Het spook van Descartes
Systeeminnovatie
Peter Henk Steenhuis, Trouw 20 juli 2004
Om duurzaam dieren te produceren en respectvol met het menselijk lijden om te
gaan, moet het technologisch vooruitgangsgeloof op de helling. Dat stelt John
Grin, hoogleraar politicologie aan de universiteit van Amsterdam:
,,Het systeem, gebaseerd op controle en beheersing is contraproductief
geworden.''
De big die zijn hok uitbarst omdat hij niet naar het slachthuis vervoerd mag
worden, is op het conto te schrijven van René Descartes (1596-1650). En de
patiënt die in een ziekenhuis ligt te wachten op de dood heeft zijn bestaan ook
aan deze Franse filosoof te wijten.
Niet dat Descartes voor mogelijk heeft gehouden dat je varkens in een paar
maanden tijd tot karbonade kunt opfokken, of dat je patiënten eindeloos in
leven kunt houden, maar het idee dat de natuur beheersbaar en controleerbaar is,
vindt bij hem zijn oorsprong. Dat stelde John Grin bij zijn inauguratie tot
hoogleraar politicologie aan de universiteit van Amsterdam.
Grin meent dat er een spook waart door de kennismaatschappij. Langzamerhand
zou het besef doordringen dat onze eerbiedwaardige kennisintensieve systemen,
zoals we die kennen in de landbouw en de gezondheidszorg, aan herziening toe
zijn. En die systemen moeten niet zomaar een beetje worden bijgesteld, er dient
een principiële herbezinning plaats te vinden. Om duurzaam dieren te kunnen
produceren en respectvol met het menselijk lijden om te gaan, moet het
technologisch vooruitgangsgeloof namelijk op de helling worden gezet.
,,Dat geloof is niet van de één op de andere dag ontstaan,'' zegt Grin,
enthousiast en sterk gesticulerend sprekend. ,,De filosoof Stephen Toulmin
schreef een prachtig boek, 'Kosmopolis', waarin hij het ontstaan van dit
geloof tegen het licht houdt. Toulmin begint bij de verwarring die de
pestepidemieën hebben gesticht in het 14de Europa. Die maakte ruimte voor
twee benaderingen waarmee de ellende het hoofd was te bieden:
| het scepticisme en |
| het humanisme.'' |
,,Het scepticisme was een stroming die zich verzette tegen elke vorm van
dogmatisch denken. Het humanisme van de vijftiende en zestiende eeuw
benadrukte de vrijheid van de menselijke geest, en stelde tolerantie centraal.
Het symbool van deze houding was het Edict van Nantes, in 1598 opgesteld door
de Franse koning Hendrik de Vierde.''
[...]
Een jaar later schreef een leerling van een jezuïetenklooster bij Parijs een
essay over deze politieke moord. De leerling meende dat hierdoor het einde van
de tolerantie nabij was.
,,Toulmin probeert in zijn boek aan te tonen dat dit essay door Descartes
is geschreven. Hoewel de inhoud van het essay goed aansluit bij het
gedachtegoed van Descartes vindt Toulmin het bewijs niet.''
Bewijs of niet, het latere gedachtegoed van Descartes vindt weerklank, de
tijd was rijp voor een nieuw systeem.
,,Men had behoefte aan zekerheid, er ontstonden twee toonaangevende
dogma's. Het eerste is dat we de waarheid kunnen kennen op grond van
eenduidige kennis. Het tweede is dat op die basis de werkelijkheid onder
controle is te brengen.''
Die controle had aanvankelijk vooral betrekking op de natuurlijke
werkelijkheid, waarvan de orde en regelmaat ontsloten werden door Galilei
(1564-1642), Newton(1642-1727) en andere natuurwetenschappers. Dit systeem
groeide uit tot een wereldbeeld dat ook op de sociale en politieke werkelijkheid
werd toegepast.
[...]
Dit vooruitgangsgeloof zorgde voor een beheersing van de werkelijkheid,
inclusief planten, dieren en vanaf de industriële revolutie in de negentiende
eeuw zelfs mensen.
,,Tegen die tijd valt er voor het eerst ook kritiek te beluisteren. Er
ontstaat een arbeidersbeweging die zich sterk maakt voor de factor arbeid.
Deze kritiek heeft het systeem zelf niet doen wankelen, maar is erin
geabsorbeerd.
[...]''
,,De echte kritiek op het technologisch vooruitgangsgeloof ontstaat eind
vorige eeuw. Ruwweg zijn er nu twee reacties op de moderniteit te
onderscheiden.
| De eerste is de postmoderne benadering, die nadruk legt op de
globalisering, individualisering, en de vergruizing van de maatschappij tot
een gefragmenteerd geheel van verschillende leefwerelden en het afbrokkelend
vertrouwen in experts. De idee van ware kennis wordt afgewezen. De rede kan
niet langer de basis zijn van onze maatschappij.''
|
| ,,Er is ook een andere manier om te reageren op de problemen die het
technologisch vooruitgangsgeloof heeft geschapen. In die benadering, die
mijn grote interesse heeft, wordt de rede niet buitenspel gezet.
Integendeel, ze maakt juist gebruik van het kritisch vermogen van de mens om
terug te kijken, en fouten bij te stellen. Ik zou deze benadering de
reflexieve modernisering willen noemen.'' |
,,Belangrijk bij die reflexieve modernisering is dat wij nu niet langer
worden voortgedreven door kennis, maar zelf aan de kennis trekken. Wat bedoel
ik daarmee? Neem de landbouw. In de jaren zeventig beweerde de Wageningse
hoogleraar Politiek dat je koeien zo moest kunnen fokken dat ze elk jaar
anderhalf procent meer melk produceerden. Het lukte hem, en zijn kennis werd
door boeren binnen de kortste keren toegepast. Kennis ontstond in een
vakgroep, werd verder uitgedacht in een kennisinstituut en pas later in de
praktijk neergezet.''
In de landbouw hebben de zeven plagen van de jaren negentig nu onomstotelijk
duidelijk gemaakt dat de natuur niet te beheersen valt.
,,De miljardenschade was niet toevallig. Het was schade die door het
systeem zelf veroorzaakt werd. De combinatie van hoge dichtheid en sterke
integratie geeft infectieriscio's. En de biggen zaten in steeds kleinere
hokken, omdat men precies wist hoe snel ze groeiden, en wanneer ze vervoerd
moesten worden. Toen dat systeem spaak liep door een vervoersverbod, moest er
op grote schaal worden geruimd. Zaten ze in grotere hokken, en was de tijd om
ze te slachten minder precies bepaald dan had zo'n vervoersverbod minder
schade kunnen toebrengen. Het systeem, gebaseerd op beheersing en controle,
werd contraproductief.''
[...]
Volgens Grin is het mogelijk het systeem te veranderen door de maatschappij
niet langer te laten voortduwen door kennis, maar door de samenleving aan die
kennis te laten trekken.
,,Als wij zeggen dat de neveneffecten van de landbouw nu te groot zijn dan
moeten wij formuleren hoe het anders kan. Wie zijn wij? Niet de wetenschappers
maar de boer, de consument, de patiënt. Wíj moeten de kennisinstituten om
oplossingen vragen. En die zijn niet gericht op verdergaande beheersing en
controle, maar op andere zaken, bijvoorbeeld duurzaamheid, dierenwelzijn, meer
nadruk op preventie in de zorg. Dan kan de wetenschap aan de gang. Deze
omschakeling van een kennisgeduwde maatschappij naar een kennisgetrokken
maatschappij noem ik een systeem innovatie. En dat is het vakgebied waarmee ik
mij ga bezighouden.''
|