Citaten uit
Dierenrechten invoeren betekent spelen met vuur
door Yoram Stein, Trouw, 2 maart 2005
Wat kunnen denkers zeggen over het nieuws, over wat krantenlezers schokt of
juist koud laat? Tweewekelijks laten wijsgeren uit Trouws filosofisch elftal hun
gedachten erover gaan. Vandaag: Dierenrechten.
De Tweede Kamer heeft een voorstel van GroenLinks afgewezen om de zorg voor
het welzijn van dieren op te nemen in de Grondwet. Moeten dieren rechten hebben,
of zijn dierenrechten onbestaanbaar?
Het is een goed begin, zegt Paul Cliteur over het afgeschoten voorstel van
GroenLinks. Maar dat pleidooi voor dierenrechten gaat de Leidse hoogleraar
Encyclopedie van de rechtswetenschap niet ver genoeg.
,,GroenLinks pleit niet voor wat de Stichting Varkens in Nood en ik hebben
opgesteld: een Universele Verklaring voor de Rechten van het Productiedier.
Dieren hebben recht op privacy en op lichamelijke integriteit. Het uittrekken
van slagtanden en het couperen van staarten moeten verboden worden.''
[...]
Cliteur: ,,Net zoals je geen drilboor op een mens mag zetten, omdat je weet
dat een mens gevoelig is voor pijn, zo mag je ook dieren niet laten lijden.''
Dat is sinds twee eeuwen het criterium van voorstanders van dierenrechten.
Jeremy Bentham (1748-1832) werd met deze idee de grondlegger van het utilisme,
de ethische stroming die stelt dat je pijn moet bestrijden en geluk moet
bevorderen. Daarbij maakte het Bentham niet uit of wezens kunnen praten of
redelijk nadenken,
,,maar of ze in staat zijn om te lijden. Dat is het criterium. Alle wezens
die in staat zijn om te lijden, zijn dragers van rechten''.
,,Dieren verdienen een beter leven'', zegt Annemarie Mol, hoogleraar
Politieke filosofie te Twente. ,,Allerlei strategieën die daaraan bijdragen,
zijn wat mij betreft prima. Maar je kunt beter streven naar dierenwelzijn dan
strijden voor dierenrechten. Wie strijdt voor rechten, verlangt naar vaste
beginselen, principes. Wie dierenwelzijn wil bevorderen, zoekt eerder naar
goede manieren om samen te leven met mensen en dieren.''
[...]
Mol: ,,In de negentiende eeuw hadden veel mensen hier een varken in de tuin
dat de aardappelschillen en het keukenafval opat. Eens per jaar slachtte men,
en een karbonaadje of spek eten was een feest. Tegenwoordig worden er tonnen
varkensvoer geïmporteerd. Soja bijvoorbeeld, dat wordt verbouwd in
Argentinië. Kleine boeren raken daardoor hun akkers kwijt. Intussen zou je
van die soja wereldwijd veel meer mensen kunnen voeden dan van de varkens die
de soja eten. Daar zou ik het graag over hebben. Van welke voedselketens maken
dieren deel uit? Wiens eten eten ze? Bij goed samenleven hoort de vraag hoe
ons voedsel beter te verdelen.''
[...]
Volgens Kinneging is er een principieel verschil tussen de mens en de rest
van de schepping.
,,Cliteur speelt met vuur door mensen en dieren op één lijn te zetten.
Zijn manier van biologisch redeneren draait zich heel makkelijk om. Als er
weinig verschil is tussen mens en dier kun je ook zeggen: 'mensen zijn ook
maar dieren, dus maak ze maar af, wat maakt het uit'. De consequenties van dit
denken hebben we gezien in de 20ste eeuw. Als je ontkent dat de mens een
uitzonderlijk, heilig wezen is in de schepping, dan open je de doos van
Pandora.''