Citaten uit
De
tol van vlees eten
Kunnen
we een nieuwe ramp voorkomen?
Thijs de Boer, VN 7 juni 2003
Huilende hobbyboeren, koeien in grijpers, varkens die massaal worden
afgeslacht - zo langzamerhand valt er wel wat uit te leggen aan de leus 'Vlees
mevrouw, u weet wel waarom'. Zes denkers van naam vertellen waarom dieren
mensenrechten moeten krijgen en we allemaal vegetariër moeten worden - of
waarom dat juist helemaal niets zal helpen.
De gruwelijke gevolgen van de vogelpest leken in Nederland pas werke1ijk door
te dringen toen het ministerie van Landbouw besloot dat ook alle hobbykippen
moesten worden vergast. Vooral het ambtelijke verzoek of de eigenaren hun
pluimvee maar in kratten aan de kant van de weg wilden klaarzetten, zorgde voor
verbijstering. En niet alleen bij de houders zelf.
[Maarten
't Hart]
'Dat de overheid, in het kader van haar nietsontziende moordzucht ons, na
de dood van miljoenen varkens en honderdduizenden koeien en schapen, nu ook
met een weergaloze kippenholocaust heeft verrast, was te voorzien,' schreef
Maarten 't Hart trillend van woede in NRC- Handelsblad. 'Maar dat men daarbij
de maatregel uitvaardigt dat je je pluimvee levend in kratten aan de kant van
de weg moet zetten, zodat een en ander gemakkelijk opgehaald en vernietigd kan
worden - ik kon het aanvankelijk nauwelijks geloven.'
[...]
'Holocaust' schreef Maarten 't Hart in zijn razernij, en 'Veermans
gewillige beulen'.
[Robert
Long]
De bio-industrie is wel vaker vergeleken met de vernietigingskampen. Ook
Robert Long, eertijds ambassadeur van Varkens in Nood, gebruikte de
vergelijking.
[J.M. Coetzee]
In The Lives of Animals, het verontrustende boek van J.M.
Coetzee,
beschrijft een van de hoofdpersonen de stelselmatige moord op de dieren als elke
dag een nieuwe holocaust, waarvoor niemand zich verantwoordelijk voelt.
'Ogenschijnlijk beweeg ik me volkomen ontspannen onder mensen, ga ik
volkomen normaal met ze om. Is het mogelijk, vraag ik me af, dat ze allemaal
betrokken zijn bij een misdaad van verbijsterende omvang?'
[...]
[Peter Singer]
Dertig jaar geleden publiceerde de Australische filosoof Peter Singer zijn beroemd
geworden
essay 'Animal Liberation'. Daarin betoogt hij dat ook dieren kunnen
lijden, en dus belangen hebben die we niet mogen negeren met het argument dat ze
niet tot onze soort behoren. De intellectuele vermogens van de mens mogen
evenmin een argument zijn om dieren als inferieure wezens te behandelen, stelt
hij: sommige mensen met geestelijke handicaps, en ook kleine kinderen, hebben
minder intellectuele vermogens dan sommige dieren. Het feit dat we niettemin
dieren voor proeven gebruiken, dat we dieren opsluiten en ze afslachten om ze op
te eten, veroordeelde hij als 'speciësisme', als bevooroordeeld handelen door
de dominante menselijke soort.
[...]
[Paola Cavalieri]
Een van de belangrijkste voortrekkers in het debat is de Italiaanse ethica
Paola Cavalieri. Een paar jaar geleden publiceerde zij The Animal Question:
Why Non-human Animals Deserve Human Rights, een geruchtmakend pleidooi voor
het toekennen van mensenrechten aan 'niet-menselijke dieren'.
'Als wij geloven in mensenrechten,' zegt Paola Cavalieri vanuit Milaan,
'moeten we ze ook van toepassing verklaren op dieren. Volgens de
mensenrechtendoctrine mogen we geen onderscheid maken naar ras of sekse. Dat
betekent dat we geen onderscheid mogen maken op grond van biologische
eigenschappen. Het lidmaatschap van een diersoort is onmiskenbaar een
biologische karakteristiek. Dus als we consistent willen zijn, moeten we de
meest basale mensenrechten van toepassing verklaren op de meeste dieren.'
