stellingnames niet mag schuwen.

Zoals de ’founding fathers’ van Europa het al zagen, kunnen wij in de wereld van de 21ste eeuw niet meer alleen uitgaan van beperkte nationale belangen die in werkelijkheid veel met elkaar te maken hebben. Europa kan zich kenmerken door een krachtige onderlinge uitwisseling van gedachten, levensbeschouwingen en culturen, in het besef dat zij elkaar kunnen verrijken en nodig hebben. Dat geldt zeker in onze tijd, waarin de samenstelling van de bevolking door immigratie zo aan het veranderen is en een eeuwenoude godsdienst, de islam, óók in Europa zijn gerechtvaardigde plaats vraagt. Ons inziens ligt hier een van de belangrijkste, maar ook moeilijkste opgaven voor Europa.

Zeker nu Europa in een cruciale fase is terechtgekomen en op een kruispunt van mogelijkheden en wegen staat, is het voor de huidige generaties tijd zich af te vragen of we willen doorgaan op de bestaande wegen (meer van hetzelfde), of bewust andere wegen zoeken.

In de cultuur van Europa is in hoofdzaak sprake van een éénzijdige oriëntatie op materialistische waarden, die ten koste gaat van immateriële, culturele en collectieve waarden. Dat loopt parallel met een geloof in een technologie met geweldige mogelijkheden, waarbij alles wat gemaakt kan worden en financiële rendementen oplevert, ook gemaakt móet worden. Kenmerkend is een voortgaand streven naar maximale economische groei en méér consumptie (niet alléén als economisch gegeven, maar óók als menselijke geestesgesteldheid) waardoor de welvaart kan stijgen en vele problemen opgelost worden. Steeds meer nadruk wordt gelegd op marktwerking, gepaard met het streven naar een terugtredende overheid.

Veel resultaten, vooral op materieel gebied, stemmen tot dankbaarheid. Ze worden trots ter navolging aan andere, niet-westerse culturen gepresenteerd. Maar er is een andere, minder geruststellende kant van de medaille. Vergaande aantasting van het leefmilieu, onrustbarende verandering van het klimaat, massale werkloosheid, kloof tussen armoede en welvaart, groeiende agressiviteit, (terroristische) criminaliteit, toenemende neiging tot financiële onbetrouwbaarheid (fraude), ook in kringen van bedrijfsleven en overheid, private rijkdom bij publieke armoede (denk aan verwaarlozing van onderwijs), wekken in toenemende mate onrust in de samenleving. Deze zorgen komen niet uit de lucht vallen, maar hebben veel te maken met keuzen die mensen, al dan niet bewust, maken. Het gevolg is een voortschrijdende onbalans in onze cultuur. Die is een belangrijke oorzaak van het onvermogen tijdig bevredigende antwoorden te geven op vele dringende vraagstukken.

Zijn er geen ándere wegen te vinden die een beter perspectief bieden? Zeker. Het alternatief is, te streven naar meer balans in de Europese cultuur, tussen de materiële en immateriële elementen. Dat betekent dat we in het krachtenveld van leidende waarden geen absolute prioriteit meer geven aan voortgaande groei van materieel bezit en consumptie, zonder de vraag te stellen naar het ’waartoe’, aan individuele of (mondiale) groepsbelangen zonder voldoende rekening te houden met die van anderen. In plaats daarvan moeten we ons primair laten leiden door waarden van de kwaliteit van ons leefmilieu, van duurzaamheid, van rechtvaardigheid en rechten van ’de mens’, het respect hebben, in ons multiculturele Europa, voor andere cultuuruitingen en levensbeschouwingen die ook steeds in verandering zijn. We gaan uit van het algemeen welzijn van de mens, zowel op geestelijk, sociaal als materieel gebied.

Een cultuur die ernaar streeft ’heel’ te zijn, dient in de educatie de jongere én oudere mens steeds te confronteren met de bandbreedte van de cultuur. Dat betekent het produceren en doorgeven van kennis, gericht op het aanleren van een vak, voorbereidend op een beroep, maar evenzeer op belangrijke ontwikkelingen in de huidige wereld, dichtbij en veraf. Even belangrijk is de geestelijk-algemeen vormende educatie met taal, geschiedenis, recht, levensbeschouwing, ethiek, waarden. Daarnaast is in de gecompliceerder geworden Europese samenleving met haar grote verscheidenheid van groepen, godsdiensten en (sub)culturen, het ideaal van democratie, de sociale vorming steeds urgenter geworden. Het besef van de enorme, misschien zelfs beslissende betekenis van educatie voor de toekomst van de Unie, heeft als consequentie dat kwalitatief goede educatie een prioriteit moet krijgen.

Ook de ontwikkeling van de wetenschap kan grote maatschappelijke gevolgen hebben voor Europa. Steeds meer in de belangstelling staat de vooronderstelling dat er tenminste voldoende economische groei moet zijn om de problemen op te lossen. Waar deze politieke stelling van zo een grote invloed is op het Europese beleid, is het van eminent belang dat de multidisciplinaire wetenschap zich richt op de vraag of huidige economische groei voldoende duurzaam is en of er alternatieve groeipaden voor het algemeen welzijn zijn.

Wij voelen allen de noodzaak bij dit discours over het wenkend perspectief ’de burger’ te betrekken en de ’civil society’ te mobiliseren. Immers, nu de overheid een belangrijk deel van haar macht heeft afgegeven en de commerciële machten in relatie met hun internationalisering (globalisering) hun invloed sterk hebben vergroot, is deze particuliere sector belangrijker geworden. Wij denken dan aan organisaties op de gebieden van levensbeschouwing, educatie, wetenschap, mensenrechten, leefmilieu, sociale zorg, kunst, tradities. Hun inbreng, en daarmee die van de burgers is voor de verdere opbouw van Europa en de oplossing van zijn problemen onmisbaar.

Margreeth de Boer is oud-minister van Vrom. Dit is een verkorte versie van een open brief die de ondertekenaars hebben gestuurd aan de maatschappelijke en politieke organisaties in de Lage Landen.

Deze brief is behalve door

Margreeth de Boer ondertekend door 

Drs. E.J. Korthals Altes, voormalig ambassadeur en auteur van ’Europa ontwaak’; 
Prof.dr. B. de Gaay Fortman, oud-lid Eerste en Tweede Kamer;  
Prof.dr. B. Goudzwaard, emeritus hoogleraar economie aan de VU en oud- Tweede Kamerlid. 
J.A.Brosse 
dr. J.A.C. van Burg 
prof. dr B. de Gaay Fortman 
prof. dr P.A. van Gennip 
prof. dr B.Goudzwaard 
prof. dr P.E.Kraemer 
dr O.Kroesen 
drs P.Muntjewerf 
prof. dr J.B.Opschoor 
prof. dr C.W.A.M.van Paridon 
dr B.Pattyn 
mevr. dr Els Ruijsendaal 
prof. dr R.Standaert 
prof. dr J.Verstraeten 
prof. dr H.M.Vroom