[...]
'Volgens de doctrine van de mensenrechten is rationaliteit juist
uitgesloten als grond voor onderscheid. We kennen mensenrechten toe aan alle
menselijke wezens, of ze nu Einstein zijn of geestelijk gehandicapt, of ze nu
volwassen zijn of nog een kind. Superieure cognitieve kenmerken, zoals dat
heet, mogen moreel geen verschil maken.'
[...]
'Aan de wortel van de ethiek ligt de gouden regel: behandel anderen zoals
je wilt dat ze jou behandelen. Het is een kwestie van consequent zijn. Als we
vrijheid en welzijn willen, en niet door anderen gedood willen worden, kunnen
we dat vergelijkbare wezens niet onthouden. Dat is de kern.'
Geen dierproeven dus, want als we geestelijke gehandicapte mensen met minder
intellectuele en emotionele vermogens dan muizen daar niet voor willen
gebruiken, mogen we dat met muizen zeker niet doen. Bovendien zouden we, als we
correct redeneren, allemaal vegetariër moeten zijn, vindt Cavalieri.
[...]
'Het grootste probleem is de maatschappelijke
weerstand, gemakzuchtige ethiek, egoïsme, en de belangen die gemoeid zijn bij
de uitbuiting van dieren.'
[Paul Cliteur]
In Nederland vindt de dierenrechtenbeweging een warm pleitbezorger in Paul
Cliteur, rechtsfilosoof in Leiden en oud-ambassadeur van Varkens in Nood.
Cliteur maakt zich sinds zijn oratie in 1995 zelfs sterk voor een universele
verklaring voor de rechten van het dier, en een bijbehorend internationaal
gerechtshof om op de naleving toe te zien.
[...]
'Kijk bijvoorbeeld naar de Civil Rights Movement in Amerika. Niet
alleen de ethiek heeft bewerkstelligd dat zwarte mensen ook rechten kregen,
maar ook het feit dat mensen rechten kregen en dat men toen discriminatie als
iets verwerpelijks is gaan zien. Dat is de mage van het recht: dat het onze
zedelijke beoordeling kan beïnvloeden.'
Cliteur vindt dat er daadwerkelijk een internationaal gerechtshof voor
dierenrechten moet komen.
[...]
In veel opzichten is de mens superieur aan het dier, zegt
Cliteur,
'maar dat betekent nog niet dat we de dieren als rechteloos mogen
beschouwen.
[...]
We zijn wezens die begiftigd zijn met moreel besef, en hebben
daarom een verantwoordelijkheid in de wereld.'
[...]
Cliteur heeft zijn hoop gevestigd op het feit dat Darwin de kloof
tussen mens en dier heeft geslecht.
'Dat zal op een gegeven moment ons denken over ethiek ingrijpend
veranderen, al zou dat lang kunnen duren. De mensheid lijkt wel een kind met
een ontwikkelingsstoornis. Je ziet toch zo dat de slavernij niet in
overeenstemming is met het evangelie? Moeten we daar negentien eeuwen
voorwachten? Zo is het met veel dingen. Het idee van de mensheid zelf is nog
jong. In het licht van dat soort gegevens denk ik: het is een kwestie van
tijd.'
Onderwijl laat Cliteur zich niet uit het veld slaan door de dooddoeners van
mede-VVD'ers.
'Veelgehoord argument, vooral bij de VVD is: als je de bio-industrie hier
verbiedt, gaan die fokkerijen naar het buitenland en daar is het nog veel
erger. Dan kunnen we het beter hier doen. Dan zeg ik: er is ook kinderarbeid
in het buitenland. Gaan we dat hier ook doen? Sommige dingen zijn gewoon
verkeerd. Het zijn heel grote, moeizame processen, maar we moeten er toch maar
mee beginnen.
We maken allemaal vuile handen - ik ook. Ik ben geen pilaarheilige. Ik eet
zelfs af en toe vlees. Maar je hoeft geen pilaarheilige te worden om er toch
over na de denken en zo verstandig en moreel verantwoord mogelijk te interveniëren
in de wereld.'
[Roger Scruton]
De vraag is alleen: hoe? Roger Scruton, de Britse filosoof, verzet zich sinds
jaar en dag tegen het utopisch vooruitgangsgeloof. Op zijn boerderij in
Wiltshire probeert hij het traditionele landleven terug te vinden, en daarmee
een herstel van evenwicht in en verbondenheid met de natuur.
'Dat komt mens en dier zeer ten goede,' zegt hij vanuit
Wiltshire.
Scruton veroorzaakte enige jaren geleden groot rumoer met een vurig pleidooi
voor de vossenjacht, volgens hem een beschermwaardig onderdeel van het
traditionele landleven dat mensen verbindt met hun grond, elkaar en de dieren.
Het idee van dierenrechten vindt Scruton een naïeve utopie, zoals hij in het
boekje Animal Rights and Wrongs uiteenzette.
[...]
Een belangrijke reden om dieren niet te mishandelen, zegt
Scruton, is piëteit.
Het behoort tot de menselijke deugden om compassie en sympathie te voelen voor
het lijden van anderen.
[...]
[... ... ...]
Scruton vindt niet dat er een betere wereld voor dieren tot stand komt als we
allemaal vegetariër worden.
'In de eerste plaats hebben vegetariërs proteïnerijke gewassen nodig,
zoals bonen, die erg gevoelig zijn voor insectenplagen. Die insecten moeten
gedood worden. Dus doen vegetariërs ook mee aan het doodmaken van dieren, zij
het andere dieren. En dat is nog maar een aspect. Ik denk dat we juist zoveel
mogelijk dieren moeten eten, gesteld dat we ze vervangen op een manier die ze
niet al te ongelukkig maakt.'
Met dat principe is de bio-industrie volledig in strijd, stelt Scruton vast.
Het doden is geïndustrialiseerd, zodat niemand zich er meerwerkelijk
verantwoordelijk voor voelt.
'Dat is een van de belangrijkste bronnen van morele angst: dat dieren op
het moment van hun dood uit ons blikveld worden gewist. De dood van dieren
wordt verborgen, gemechaniseerd, geïndustrialiseerd.
Dat heeft overigens ook te maken met bizarre regels. Voor de slacht moeten
wij bijvoorbeeld onze dieren meer dan een halfuur vervoeren naar het
dichtstbijzijnde slachthuis, waar ze uren en uren van doodsangst moeten
meemaken. Daarin schuilt de echte hypocrisie van onze zogenaamde zorg voor de
dieren. Omdat we niet zien hoe het gebeurt, kan het ons niet schelen.
Om die reden was de oude gewoonte om dieren naar het marktplein te brengen
en ze daar in een keer te slachten, humaner dan wat nu gebeurt. Toen moesten
mensen de werkelijkheid onder ogen zien, en de den ze wat ze konden om er voor
te zorgen dat het op een zo humaan mogelijke manier gebeurde.'
[Eugen Drewermann]
Eugen Drewermann, theoloog en psychotherapeut in Paderborn, is een van meest
vooraanstaande theologen van Duitsland. Sinds jaar en dag zet hij zich in voor een
nieuwe, ecologische theologie, die breekt met het traditioneel-christelijke
beeld van de mens als heerser over de schepping.
'De ramp en van de afgelopen jaren, van mond- en klauwzeer tot vogelpest,
zijn een waarschuwing,' zegt hij. 'Een waarschuwing om eindelijk op te houden
met de dierenmishandeling in de intensieve veehouderij. We zien ons
geconfronteerd met de vraag wat voor mensen wij zijn dat wij, louter door
winstbejag gedreven, dieren zo kunnen mishandelen.
Daarachter steekt ongetwijfeld een antropologische opvatting met een lange
geschiedenis in het christendom: dat wij mens en de kroon zouden zijn op de
schepping, de heersers over de dieren en de hele wereld. Het hele beeld is
verkeerd dat wij aanspraak zouden kunnen maken op de dieren, dat de dieren er
alleen zouden zijn om ons te laten overleven.
In werkelijkheid zijn we sinds 1865, sinds Charles Darwins boek over het
ontstaan van de apen, volkomen nieuw gaan denken. Er is gebleken dat wij met
de dieren een gemeenschappelijke levensgeschiedenis hebben op deze planeet. En
levende wezens die zo nauw met ons zijn verbonden, hebben een omgangsvorm
nodig die ethisch vastligt: dat wij met levende wezens die op ons lijken, ook
als gelijken omgaan.'
[...]
Het vegetarisme zou daarom een geweldige stap voorwaarts zijn, meent
Drewermann.
[Koos
van Zomeren]
Toen Koos van Zomeren, schrijver en natuurliefhebber, enige jaren geleden Animal
Lives van J.M. Coetzee las, was hij hevig onder de indruk.
'Maar geleidelijk aan,' zegt hij in zijn huis aan de rand van de Arnhemse
bossen, 'heb ik me eronderuit gewerkt. Want juist dat boekje, met zijn wanhoop
en zijn vergelijkingen met de holocaust, is de belichaming van het verlangen
naar een schuldeloos bestaan. Ik begrijp dat verlangen, maar het roept veel
meer kwaad op dan het bestrijdt.
Een schuldeloos bestaan is ondenkbaar. Daar ben ik in de loop van de jaren
steeds meer achter gekomen. Ik heb wel eens gezegd dat ik vlees eet, en me
juist daardoor verantwoordelijk voel voor wat er gebeurt in de bio-industrie,
en überhaupt in de omgang met dieren. De crux zit voor mij niet in het doden
van dieren, maar in het leven dat ze daaraan voorafgaand hebben.'
Na de varkenspest in 1997, toen Van Zomeren ambassadeur werd van Varkens
in Nood, besloot hij alleen nog biologisch-dynamische product en te
gebruiken en zijn vleesgebruik te halveren.
[...]
[...]
Van Zomeren heeft gemerkt dat hij, als het over dieren gaat, liever praat met
mensen met stront aan de overall.
'Die zijn ver verwijderd van de triomfantelijke toon waarmee Cliteur zijn
ei van Columbus op tafel zet: de universele verklaring van de rechten van het
dier, een internationaal gerechtshof erbij en we zijn klaar. Die hele
discussie ademt de sfeer van luxe uit. De houding waarmee zo'n Cliteur zich
presenteert: die superioriteit van het rechtsdenken, de rechtsfilosofie, is
mij zeer onsympathiek. Dan heb ik veel en veel liever met mijn hond te maken.'
Van Zomeren begint te grinniken. En dan, weer ernstig:
'Voor mij staat voorop dat een dier een autonoom wezen is, dat een
rechtmatig belang heeft op zijn eigen leven. Dat betekent iets voor het dier,
en voor onze houding ten opzichte van het dier en ten opzichte van ons eigen
leven. Als ik zie hoe subtiel allerlei mechanismen in de natuur in elkaar
grijpen, moet je wel verdomd goede redenen hebben om zulk leven onmogelijk te
maken, of het nu ganzen zijn of regenwormen. Je moet van goeden huize komen
wil je kunnen zeggen dat onze manier van leven automatisch beter en
interessanter en moreel hoogstaander is dan de manier waarop de dieren leven.'
Daarmee zijn de dieren nog niet gered, geeft Van Zomeren toe,
'maar zo worden we ons wel bewust van wat we doen. En dat wil ik eigenlijk.
Ik red de wereld niet, ik red de dieren niet, ik wil alleen maar dat mensen
zich realiseren welke keuzen ze maken. Soms is daarbij leed van dieren niet te
vermijden, maar dan maak je die keuze tenminste in het besef van het
onontkoombare en de tragiek ervan, en niet uit gemakzucht.'